De onderneming van klaagster houdt zich bezig met het repareren van telefoons. Op advies van het accountantskantoor is in 2015 de vof-structuur van deze onderneming omgezet in een BV-structuur. Opgericht zijn X BV, X Holding BV, BV1 en BV2. Accountantskantoor verzorgde voor deze vennootschappen de jaarrekeningen, de aangiften vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting en BTW en verwerkte administratie. Gezien de slechte relatie met dit accountantskantoor heeft het kantoor klaagster aan betrokkene geholpen, dit was een accountant binnen hetzelfde accountantskantoor maar in een andere plaats. Betrokkene heeft de opdracht eind februari 2018 overgenomen. Nadat de laatste stukken waren aangeleverd door het accountantskantoor heeft betrokkene een samenstellingsverklaring afgegeven bij boekjaar 2016 van klaagster en de vennootschappen.
Op 17 mei 2018 heeft klaagster de opdracht opgezegd. Het advies om de vof om te zetten naar een BV zou volgens haar alleen geld hebben gekost. Ditzelfde geldt voor het overstappen naar een andere boekhoudpakket. Verder vindt klaagster de in rekening gebrachte bedragen te hoog. Klaagster heeft om die reden ook een aantal facturen met een totale omvang van 25.587 euro niet betaald.
Handelen in strijd met de geldende gedrags- en beroepsregels
Betrokkene heeft volgens klaagster in strijd gehandeld met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Hieraan liggen de volgende verwijten ten grondslag:
- accountantskantoor probeert op zeer agressieve wijze openstaande rekeningen betaald te krijgen;
- betrokkene heeft de samenstellingsverklaring bij de jaarrekening 2016 afgegeven terwijl er nog nooit contact is geweest tussen hem en klaagster en klaagster klant was van de andere vestiging;
- de jaarrekening 2016 bevat een materiële fout nu het banksaldo niet 93.788 euro maar 78.051,11 euro bedroeg;
- klaagster is er nooit op gewezen dat jaarrekeningen tijdig gedeponeerd dienen te worden en dat heeft het accountantskantoor ook nooit geregeld;
- de facturen zijn veel hoger dan vooraf is afgesproken.
Beoordeling van de klachtonderdelen
Het eerste klachtonderdeel ziet op agressieve wijze waarop het accountantskantoor probeert betaald te krijgen. Klaagster verwijt het accountantskantoor agressief gehandeld te hebben door een advocaat te laten dreigen met een faillissementsaanvraag. De Accountantskamer acht de klacht ongegrond omdat klaagster niet aannemelijk heeft gemaakt op welke wijze betrokkene een rol speelde in het incassotraject
Het tweede klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. Ter zitting is gebleken dat betrokkene geen contact heeft gehad met klaagster alvorens hij de opdracht uitvoerde. Volgens de Accountantskamer is het voor naleving van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid belangrijk dat de account dit wel doet. Zo kan hij namelijk een goed oordeel vormen over de bedrijfsactiviteiten. Daarnaast was de relatie tussen het accountantskantoor en klaagster niet goed. De Accountantskamer is dan ook van oordeel dat betrokkene in deze omstandigheden aanleiding had moeten zien contact te zoeken met de onderneming van klaagster.
Het derde klachtonderdeel wordt ook gegrond verklaard. Betrokkene heeft erkend dat het banksaldo niet juist is opgenomen. Van betrokkene mocht verwacht worden dat hij het laatste bankafschrift zou hebben geraadpleegd. De stelling van betrokkene dat geen sprake zou zijn van een afwijking van materieel belang is door de Accountantskamer niet te beoordelen omdat te weinig gegevens hierover ter beschikking zijn gesteld.
Het vierde klachtonderdeel kan betrokkene niet worden verweten. Het betreffende jaarrekening is de jaarrekening over 2015. Betrokkene is pas in februari 2018 werkzaamheden voor klaagster gaan verrichten. Toen was de termijn voor deponering al verstreken.
Het vijfde klachtonderdeel ziet op de hoogte van de facturen. Volgens de Accountantskamer heeft klaagster niet voldoende onderbouw dat er op dusdanige wijze gefactureerd is dat sprake is van strijd met de van betrokkene te verlangen zorgvuldigheid, integriteit of professionaliteit. Het laatste klachtonderdeel wordt dus ongegrond verklaard.
De klacht wordt dus gedeeltelijk gegrond verklaard door de Accountantskamer. Hierdoor kan de Accountantskamer een maatregel opleggen. De Accountantskamer vindt de maatregel van waarschuwing op zijn plaats. Betrokkene heeft door het nalaten contact op te nemen met klaagster en het banksaldo niet goed te hebben onderzocht, in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid gehandeld.
Lees hier de hele uitspraak
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant