In deze uitspraak staat het vertrouwensbeginsel centraal. Appellante is accountant. Zij heeft sinds 2015 accountantswerkzaamheden verricht voor BV2. BV2 staat onder leiding van Y. Eind 2015 is X een zakelijke relatie aangegaan met BV2 in het kader van het project ‘Randstad II’.
Appellante heeft ten behoeve van dit project in opdracht van BV2 het rekenmodel voor de verwachte exploitatie bezien. In april 2017 heeft BV2 de samenwerking beëindigd. Vervolgens is onenigheid ontstaan over de afwikkeling van de samenwerking. Op 20 juli 2017 heeft appellante X per e-mail een organogram toegestuurd van de vennootschapsstructuur, waarvan BV2 deel uitmaakt.
In november 2017 is een vennootschap van X een civiele procedure begonnen tegen BV2 en Y.
De uitspraak van de Accountantskamer
X heeft in eerste aanleg aangevoerd dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met de voor haar geldende gedrags- en beroepsregels. De Accountantskamer heeft eerste klachtonderdeel ongegrond en het tweede klachtonderdeel gegrond verklaard. Dit klachtonderdeel luidt als volgt:
- Appellante heeft gehandeld in strijd met haar geheimhoudingsplicht door vertrouwelijke informatie van Y aan X te verstrekken.
De beoordeling van het geschil in beroep
Uitspraak vernietigen
X heeft op 8 oktober 2019 zijn klacht ingetrokken. Appellante heeft daarom het College verzocht de uitspraak van de Accountantskamer te vernietigen. Het College is echter van oordeel dat dit niet mogelijk is. De Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) biedt namelijk alleen de mogelijkheid tot vernietiging van de uitspraak bij een gegrond verklaard hoger beroep. Een gegrondverklaring kan alleen plaatsvinden naar aanleiding van een in de Wtra vermeld rechtsmiddel, hiertoe behoort niet de intrekking van een klacht.
Strijd met het vertrouwelijkheidsbeginsel
Appellante stelt dat zij niet in strijd met het vertrouwelijkheidsbeginsel heeft gehandeld door het organogram te verstrekken. Zij is namelijk van mening dat het organogram naar haar aard niet vertrouwelijk was. Het organogram was volgens appellante volledig reproduceerbaar op basis van openbare bronnen en X was volgens haar reeds in het bezit van het organogram en op de hoogte van de vennootschapsstructuur. Appellante komt dan ook tot de conclusie dat zij ervan mocht uitgaan dat X bekend was met het organogram op het moment dat hij met haar contact opnam en om het organogram vroeg.
Het College is van oordeel dat appellante onweersproken en voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het organogram ook met X is gedeeld. Appellante mocht er dan ook van uitgaan dat het geen vertrouwelijk stuk betrof. Het onderhavige klachtonderdeel is dan ook onterecht gegrond verklaard.
De beslissing
Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden uitspraak en verklaart het tweede klachtonderdeel ongegrond.
Lees hier de hele uitspraak over het vertrouwensbeginsel.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht en het vertrouwensbeginsel van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant