Uitspraak: Bestuurlijke boete voor notaris

X is een notaris en is verbonden aan een notariskantoor. Het kantoor verricht diensten bij overdracht van onroerend goed en het vestigen van hypotheekrechten. Het BFT besluit naar aanleiding van signalen een onderzoek in te stellen. X is betrokken bij de levering en vestiging van een hypotheekrecht op een jachthaven en bijbehorende bedrijfswoning. Uit deze zaak is een signaal gekomen. Het kantoor wordt in 2018 op de hoogte gebracht van het onderzoek.

Uit het onderzoek is gebleken dat X niet heeft voldaan aan de monitoringsverplichting en dat ten onrechte geen verscherpt cliëntenonderzoek is uitgevoerd. In beide gevallen heeft X ook verzuimd om een melding te maken van ongebruikelijke transacties. Het BFT heeft besloten X een bestuurlijke boete van 36.000 euro op te leggen. X besluit in bezwaar te gaan. Het BFT heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Het notariskantoor is naar de bestuursrechter gestapt.

Oordeel

Het BFT stelt dat het kantoor niet-ontvankelijk is. De rechtbank volgt dit standpunt niet. De gemachtigde heeft beroep namens het kantoor ingesteld. In deze omstandigheden moet er redelijkerwijs vanuit worden gegaan dat X tegen het besluit wilde opkomen. Het beroep dat is ingediend, zal worden aangemerkt als beroep namens X.

Het BFT stelt dat X het hogere risico op witwassen had moeten onderkennen en een verscherpt cliëntenonderzoek had moeten verrichten. Er had zowel onderzoek moeten worden gedaan naar de gelden als naar de bron van de middelen. Een ongebruikelijke transactie is al voldoende om een melding te maken.

X had een verscherpt cliëntenonderzoek moeten uitvoeren. Ook had X ongebruikelijke transacties moeten melden. Door dit niet te doen heeft X diverse bepalingen uit de Wwft geschonden. Het is niet van belang dat het gaat om mogelijke toekomstige geldstromen of dat een doorverkoop van het pand vóór voormelde datum niet heeft plaatsgevonden. Ook is het niet van belang dat de winstdelingsregeling is opgenomen in een notariële akte. Daarom wordt aan X een bestuurlijke boete opgelegd. Dat geen witwaspraktijken hebben plaatsgevonden betekent niet dat X geen verplichting had de ongebruikelijke transacties te melden.

De hoogte van de boete is als volgt berekend. Er is volgens het BFT sprake van ernstige en verwijtbare overtredingen die onder ‘meldplicht categorie’ 3 vallen (grove nalatigheid). De boete is in een dergelijk geval 3% van de omzet. Omdat het kantoor twee notarissen kent, is de helft van de omzet genomen. Dit komt neer op een boete van 36.000 euro. X had kunnen en behoren te weten wat er aanleiding was om de transacties te melden. Het beroep is ongegrond.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft een vraag over de rol van uw of een andere notaris, neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant