
Betrokkene staat ingeschreven als accountant in het daartoe bestemde register. Betrokkene is verbonden aan Accountantskantoor Y. Betrokkene heeft in het najaar van 2013 werkzaamheden verricht voor A. Deze accountantswerkzaamheden waren gericht op het behoud dan wel een mogelijke doorstart van de onderneming, aangezien de onderneming grote financiële problemen had. A heeft op een gegeven moment klager bij betrokkene geïntroduceerd.
Klager wilde de vordering van bank1 op A afkopen. Klager en betrokkene hebben gesproken over de oprichting van een B.V. door klager. Deze vennootschap zou de activiteiten van A overnemen. Ook is gesproken over het opstellen van prognoses met het oog op afkoop van de vordering van bank1 via bank2. Klager heeft C opgericht. Tussen Accountantskantoor Y en C is een overeenkomst gesloten over welke werkzaamheden betrokkene zal gaan verrichten. Na verloop van tijd beschikte klager niet over voldoende liquide middelen. Betrokkene heeft geadviseerd om te stoppen met zijn pogingen om A te redden.
Klacht
De relatie tussen betrokkene en klager is in februari 2014 ernstig verslechterd. De werkzaamheden voor klager zijn beëindigd. Tevens heeft klager in maart 2014 een klacht ingediend tegen betrokkene. Deze klacht is geheel ongegrond verklaard.
Civiele procedure
Betrokkene is een civiele procedure gestart tegen klager om het geld te verkrijgen waar hij nog recht op had wegens verrichte werkzaamheden. Voor een deel is klager als borg voor A aangesproken. Klager is door de rechtbank veroordeeld tot betaling. Klager is te laat in verzet gekomen, waardoor het verstekvonnis is bekrachtigd. Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld.
Executoriaal derdenbeslag
Namens betrokkene is executoriaal derdenbeslag gelegd op een periodieke pensioenuitkering van klager. Dit is tot aan het faillissement van klager gehandhaafd. Ook in executoriaal beslag gelegd op diverse schilderijen van klager die nadien zijn verkocht.
De klacht
Betrokkene zou in strijd hebben gehandeld met gedrags- en beroepsregels die voor hem gelden. De volgende verwijten liggen daaraan ten grondslag.
Onderdeel a. betrokkene heeft ten onrechte verklaard dat klager als privé persoon borg zou staan voor niet door A betaalde nota’s; Onderdeel b. de nota’s van betrokkene zijn onredelijk hoog en onvoldoende gespecificeerd; Onderdeel c. betrokkene heeft een afspraak tussen C en hem ten onrechte doen voorkomen als een toezegging van klager als privépersoon met betrekking tot de betaling van de hiervoor vermelde nota’s; Onderdeel d. betrokkene heeft tijdens een hoorzitting van de Klachtencommissie van de Nba, op 12 augustus 2014, in strijd met de waarheid verklaringen afgelegd; Onderdeel e. betrokkene heeft in strijd met de waarheid verklaard dat sprake is van borgstelling door klager; Onderdeel f. betrokkene heeft ten onrechte beslag laten leggen op een pensioenuitkering aan klager, waardoor in de periode van december 2014 tot 20 december 2017 maandelijks ten onrechte een bedrag van € 1.000,– is ingehouden op deze uitkering; Onderdeel g. betrokkene heeft in strijd met de daarvoor geldende wettelijke regels schilderijen uit de woning van klager laten halen en deze schilderijen ver beneden hun waarde laten verkopen op een veiling; Onderdeel h. betrokkene heeft de bedragen van de hiervoor vermelde nota’s ten onrechte zowel bij A als bij klager in rekening gebracht; Onderdeel i. betrokkene heeft ten onrechte beslag laten leggen op een tweetal woningen die eigendom waren van klager; Onderdeel j. betrokkene heeft bij de politie valse aangiften gedaan tegen klager; Onderdeel k. betrokkene heeft in het kader van een strafzaak tegen klager valse verklaringen afgelegd; Onderdeel l. betrokkene heeft nare berichten over klager verspreid; Onderdeel m. betrokkene heeft, door beslag te laten leggen op een pensioenuitkering aan klager, bewerkstelligd dat nutsvoorzieningen in klagers woning zijn afgesloten; Onderdeel n. betrokkene heeft door zijn handelen ten aanzien van klager en de vele procedures die klager heeft moeten voeren om zich hiertegen te verweren, klagers faillissement, het verlies van zijn woning en gezondheidsschade bewerkstelligd.
Overweging
De accountant is tijdens de uitoefening van zijn beroep onderworpen aan tuchtrechtspraak. De kamer neemt en klacht niet in behandeling indien tussen het moment van het handelen of nalaten en het moment van indiening van de klacht een periode van tien jaar is verstreken. Dit is echter anders ingeval het handelen of nalaten heeft plaatsgevonden voor 1 januari 2019, nu daar het drie- en zesjaarstermijn geldt.
De termijn van zes jaar staat in dit geval niet in de weg aan de beoordeling van de klacht. De klachtonderdelen a, c en e zijn niet-ontvankelijk, nu niet binnen drie jaar na het bekend worden van de vordering die tegen hem was ingesteld heeft geklaagd en kennis had kunnen nemen van het verstekvonnis. Ook met in inhoud en nota’s was klager in 2014 al bekend. Daarom is onderdeel b niet-ontvankelijk. De verklaringen bij de hoorzitting zijn op 12 augustus 2014 afgelegd, waardoor klachtonderdeel d ook niet-ontvankelijk is, eveneens als onderdeel g nu het verslag in 2014 al is gelegd. Onderdeel h is niet-ontvankelijk, nu niet binnen 3 jaar is geklaagd. Klachtonderdeel i ziet op de beslaglegging, maar ook deze klacht is niet binnen drie jaar ingediend.
Klachtonderdeel f wordt wel ontvankelijk verklaard. Het gaat namelijk om de beslaglegging op de pensioenuitkering. Het beslag was reeds eerder gelegd, maar heeft geduurd tot december 2017, nu maandelijks geld werd ingehouden. Hierover is wel tijdig geklaagd. Klachtonderdeel m hangt hiermee samen en is ook ontvankelijk. Onderdelen j, k, l en n zijn ontvankelijk, nu binnen drie jaar nadien het handelen is geklaagd.
Betrokkene heeft meerdere keren aangifte gedaan van stalking door klager. Aangifte heeft plaatsgevonden ter bescherming de gezinsleden van betrokkene en de medewerkers op kantoor. Dat niet tot een veroordeling is gekomen betekent niet dat sprake is van een valse aangifte en daarom is onderdeel j ongegrond. Klachtonderdeel k is ongegrond omdat stukken niet zijn overlegd ter ondersteuning van klagers standpunt en niet duidelijk is gemaakt waarom verklaringen van betrokkene onjuist zouden zijn. Klachtonderdeel I is ongegrond, nu niet duidelijk uit het klaagschrift is gebleken dat betrokkene nare berichten heeft verspreid. Dit is niet strijdig met gedrags- of beroepsregels.
De beslaglegging (zoals omschreven in onderdeel f) zijn mogelijk gemaakt door het verstekvonnis van de rechtbank. Bij vonnis is de schorsing van de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis afgewezen. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan een accountant zich met het oog op de fundamentele beginselen anders had moeten gedragen, kan onder meer sprake zijn indien de accountant bewust een onjuist of misleidend standpunt heeft ingenomen of indien de accountant in sterke mate verweten kan worden dat hij een onjuist of misleidend standpunt heeft ingenomen.
Oordeel
De kamer is van oordeel dat klager een voorstel heeft gedaan aan betrokkene omtrent een schuld van A. De brief kan niet zo worden gelezen dat klager zich borg heeft willen stellen. Eveneens valt af te leiden dat klager psychische klachten had. Betrokkene had zich moeten afvragen of hij zich anders moest opstellen ten opzichte van andere debiteuren van zijn kantoor. Hij had niet zonder meer er vanuit mogen gaan dat sprake was van een borgstelling. Betrokkene heeft bij het uitoefenen van zijn civielrechtelijke bevoegdheden in de hoedanigheid als schuldeiser in strijd heeft gehandeld met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Daarmee is het accountantsberoep in diskrediet gebracht. Klachtonderdeel f is gegrond. Klachtonderdeel m is ongegrond, nu niet aannemelijk is te achten dat de door klager gestelde afsluiting van nutsvoorzieningen in klagers woning een rechtstreeks gevolg is van het door betrokkene gelegde beslag op klagers pensioenuitkering.
Ook klachtonderdeel n is ongegrond verklaard. Niet is vastgesteld dat het verlies van klagers woning en klagers gezondheidsschade rechtstreeks gevolg zijn van het handelen van betrokkene.
Maatregel
De klacht moet voor een deel gegrond worden verklaard. De kamer legt een waarschuwing op.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Zorgplicht advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant