Uitspraak: Betrokkenen werken niet mee aan kantoortoetsing NBA en krijgen tuchtrechtelijke maatregel opgelegd.

De NBA heeft een aanvullende kantoortoetsing gehouden bij het accountantskantoor waar betrokkenen werkzaam zijn. De betrokkenen hebben tijdens deze kantoortoetsing onjuiste verklaringen afgelegd tegenover de NBA. De onjuiste verklaringen hebben betrekking tot een voor de toetsing geselecteerd dossier. Ook hebben ze geweigerd om de NBA inzage te geven in een beoordelingsdossier.

Kantoortoetsing van de NBA

Een accountant-administratieconsulent (betrokkene 1) en een registeraccountant (betrokkene 2) zijn verbonden aan hetzelfde accountantskantoor. Er heeft binnen het accountskantoor in 2014 een eerste reguliere kantoortoetsing plaatsgevonden. Deze toetsing vond plaatst aangezien het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van het accountantskantoor verbetering behoefde en in opzet en/of werking op belangrijke onderdelen niet voldeed aan het bepaalde in de Wet op de accountantsberoep. Om deze reden is het accountantskantoor in de gelegenheid gesteld om een verbeterplan in te dienen. Dit verbeterplan is ingediend door het accountantskantoor en is goedgekeurd door de raad voor toezicht van de NBA. In 2017 heeft er een hertoetsing plaatsgevonden. Bij deze toetsing is het eindoordeel ‘’voldoet niet’’. Er is toen afgesproken met het accountantskantoor dat er geen tuchtklacht zou worden ingediend, maar dat er een vervroegde reguliere toetsing zou plaatsvinden. In 2019 heeft de vervroegde reguliere toetsing plaatsgevonden. Het eindoordeel luidde dat er op belangrijke onderdelen niet voldaan werd. Er is toen besloten dat er een aanvullende toetsing plaats zou vinden in juni 2020.

Aanvullende kantoortoetsing

Er zijn tijdens de aanvullende toetsing in juni 2020 samensteldossiers getoetst, waarbij er drie voldoende en een onvoldoende uitkwamen. Ook wilde de NBA een beoordelingsopdracht van betrokkene 2 toetsen. Betrokkene 2 verklaarde dat de beoordelingsopdracht nog niet compleet was, waardoor er is afgesproken dat het accountantskantoor nogmaals bezocht zou worden om een beoordelingsopdracht te toetsen. Er heeft toen een tweede bezoek plaatsgevonden in juli 2020. Tijdens dit bezoek is gebleken dat de voor toetsing geselecteerde beoordelingsopdracht van betrokkene 2 al in mei 2020 was afgerond. Een beoordelingsverklaring was namelijk al afgegeven en het dossier was op 10 juni 2020 al gesloten. Er is toen ook gebleken dat het beoordelingsdossier door betrokkene 2, na aankondiging van toetsing, heropend en gemuteerd is. Als een opdrachtdossier eenmaal is afgesloten, mogen daarin in beginsel geen administratieve werkzaamheden meer worden verricht. Ook niet als de termijn van twee maanden na afgifte van de verklaring nog niet is verstreken.

De NBA heeft dezelfde dag inzage in het dossier van een beoordelingsopdracht van betrokkene 1 verzocht. Betrokkene 1 gaf hierbij aan dat het dossier nog onderhanden was en hij daarin nog geen beoordelingsverklaring had afgegeven. Zowel betrokkene 1 als betrokkene 2 hebben de NBA toegang tot het dossier geweigerd. De toetsing is daarna gestaakt. De NBA heeft geconstateerd dat in het beoordelingsdossier van betrokkene 1 op 29 juli 2020 al wel een beoordelingsverklaring was afgegeven. Er blijkt namelijk uit het Handelsregister dat de jaarrekening van het bedrijf op 29 april 2020 was vastgesteld en op 30 april 2020 gedeponeerd was. Betrokkenen zijn hiermee geconfronteerd en hebben erkend dat de beoordelingsopdracht tijdens het tweede bezoek in 2020 al gereed was. Op 4 augustus is een concepttoetsingsverslag aan betrokkenen toegezonden en op 22 september 2020 is het definitieve toetsingsverslag aan het accountantskantoor verzonden en is het formulier ‘’klachtwaardig handelen’ opgemaakt door de NBA. Op 8 januari 2021 heeft de raad voor toezicht van de NBA medegedeeld dat het eindoordeel van de aanvullende toetsing ‘’voldoet niet’’ is.

De klacht tegenover betrokkenen

Op 14 januari 2021 heeft het bestuur van de NBA aangekondigd dat een tuchtklacht tegen betrokkenen zou worden ingediend. Er wordt de betrokkenen verweten dat zij gehandeld hebben in strijd met de voor hen geldende gedrags- en beroepsregels. Er wordt hen verweten dat zij onjuiste verklaringen hebben afgelegd, dat zij geweigerd hebben om inzage te gegeven in een beoordelingsdossier en dat betrokkene 2 wijzigingen heeft aangebracht in een reeds afgesloten beoordelingsdossier, nadat dat dossier voor toetsing was geselecteerd.

De Accountantskamer oordeelt dat de betrokkenen niet eerlijk en oprecht hebben gehandeld, wat in strijd is met het fundamentele beginsel van integriteit. Zij hebben namelijk onjuiste verklaringen afgelegd over de beoordelingsdossiers die de NBA in verband met de kantoortoetsing wilde toetsen dan wel wenste in te zien. Het feit dat betrokkenen naar voren brengen dat zij in de veronderstelling verkeerde dat het dossier nog niet was afgesloten, omdat het zestigdagentermijn nog niet was verstreken en dat het dossier feitelijk nog niet afgerond was, aangezien er nog geen verklaring was bij de jaarrekeningen van de twee individuele dochterbedrijven, leiden niet tot een ander oordeel. Ook oordeelt de Accountantskamer dat de betrokkenen in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit hebben gehandeld doordat zij het toetsingsproces hebben gefrustreerd. Dit omdat zij hebben geweigerd om de NBA toegang te geven tot het dossier van de beoordelingsopdracht van betrokkene 1. De betrokkenen hebben dit niet weergesproken. Tot slot oordeelt de Accountantskamer dat betrokkene 2 niet integer heeft gehandeld doordat hij wijzigingen of stukken heeft toegevoegd aan een afgesloten, voor toetsing geselecteerd, dossier. Daarnaast heeft hij deze wijzigingen of toevoegingen niet aan de NBA gemeld. Het feit dat betrokkene 2 de wijzigingen allemaal heeft gelogd en dat hij, naar eigen zeggen, enkel het dossier heeft willen ordenen, leidt niet tot een ander oordeel. De klacht wordt gedeeltelijke gegrond verklaard, doordat er niet goed kan worden afgeleid uit het overgelegde mutatieoverzicht van de NBA, welke wijzigingen of toevoegingen er zijn gemaakt.

De maatregel van de Accountantskamer

Er wordt gegrond verklaard dat betrokkenen onjuiste verklaringen hebben afgelegd en dat zij hebben geweigerd inzage te geven in een beoordelingsdossier worden. De klacht dat betrokkene 2 wijzigingen heeft aangebracht in een reeds afgesloten beoordelingsdossier, nadat het dossier voor toetsing was geselecteerd, wordt gedeeltelijke gegrond verklaard. Er kan dus een tuchtrechtelijke maatregel worden opgelegd.

Beide betrokkenen hebben het fundamentele beginsel van integriteit geschonden door in het kader van de kantoortoetsing onjuiste verklaringen af te leggen en inzage in een dossier te weigeren. Voor betrokkene 1 is de maatregel van berisping hierbij passend en geboden. Voor betrokkene 2 is er ook meegewogen dat hij wijzigingen heeft aangebracht in een dossier, nadat het dossier voor toetsing was geselecteerd. Voor betrokkene 2 is de maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van de accountant in registers voor de duur van een maand passend en geboden.

Lees hier de volledige uitspraak van de Accountantskamer.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant