Uitspraak: Accountant schendt fundamentele beginselen van vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en integriteit

In een langdurig geschil tussen klager en zijn ex-echtgenote over de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden heeft een accountant, belast met het waarderen van klagers onderneming, ernstige fouten gemaakt. De accountant verschaft onjuiste informatie in een brief en schendt hiermee de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en integriteit.

Waardering van de ondernemingen

Tussen klager en zijn ex-echtgenote bestaat al een lange tijd een geschil over de afwikkeling van hun huwelijkse voorwaarden. De ex-echtgenote heeft betrokkene in juni 2021 de opdracht gegeven haar in verband met dit geschil bijstand te verlenen en de onderneming van klager te waarderen. Betrokkene is sinds 1992 inschreven in het accountantsregister van de NBA. In maart 2022 heeft de rechtbank voor de derde keer een deskundige aangesteld om een bindend advies te geven over de verdeling van de boedel, waaronder de waardering van de onderneming van klager.

In september 2022 heeft betrokkene een brief aan de vrouw gestuurd waarin hij acht vragen heeft geformuleerd en informatie heeft verschaft met betrekking tot de ondernemingen van klager. Het meeste van belang hieruit is het feit dat betrokkene stelt dat klager buitenlandse bindingen heeft en belangen zou hebben in twee vennootschappen in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast wordt in de bijlage vermeld dat betrokkene de eigen vermogens van de moeder- en dochtermaatschappijen van klager heeft berekend op een totaal van € 311.345.

Foutieve informatie gegeven door de accountant

De brief is, met toestemming van de betrokkene, door de vrouw naar klager en de deskundige gestuurd. Naar aanleiding van deze brief heeft klager betrokkene gevraagd om de uitspraak dat hij belangen heeft in twee buitenlandse vennootschappen terug te nemen en de vrouw en de deskundige daarvan op de hoogte te brengen. Hierop heeft betrokkene aan klager laten weten dat hij niet zal reageren, omdat klager geen cliënt is van zijn kantoor en er is afgesproken dat alleen met de advocaten van klager en van de vrouw wordt gecommuniceerd. Klager heeft betrokkene daarna verschillende malen gevraagd om een maatregel te nemen op grond van artikel 9 van de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Betrokkene heeft dat niet gedaan.

In oktober 2022 heeft de deskundige zijn bevindingen tot dat moment aan de advocaten van klager en de ex-echtgenote laten weten. Hierbij stelt de deskundige dat de berekening van het eigen vermogen door betrokkene onvolledig is. Volgens de deskundige gaat betrokkene in deze optelsom onder meer voorbij aan de boekwaarden van de deelnemingen in de jaarrekeningen, die verrekend dienen te worden om het groepsvermogen te kunnen bepalen. Met de optelsom van betrokkene wekt betrokkene de suggestie dat het totale eigen vermogen substantieel hoger is.

Ook zijn volgens de deskundige de meeste vragen die door betrokkene worden gesteld in de brief niet relevant voor de waardering. Daarnaast had betrokkene zelf al enkele vragen kunnen beantwoorden door het handelsregister van de Kamer van Koophandel te raadplegen.

Klager verwijt betrokkene onder meer dat hij meerdere fundamentele beginselen heeft geschonden en geen professionele oordeelsvorming heeft toegepast door onjuiste informatie op te stellen en zijn fouten niet heeft gecorrigeerd nadat hij daarvan in kennis is gesteld. Met andere woorden zou hij de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en integriteit hebben geschonden.

Schending van de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid

Het handelen of nalaten van betrokkene toetst de Accountantskamer aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Ten aanzien van de klacht dat betrokkene onjuiste informatie heeft opgesteld, oordeelt de accountantskamer als volgt.

De Accountantskamer oordeelt dat een accountant die optreedt als partij-adviseur een deugdelijke grondslag moet hebben voor bevindingen en conclusies, en duidelijk moet rapporteren, vooral als het rapport in een juridische procedure wordt gebruikt. In dit geval heeft de betrokkene, die wist dat zijn rapport zou dienen voor een bindend advies, niet voldoende gezorgd voor een juiste en volledige basis. De brief van de betrokkene belemmert de totstandkoming van een correct bindend advies omdat deze onjuiste informatie bevat, er geen deugdelijke grondslag is voor sommige beweringen, en er geen duidelijke voorbehouden of beperkingen zijn opgenomen.

Specifiek wordt de betrokkene verweten dat hij onterecht de indruk heeft gewekt dat de totale waarde van de ondernemingen van klager €311.345 bedraagt, zonder het belangrijke voorbehoud te vermelden dat dit niet gelijk is aan de werkelijke waarde. Bovendien heeft hij nagelaten duidelijke voorbehouden te maken, wat tot verkeerde conclusies kan leiden. De brief is zo opgesteld dat het gemakkelijk tot misverstanden kan leiden, de betrokkene had daarbij moeten anticiperen op mogelijke verkeerde interpretaties, vooral gezien het sterke vermoeden van de ex-echtgenote dat vermogen werd achtergehouden.

Schending fundamentele beginsel van integriteit

Ten aanzien van het niet corrigeren van fouten heeft de Accountantskamer als volgt geoordeeld. De betrokkene is nalatig geweest in het corrigeren van fouten in een brief die materieel onjuiste, onvolledige of misleidende informatie bevatte. Hoewel de betrokkene beweerde dat de brief slechts vragen en aandachtspunten bevatte, concludeerde de Accountantskamer dat bepaalde informatie foutief was. Klager bracht dit onder de aandacht, waarna het de verantwoordelijkheid van de betrokkene was om de onjuiste informatie te corrigeren. De betrokkene had een verklaring moeten sturen naar de vrouw en, indien nodig, naar haar advocaat en de deskundige om de fouten recht te zetten. Omdat hij geen dergelijke maatregel nam en de onjuiste informatie niet corrigeerde, oordeelde de Accountantskamer dat de betrokkene handelde in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit.

Berisping

Omdat de klacht (gedeeltelijk) gegrond is, kan een tuchtrechtelijke maatregel worden opgelegd. De maatregel van berisping is passend en geboden. Daarbij is in aanmerking genomen dat betrokkene niet alleen in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft gehandeld, maar ook in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. Betrokkene heeft de totstandkoming van een juist en volledig bindend advies belemmerd en heeft niet voorkomen dat op basis van de door hem verstrekte informatie verkeerde conclusies getrokken zouden kunnen worden. Ook heeft betrokkene verzuimd een toereikende maatregel te treffen om de onjuiste, onvolledige of misleidende informatie te verbeteren.

Klik hier voor de volledige uitspraak van De Accountantskamer.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant. Ook hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant