Uitspraak: Advocaat wordt geschorst omdat hij geen loonheffing betaalde over salaris van werknemers

Verweerder heeft van een cliënt ter voldoening van declaraties een jacuzzi en zonnepanelen in ontvangst genomen. Begin 2018 is het kantoor van verweerder financieel in de problemen geraakt. In juni 2018 een bonusregeling afgesproken tussen verweerder en mrs. Van H en E. Zij waren destijds als advocaat werkzaam op verweerders kantoor. Begin 2019 bleek dat deze bonusregeling niet haalbaar was voor verweerder. Mrs. Van H en E gingen niet akkoord met een door verweerder voorgestelde oplossing.

Voorts heeft verweerder tweemaal contante betaling van cliënten in ontvangst genomen. Een voorbeeld hiervan is een contante betaling van de heer K ter hoogte van twee tot 3.000 euro. Verweerder heeft deze contante gelden vervolgens overhandigd aan mrs. Van H en E ter voldoening van bonussen.

Verweerder heeft in februari/maart 2019 vanuit zijn beheersmaatschappij gelden overgemaakt aan zijn privé-rekening. Vervolgens heeft verweerder van zijn privé-rekening een bedrag van 13.441,58 euro aan mr. Van H en een bedrag van 25.000 euro aan mr. E overgemaakt. Over de betaling van deze bonussen is geen loonheffing afgedragen.

Mr. Van H heeft omstreeks het vertrek van mr. Van der W van verweerders kantoor in de kantooradministratie 4.306,67 euro aan omzet naar zijn eigen omzet geboekt. Verweerder kwam hier achter, waarop hij deze omzet bij Van H. heeft verwijderd en bij zijn eigen omzet heeft genoteerd.

Bij het in behandeling nemen van nieuwe zaken heeft verweerders kantoor in het verleden bij een particuliere cliënt genoegen genomen met toezending van een kopie van het ID-bewijs en bij een onderneming met toezending van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Het bezwaar

Het bezwaar houdt in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld doordat hij:

  • zich schuldig heeft gemaakt aan onregelmatigheden met contante betalingen;
  • voldoening van declaraties anders dan in geld heeft aanvaard;
  • omzet van een advocaat van zijn kantoor naar zijn eigen omzet heeft geboekt zonder dat hij daar recht op had;
  • loonheffing over bonussen van het personeel niet heeft betaald;
  • werkzaamheden voor cliënten verricht en door zijn kantoorgenoten laat verrichten terwijl voorafgaand niet op de voorgeschreven manier de identiteit van de cliënten is vastgesteld.

De beoordeling

Verweerder heeft de tuchtrechtelijke verwijten grotendeels erkend.

Onderdeel 1 In het eerste onderdeel wordt verweerder verweten onrechtmatig contante betalingen te hebben aangenomen. De raad stelt dat contant betalingsverkeer zoveel mogelijk vermeden dient te worden. Wanneer wel contante betalingen worden aangenomen dient dit vooraf te zijn besproken met de deken. Verweerder heeft dit niet gedaan. Daarnaast heeft hij erkend dat hij deze contante betalingen zwart heeft uitgekeerd aan zijn werknemers. Het eerste onderdeel wordt dan ook gegrond verklaard.

Onderdeel 2 Het tweede onderdeel ziet op de ontvangst van de jacuzzi en de zonnepanelen. In gedragsregel 19 lid 2 staat dat advocaten in beginsel geen declaraties anders dan in geld mogen aanvaarden. Verweerder heeft erkend de jacuzzi en de zonnepanelen te hebben ontvangen, hierdoor heeft hij in strijd gehandeld met de gedragsregel. Van bijzondere omstandigheden die deze handelwijze rechtvaardigden is de raad niet gebleken. Ook dit onderdeel is gegrond.

Onderdeel 3 Verweerder heeft ten aanzien van het derde klachtonderdeel erkend dat hij omzet naar zichzelf heeft toegeschreven zonder dat hij hier recht op had. Hij geeft aan dit te hebben gedaan omdat de grootboekrekening van medewerker Van der W na diens vertrek van het kantoor reeds was gesloten. De raad is van oordeel dat ten gevolge van verweerders handelen geen nadeel is ontstaan. Hierdoor is het handelen niet van dien aard dat een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Het onderdeel wordt ongegrond verklaard.

Onderdeel 4 Deze loonbetalingen hebben plaatsgevonden door deze bedragen eerst van de holding van verweerder naar diens privé-rekening over te boeken en vervolgens van diens privé-rekening aan mrs. E en Van H. Hierdoor is geen loonheffing betaald over die bedragen. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Onderdeel 4 is gegrond.

Onderdeel 5 De raad is van oordeel dat verweerder zich bij aanvaarding van opdrachten onvoldoende heeft vergewist van de identiteit van de cliënt. Verweerder heeft immers erkend dat zijn kantoor in het verleden bij het in behandeling nemen van nieuwe zaken genoegen heeft genomen met toezending van een ID-bewijs of uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Aldus heeft verweerder niet op de voorgeschreven wijze vastgesteld wie de cliënten waren. Ook onderdeel 5 van het dekenbezwaar is derhalve gegrond.

De maatregel

Aan verweerder wordt de maatregel van schorsing opgelegd. Verweerder wordt voor 8 weken geschorst, waarvan 4 voorwaardelijk.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een advocaat, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een advocaat. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jamiro van de Wiel

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant