Uitspraak: Boete gematigd wegens overschrijden termijn

Accountantsorganisatie X heeft een vergunning voor het verrichten van wettelijke controles. Aan accountantsorganisatie X heeft de AFM een boete opgelegd van 900.000 euro. De boete is opgelegd wegens het onvoldoende waarborgen van een integere bedrijfsvoering. X heeft namelijk volgens de AFM de integriteitsrisico’s onvoldoende in kaart gebracht, geborgd en ervaringen gedeeld. Naar aanleiding van incidenten heeft X ook onvoldoende maatregelen getroffen. X is in bezwaar gegaan tegen het boetebesluit, maar dit bezwaar is door de AFM ongegrond verklaard.

Beoordeling rechtbank

De rechtbank overweegt dat de AFM aan haar standpunt ten grondslag legt dat de inrichting van X tekort schoot om incidenten te kunnen voorkomen. De rechtbank is het eens met het feit dat voor de uitleg van artikel 21 Wta aansluiting wordt gezocht bij de wetsgeschiedenis van de artikelen 4:14 en 4:15 Wft. De rechtbank is het niet eens met de stelling van X dat verklaringen onder dwang zijn afgelegd en geen cautie is verleend. De rechtspraak die X aanhaalt gaat niet op voor het horen van werknemers van een rechtspersoon.

Wel wordt X in het gelijk gesteld met betrekking tot enkele in het boetebesluit geciteerde passages. Uit de gespreksverslagen blijkt onvoldoende wat werknemers en bestuurders individueel hebben verklaard. De rechtbank oordeelt dat wilsafhankelijk materiaal mag worden afgedwongen in het kader van toezichtsdoeleinden. In geval het gaat om materiaal wat verband kan houden met een “criminal charge”, moet rekening worden gehouden met het feit dat de verstrekker het recht heeft om niet mee te werken aan zelfincriminatie.

De rechtbank is van mening dat de inlichtingenvordering van 15 september 2016 met dwang is uitgevoerd. Voor zover deze wilsafhankelijk materiaal zou betreffen, had de AFM de vordering moeten clausuleren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de inlichtingenvordering van 15 september 2016 ten onrechte geen restrictie bevatte en dat het betoog van X wat betreft het uitsluiten van bewijs slaagt ten aanzien van enkele passages in het boetebesluit.

De rechtbank oordeelt dat een matiging van de boete moet plaatsvinden. Dit houdt verband met de overschrijding van de op grond van art. 5:51 lid 1 Awb geldende termijn. Het beroep wordt gegrond verklaard. Het bestreden besluit wordt vernietigd. De boete wordt vastgesteld op 855.000 euro.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant