Uitspraak: Accountantskamer doet uitspraak in ontvlechting zaak

Onlangs deed de Accountantskamer uitspraak in een zaak waarin een holdingmaatschappij beweerde dat een registeraccountant fouten had gemaakt bij het ontvlechten van drie werkmaatschappijen. Deze fouten zouden jaren later pas aan het licht zijn gekomen. In dit artikel bespreken we de uitspraak en de gevolgen voor de betrokken partijen.

Achtergrond van de zaak

Een holding met meerdere werkmaatschappijen wilde drie van deze werkmaatschappijen ontvlechten. Om dit proces te financieren, werd een kredietaanvraag van honderdduizend euro ingediend bij de bank. De bank wees de financieringsaanvraag echter af vanwege ‘onvoldoende bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven’. De holdingmaatschappij diende vervolgens in juli 2012 zes klachtonderdelen in bij de Accountantskamer, omdat de registeraccountant fouten zou hebben gemaakt.

Klachttermijn en ontvankelijkheid

De Accountantskamer moest eerst bepalen of de klachten ontvankelijk waren, gezien de lange tijd tussen de vermeende fouten (2011-2015) en het indienen van de klacht (2022). De klacht was binnen de nieuwe klachttermijn van tien jaar ingediend, maar vanwege overgangswetgeving mochten klachten over gedragingen van vóór 1 januari 2013 niet meer in behandeling worden genomen. Hierdoor konden alleen de werkzaamheden na 2013 in de klacht worden betrokken.

De drie klachtonderdelen

De Accountantskamer onderzocht drie overgebleven klachtonderdelen. Het eerste klachtonderdeel betreft het niet opnemen van de zekerheden uit het kredietvoorstel in de jaarrekeningen, of het onvoldoende toelichten hiervan op de balans. De registeraccountant erkende dit feit, en de Accountantskamer acht dit klachtonderdeel gegrond.

Het tweede klachtonderdeel ging over het niet afschrijven van de immateriële vaste activa in de jaarrekening van de holdingmaatschappij over boekjaar 2014. De registeraccountant verdedigde zich door te stellen dat de Fire Squid, een brandblusser voor mensen met een beperking aan de handen, nog in ontwikkeling was en dus nog niet hoefde te worden afgeschreven. De Accountantskamer acht dit klachtonderdeel ongegrond.

Het derde klachtonderdeel betreft de administratie van de rekening-courant verhoudingen in de jaarrekening 2014. Volgens de holdingmaatschappij hadden deze onder de post ‘debiteuren’ moeten vallen, waardoor er geen rente berekend zou zijn. De Accountantskamer oordeelde echter dat de administratie correct was en het klachtonderdeel ongegrond was.

De uitspraak en gevolgen

De Accountantskamer legde uiteindelijk de maatregel van waarschuwing op aan de betrokken registeraccountant. Hoewel sommige klachtonderdelen ongegrond waren, erkende de registeraccountant dat hij fouten had gemaakt in het niet opnemen van de zekerheden uit het kredietvoorstel in de jaarrekeningen. Dit had gevolgen voor de ontvlechting van de drie werkmaatschappijen en het financiële perspectief van de holdingmaatschappij.

Zorgplicht Advocaten

Bent u betrokken bij een ontvlechtingszaak of heeft u vragen over zorgplicht in de financiële sector? Neem dan contact op met onze specialisten bij Zorgplicht Advocaten. Wij staan voor u klaar om u te adviseren en te begeleiden in complexe juridische vraagstukken.

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant