De accountantskamer heeft ten onrechte geconcludeerd dat appellant in de samenstellingsverklaring niet duidelijk heeft vermeld op welke grondslag de jaarrekening was gebaseerd. De maatregel wordt verzacht.
Appellant is als accountant-administratieconsulent. Hij werd in augustus 2019 berispt door de tuchtrechter, onder meer omdat hij een verklaring over de getrouwheid afgaf bij een samenstelopdracht zonder assurancewerkzaamheden te verrichten.
Appellant was sinds 2015 de tekenend accountant van een stichting woonbelangen. Er ontstond op enig moment een geschil tussen het bestuur van de stichting en een van de grondeigenaren over de verkoop van kavels en dat leidde tot een klacht bij de Accountantskamer. De AA had volgens de Accountantskamer in zijn samenstellingsverklaring geen rapport mogen uitbrengen omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Dat had hij moeten overlaten aan een door het bestuur in te schakelen RA, zoals in de statuten staat vermeld.
De beoordeling van het college
Het College is net als de Accountantskamer van oordeel dat appellant het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder d, van de VGBA niet voldoende in acht heeft genomen. Wat er ook zij van de interpretatie van artikel 10, tweede lid, van de statuten, het was voor appellant duidelijk dat hij van het bestuur van de Stichting de opdracht had gekregen de jaarrekening samen te stellen. Door zijn rapportage in paragraaf 3.1 te omschrijven als een ‘rapport omtrent de getrouwheid van de jaarrekening’ en vervolgens als een rapport omtrent de getrouwheid van de jaarrekening dat in overeenstemming met de statuten van de Stichting is uitgebracht, heeft appellant in de samenstellingsverklaring bewoordingen gebruikt die zich niet verhouden tot de normen die in NVCOS 4410 zijn gesteld.
Het beroep van appellant slaagt echter gedeeltelijk. De overweging van de Accountantskamer dat appellant de door haar geciteerde facultatieve tekst uit de voorbeeldverklaring, behorende bij NVCOS 4410, in zijn samenstellingsverklaring had moeten opnemen om het voornoemde aan derden, waaronder de deelnemers van de stichting, duidelijk te maken, valt buiten de reikwijdte van het klachtonderdeel, zo oordeelt het College. Ook is naar het oordeel van het College ten onrechte geoordeeld dat de AA had moeten vermelden volgens welk stelsel van financiële verslaggeving hij de jaarrekening heeft opgesteld.
Het College komt, gelet op voorgaande overwegingen, tot de conclusie dat de onzorgvuldigheid van appellant in de specifieke omstandigheden van het geval niet als zodanig ernstig dat de maatregel van waarschuwing niet als passend en geboden kan worden beschouwd.’
De beslissing
Het College van Beroep verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond. Aan betrokkene wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een makelaar, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van de makelaar. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant