De deken van de Orde van Advocaten heeft ambtshalve bezwaar ingediend over verweerder. Medio 2018 stond verweerder in een strafzaak een verdachte bij die was aangehouden op verdenking van bedreiging met een vuurwapen. De man die door de politie als slachtoffer werd aangemerkt, was een voormalig student-stagiair van verweerder. Verweerder heeft op 20 juli 2018 telefonisch contact met deze man gezocht, diezelfde dag een afspraak met hem gemaakt en hem vervolgens in Leiden gesproken. In diezelfde maand heeft verweerder zich tot de deken gewend met de mededeling dat hij in een strafzaak een betrokkene, die door de politie werd aangemerkt als getuige, had benaderd en dat de politie meende dat hij had getracht die getuige te beïnvloeden.
Verweerder is hierna ook vervolgd en veroordeeld op grond van artikel 285a van het wetboek van strafrecht. Verweerder heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Het bezwaar
De deken verwijt verweerder dat hij doordat hij in een strafzaak waarin hij als advocaat voor de verdachte optrad degene die werd aangemerkt als verdachte heeft benaderd, de kernwaarden integriteit en vertrouwelijkheid heeft geschonden.
De beoordeling
Verweerder erkent dat hij voor zover het betreft het benaderen van een getuige, de hem verweten handelwijze en de ongeoorloofdheid ervan daarvan heeft erkend. De gegrondheid van het dekenbezwaar is daardoor gegeven. Verweerder vindt alleen het verwijt dat hij zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden niet terecht. Zijn cliënt had namelijk geen bezwaar tegen het contact leggen met de getuige, hij heeft ook geen klacht ingediend. De raad gaat hier niet in mee. In de uitspraak van de rechtbank zou blijken dat de verdachte hier wel bezwaar tegen had. Het dekenbezwaar is dan ook gegrond.
De maatregel
Verweerder heeft aangegeven dat bij een gegrondverklaring de oplegging van een waarschuwing zou volstaan. Hij heeft een schoon tuchtrechtelijk verleden en had geen kwade bedoelingen. Verweerder verwijst voor wat betreft de op te leggen maatregel tevens naar de beslissing van de raad van 14 april 2020 (ECLI:NL:TADRSGR:2020:82). Naar het oordeel van de raad gaat een vergelijking met deze zaak echter niet op. Het betrof in deze zaak het advies van een advocaat aan een getuige (die ook advocaat was) zich desnoods ziek te melden om niet op het getuigenverhoor in een civiele procedure te hoeven verschijnen. In de onderhavige kwestie was de getuige echter een mogelijk slachtoffer van een bedreiging met een vuurwapen door de cliënt van verweerder. Bovendien heeft het Hof van Discipline in de door verweerder aangehaalde zaak op 7 september 2020 de maatregel verzwaard en een berisping opgelegd (ECLI:NL:TAHVD:2020:183). Gelet hierop kan volgens de raad niet worden volstaan met een waarschuwing. De raad acht de maatregel van berisping wel op zijn plaats.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een advocaat, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een advocaat. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant