Klaagster was van 9 november 2017 tot en met 20 juli 2018 gedetineerd. Verweerster heeft mr. V gemaild dat klaagster haar heeft verzocht om haar belangen in een lopende strafzaak te behartigen en heeft verweerster hem verzocht om het dossier van die strafzaak aan haar toe te zenden. Een maand later heeft verweerster nogmaals een mail gestuurd aan mr. V met dezelfde strekking. Verweerster heeft contact opgenomen met de politie en meegedeeld dat de huissleutels van verweerster aan mevrouw M. konden worden afgegeven. Uit een proces-verbaal van politie blijkt dat M. die sleutels op 3 januari 2018 heeft opgehaald.
De klacht
Klaagster verwijt verweerster dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld doordat zij:
- de belangen van klaagster behartigd, terwijl klaagster dat nooit aan verweerster heeft verzocht.
- In de tijd dat klaagster gedetineerd was, toestemming aan de politie heeft gegeven om klaagsters huissleutels aan mevrouw M. af te geven, terwijl klaagster daarvoor geen opdracht aan verweerster had gegeven.
Het verweer
Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel heeft verweerster aangegeven dat klaagster wel degelijk had verzocht haar belangen te behartigen. Verweerster wijst daarbij naar een telefoongesprek tussen verweerster en mr. V. waarin dat wordt bevestigd. Met betrekking tot het tweede klachtonderdeel erkent verweerster dat zij in de zaak geen opdrachtbevestiging heeft gestuurd en ook de afspraak over het laten ophalen van de huissleutels niet schriftelijk heeft bevestigd.
De beoordeling
In het eerste klachtonderdeel wordt verweerster verweten dat zij voor klaagster heeft opgetreden zonder dat klaagster daar om gevraagd had. Klaagster stelt dat zij verweerster niet kent en dat zij nooit contact hebben gehad. De raad stelt vast dat verweerster tweemaal aan mr. V heeft laten weten dat klaagster haar heeft verzocht om de zaak over te nemen. Klaagster heeft enkel gesteld dat zij dit nooit aan verweerster heeft gevraagd. Verweerster heeft de stelling van klaagster gemotiveerd betwist waardoor de juistheid van de stelling van klaagster niet is komen vast te staan. Het eerste klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard.
Het tweede klachtonderdeel is daarentegen wel gegrond. Klaagster verwijt verweerster in dit klachtonderdeel dat zij aan de politie toestemming heeft gegeven om de huissleutels van klaagster aan mevrouw V. te geven, terwijl klaagster hier geen toestemming voor heeft gegeven. De raad stelt vast dat verweerster de verstrekte opdracht niet schriftelijk aan klaagster heeft bevestigd. Ook de concrete opdracht om contact op te nemen met de politie om klaagsters sleutels te laten afgeven, is niet schriftelijk vastgelegd. Nu dit niet is gebeurd en er ook verder geen bewijs is dat verweerster met toestemming van klaagster heeft gehandeld is de raad van oordeel dat verweerster niet heeft gehandeld met zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht.
De maatregel
De klacht wordt gegrond verklaard. Aan verweerster wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een advocaat, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een advocaat. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant