Klager is werkzaam geweest voor BV1. Hij heeft 1.040 certificaten van aandelen in BV1 verkregen. Op grond van een notariële akte is klager verplicht zijn certificaten af te staan wanneer hij bij BV1 uit dienst treedt. Ook is in de akte vastgelegd hoe de verkoopprijs moet worden vastgesteld. In 2014 is het dienstverband van klager overgegaan naar BV4, waardoor hij zijn certificaten moest afstaan.
Door de directie van BV2, de opvolger van BV1, is een prijsbepaling gemaakt. De waarde per certificaat is hierin bepaald op € 16,99. Klager heeft vervolgens BV2 verzocht om een berekening van de prijs door een accountant te laten plaatsvinden. Ook de accountant heeft de waarde per certificaat op € 16,99 gesteld.
De verkoop van de certificaten heeft vervolgens niet plaatsgevonden, omdat klager en BV2 het niet eens zijn geworden over de verkoopprijs.
De klacht
Betrokkene heeft volgens klager gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. De kern van de klacht is dat betrokkene onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de juistheid van de prijsbepaling en dat hij onzorgvuldig heeft gerapporteerd.
De beoordeling
Betrokkene heeft ter zitting aangegeven dat hij bij het opstellen het kader van Standaard 5500 (Transactiegerelateerde adviesdiensten) heeft toegepast. Later is betrokkene van dit standpunt afgestapt en hij heeft hij gezegd dat hij toepassing heeft gegeven aan Standaard 4400(N) (Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden).
rapport van feitelijke bevindingen als bedoeld in Standaard 4400N. Betrokkene geeft namelijk een conclusie getrokken met betrekking tot de waarde van de certificaten. Dergelijke conclusies passen niet bij een rapport van feitelijke bevindingen, aldus de Accountantskamer. Betrokkene heeft daarnaast ook de indruk gewekt dat een bepaalde mate van zekerheid (assurance) wordt gegeven over de waarde van de certificaten. Dat is niet in overeenstemming met Standaard 4400N, waarin staat dat een accountant moet vermijden dat de indruk wordt gewekt dat sprake is van een assurance-opdracht. Verder voldoet de brief van betrokkene volgens de Accountantskamer niet aan de eisen die aan een rapport van feitelijke bevindingen worden gesteld.
Betrokkene heeft ter zitting bekend dat hij geen assurance-werkzaamheden heeft uitgevoerd, waardoor wordt geconcludeerd dat betrokkene onvoldoende assurance-informatie heeft verkregen en de brief dus geen deugdelijke grondslag had. Dit is in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
De klacht wordt gegrond verklaard. Aan betrokkene wordt de maatregel van berisping opgelegd.
Lees hier het hele nieuwsbericht.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant