De zaak rondom het faillissement van Installatiebedrijf Imtech in 2015 blijft de gemoederen bezighouden. Na miljardenfraude en tuchtrechtelijke veroordelingen van accountants, zijn er recentelijk uitspraken gedaan in hoger beroep. In dit artikel lichten we de belangrijkste punten toe en leggen we uit wat deze betekenen voor de betrokken partijen en het tuchtrecht.
Het Hoger Beroep
De Accountantskamer had eerder berispingen opgelegd aan de accountant verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening 2012 van Imtech en aan de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar (OKB’er). In hoger beroep blijven deze berispingen grotendeels overeind, maar er zijn enkele belangrijke nuanceringen en veranderingen.
De controlerend Accountant
In de eerste uitspraak ging het om de tuchtklacht tegen de partner van KPMG die de controle had uitgevoerd. Hoewel de Accountantskamer sommige klachtonderdelen gegrond verklaarde, heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) enkele klachtonderdelen alsnog ongegrond verklaard. Dit betreft onder andere de afboeking van €370 miljoen door Imtech vanwege onregelmatigheden in Duitsland en Polen, waarbij de accountant voldoende controlewerkzaamheden had verricht. Ook werden verwijten met betrekking tot goodwill gegrond verklaard, maar sommige waren ten onrechte niet beoordeeld. Het CBb oordeelde dat de accountant hier wel voldoende controlewerkzaamheden had verricht.
Een derde klachtonderdeel betrof de continuïteitsveronderstelling in de geconsolideerde jaarrekening van Imtech. Hier had de accountant onvoldoende controlewerkzaamheden verricht, wat leidde tot onjuiste en misleidende informatie in de jaarrekening. De Accountantskamer en het CBb bleven het hierover eens.
Het CBb oordeelde echter dat de accountant ten onrechte geen maatregel kreeg opgelegd voor het afgeven van een goedkeurende controleverklaring bij cijfers waarvoor geen deugdelijke grondslag bestond. Hierdoor werd de berisping gehandhaafd.
De opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar (OKB’er)
De tweede uitspraak betrof de tuchtklacht tegen de OKB’er. Het CBb oordeelde dat de Accountantskamer in sommige klachtonderdelen gegrond en in andere ongegrond had verklaard. Echter, het CBb stelde vast dat de goede tuchtproces orde was geschonden in verband met vermenging van de procedure tegen de controlerend accountant, wat nadelig was voor de OKB’er.
De curatoren kregen deels gelijk in hun klacht over onvoldoende werkzaamheden met betrekking tot ‘contingent liabilities’ ter waarde van meer dan €1 miljard. Het CBb oordeelde dat het klachtonderdeel over belangrijke onderwerpen toch gegrond bleef.
De berisping voor de OKB’er werd gehandhaafd vanwege twee gegrond verklaarde klachtonderdelen, inclusief het gebrek aan documentatie van zijn werkzaamheden.
Halfjaarcijfers
De derde uitspraak betrof de halfjaarcijfers van Imtech in 2012 en de werkzaamheden van de accountant die daarover rapporteerde. De klacht dat de accountant niet had vastgesteld of een grote aanbetaling daadwerkelijk was ontvangen, werd door de Accountantskamer en het CBb als ongegrond verklaard. Dit kwam doordat het duidelijk was dat in dit rapport geen assurance zou worden verleend, en de accountant voldoende werkzaamheden had verricht.
Conclusie
De Imtech-zaak blijft een complex juridisch dossier met tuchtrechtelijke veroordelingen en nuanceringen in hoger beroep. Het CBb heeft enkele klachtonderdelen gewijzigd, maar de berispingen voor zowel de controlerend accountant als de OKB’er blijven grotendeels overeind. Deze uitspraken benadrukken het belang van zorgvuldige controlewerkzaamheden en deugdelijke documentatie in de accountancy.
Heeft u vragen over tuchtrechtelijke zaken in de financiële sector of wilt u juridisch advies? Neem dan contact op met onze gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten voor deskundig advies en ondersteuning.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant