Uitspraak: Advocaat berispt vanwege behartigen van tegenstrijdige belangen na echtscheiding

Advocaat berispt vanwege behartigen van tegenstrijdige belangen na echtscheiding

Meneer A en mevrouw B zijn getrouwd. In 2006 hebben zij een stille maatschap opgericht waarin zij hun kunst verzameling hebben ondergebracht. In 2013 scheiden A en B van elkaar. Een jaar later zegt meneer A per 14 augustus 2014 de maatschap op. Per 1 september 2014 wordt gestart met de liquidatie van de maatschap maar meneer en mevrouw worden het niet eens over de wijze waarop dit moet gebeuren.

Meneer A heeft naast de maatschap ook nog een holdingmaatschappij waarvan hij bestuurder en enig aandeelhouder is. Op 16 augustus 2016 worden mevrouw B en de maatschap gedagvaard door de holdingmaatschappij om drie bedragen, die zijn uitgeleend aan de maatschap, terug te betalen. Mevrouw B betwist het bestaan van de maatschap en de leningsovereenkomsten. Precies een jaar later, op 16 augustus 2017, veroordeelt de rechtbank de maatschap om de bedragen terug te betalen aan de holdingmaatschappij. De rechter veroordeelt mevrouw A tot betaling van de helft van de bedragen voor zover de maatschap niet aan haar betalingsverplichting voldoet.

Mevrouw B vraagt advocaat Y om haar bij te staan. Y stelt namens mevrouw B hoger beroep in tegen het vonnis van 16 augustus 2017. Op 16 november 2017 stelt advocaat Y ook hoger beroep in namens de maatschap.
Meneer A krijgt bijstand van advocaat X. Op 20 december 2017 vraagt advocaat X aan advocaat Y op welke wijze de maatschap opdracht heeft gegeven aan Y voor het instellen van een hoger beroep. Advocaat Y kan geen antwoord geven op die vraag. Advocaat X laat aan Y weten dat het Y niet is toegestaan om de maatschap bij te staan omdat meneer A, mevrouw B en de maatschap belangen hebben die botsen.
Op 11 januari 2018 laat Y aan advocaat X weten dat hij geen conflicterend belang ziet en hij zich niet genoodzaakt voelt om zicht terug te trekken.

Meneer dient klacht in tegen advocaat van zijn ex-vrouw

Meneer A dient een klacht in over advocaat Y bij de Raad van Discipline. De klacht houdt in dat Y tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hij heeft proceshandelingen verricht voor de maatschap zonder dat hij een opdracht had van de maatschap en allebei de maten. Daarnaast heeft Y tegenstrijdige belangen behartigd door zowel mevrouw B als de maatschap bij te staan.

Tuchtrechter gaat niet in op vraag wie de maatschap mag vertegenwoordigen

Bij de behandeling van de klacht gaat de Raad eerst in op de stelling dat advocaat Y zonder toestemming van de maatschap, althans allebei de maten, proceshandeling heeft verricht. Advocaat Y voert aan dat mevrouw B zelfstandig bevoegd was om de maatschap te vertegenwoordigen.
De Raad stelt dat een maatschap in beginsel vertegenwoordigd moet worden door de maten gezamenlijk. Hier zijn echter uitzonderingen op mogelijk. Of in dit geval sprake is geweest van een van deze uitzonderingen is niet een vraag die aan de Raad voorgelegd kan worden. De Raad verklaard dit onderdeel van de klacht dan ook ongegrond en verwijst de partijen door naar de civiele rechter.

Advocaat handelt tuchtrechtelijk verwijtbaar door zonder overleg hoger beroep namens maatschap in te stellen

De Raad is het met meneer A eens dat advocaat Y niet zowel de maatschap als mevrouw B mocht bijstaan. Gelet op het feit dat Y op de hoogte was van het tegenstrijdige belang dat meneer A en mevrouw B als maten van de maatschap hadden. Y stelt dat hij niet anders kon dan voor de maatschap hoger beroep in te dienen. Het vonnis van 16 augustus 2017 bevatte zowel voor de maatschap als mevrouw B een betalingsverplichting. Y stelt dat hij voor mevrouw B hoger beroep heeft ingesteld om inhoudelijk in te gaan op de betalingsverplichting. Indien er geen hoger beroep werd ingesteld namens de maatschap zou de betalingsverplichting van mevrouw B indirect via de maatschap blijven bestaan. Dit beoogde Y te voorkomen.

Hoewel de Raad van Discipline de gedachtegang van Y begrijpt overweegt zij dat dit vooraf besproken had moeten worden met meneer A. Hij was immers maat van de maatschap. Omdat Y zonder aankondiging hoger beroep heeft ingesteld namens de maatschap heeft hij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Nu vast is komen te staan dat advocaat Y tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld is de Raad van Discipline van oordeel dat een maatregel op zijn plaats is. De Raad acht de maatregel van berisping in dit geval gepast en geboden.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Raad van Discipline.

Zorgplicht Advocaten

Bent u van oordeel dat uw advocaat of de advocaat van de wederpartij tegenstrijdige belangen heeft behartigd? Neem dan hier contact op met een van de advocaten van Zorgplicht Advocaten. Onze gespecialiseerde advocaten hebben jarenlange ervaring in procedures over (beroeps)aansprakelijkheid.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jip van Vlokhoven

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant