Uitspraak: Geen strijdigheden met het ne bis in idem-beginsel, maar wel met de behoorlijke (tucht)procesorde

Betrokkenen (Y1 t/m Y4) zijn als registeraccountant ingeschreven in de daartoe bestemde registers. Klager is voor gemeente1 werkzaam geweest. Per 2008 is de aanstelling in twee aanstellingen omgezet. In 2011 zijn de aanstellingen van klager vervroegd beëindigd. Klager was onder meer budgethouder voor diverse projecten. Klager was ook AKO-kernteamlid bij A voor een van de aanstellingen. Daarvoor heeft hij een AKO Budget aangevraagd en verkregen. Klager was bevoegd facturen goed te keuren die ten laste van het project werden gebracht. Facturen die zien op klager zelf zijn uitgezonderd.

Klager was naast (indirect) bestuurder van BV1 ook de enig aandeelhouder. Klager heeft bedragen in rekening gebracht bij ondernemingen die deze bedragen vervolgens hebben doorbelast aan A en SoZaWe. Klager heeft deze facturen ter betaling afgetekend en goedgekeurd. De facturen zijn uitbetaald ten laste van de budgetten waarover klager als budgethouder de beschikking had.

De directie van SoZaWe heeft het accountantskantoor eind 2013 een opdracht gegeven. Het betrof het doen van een onderzoek naar de feitelijke gang van zaken en mogelijke onregelmatigheden in relatie tot klager en aan hem gelieerde rechtspersonen. Betrokkenen zijn allen betrokken geweest bij deze opdracht.

Accountantskantoor heeft klager in het kader van het onderzoek vragen gesteld. Deze zijn door klager beantwoord. Later is een conceptrapport uitgebracht, waarop klager heeft gereageerd. Nadien is nogmaals een concept uitgebracht en uiteindelijk het definitieve rapport. In het rapport zijn een aantal bedragen geïdentificeerd die direct of indirect zijn doorbelast aan A en SoZaWe. De op de facturen vermelde prestatie is niet geleverd. Door inzet van derde was het niet zichtbaar dat de geldstroom naar klager liep. Klager heeft hierin geen transparantie geboden.

Klager heeft tegen betrokkenen een klacht ingediend tegen het uitgevoerde onderzoek. De klacht zag op het ontbreken van oog voor waarheidsvinding, het onvoldoende toepassen van hoor en wederhoor en het niet ter beschikking stellen van stukken aan klager. De klacht is ongegrond verklaard.

Een jaar later heeft klager opnieuw een klacht ingediend tegen betrokkenen (met uitzondering van Y2). Deze klacht ziet wederom op het uitgebrachte rapport. De klacht is niet-ontvankelijk verklaard wegens verloop van het driejaarstermijn.

De klacht

Betrokkenen zouden hebben gehandeld in strijd met gedrags- en beroepsregels. Daaraan liggende de volgende verwijten ten grondslag:

  • Het onderzoek over klager en A ligt niet vast in een opdrachtformulering die aan klager kenbaar is gemaakt;
  • Het onderzoek mist een deugdelijke grondslag nu het een feitenonderzoek is dat geen ruimte biedt voor conclusies. Ook is niet duidelijk aan welke richtlijnen is getoetst;
  • De advocaat van betrokkenen heeft ter zitting niet de waarheid gesproken toen zij verklaarde alle verslagen van het regionaal overleg jeugdwerkloosheid te hebben gezien en de opmerking van klager daarin niet te hebben gezien;
  • Betrokkene 4 heeft ter zitting op 3 april 2017 niet de waarheid gesproken toen hij verklaarde niet de beschikking te hebben over de vaststellingsovereenkomst en de andere betrokkenen hebben hem niet gecorrigeerd;
  • Betrokkenen hebben in hun verweerschrift een onwaarheden opgenomen;
  • Betrokkenen zijn voorbij gegaan aan het feit dat klager niet alle facturen heeft geaccordeerd en dat de facturen mede door anderen zijn geaccordeerd;
  • Betrokkenen hebben geen aandacht besteed aan ontlastende informatie;
  • Betrokkene 3 heeft ter zitting op 3 april 2017 niet de waarheid gesproken toen zij verklaarde dat klager haar inzage in de administratie heeft geweigerd en de andere betrokkenen hebben haar niet gecorrigeerd;
  • Betrokkenen hadden het onderzoek moeten staken toen bleek dat geen documentatie over mandaten en bevoegdheden van budgethouders kon worden geleverd;
  • In het rapport is een dusdanige opbouw en structuur gekozen dat niet de feiten, maar het oordeel van het accountantskantoor centraal staat;
  • Betrokkenen hebben de opdracht ten onrechte aangenomen en voortgezet toen bleek dat de opdrachtgever tussentijds op de hoogte gesteld wilde worden teneinde maatregelen te kunnen nemen tegen klager;
  • Betrokkenen hebben gehandeld in strijd met de afspraak door hun conceptbevindingen niet eerst aan klager voor te leggen.

De gronden van beslissing

De registeraccountant is bij beroepsmatig handelen onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten. Hierbij moet worden gekeken naar de geldende Verordening gedragscode (RA’s) in die betreffende periode. In een tuchtprocedure is het aan de klager om feiten en omstandigheden te stellen en aannemelijk te maken.

Betrokkenen voeren aan dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De behandeling zou een strijdigheid kunnen opleveren met het ne bis in idem-beginsel dan wel de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure in het algemeen. Betrokkenen hebben de klachtonderdelen dan ook in twee categorieën onderscheiden.

Categorie 1 valt inderdaad onder de strijdigheid met een behoorlijke (tucht)procesorde. Van strijdigheid met het ne bis in idem-beginsel kan nog geen sprake zijn, nu nog geen onherroepelijke eindbeslissing is gewezen. De klachten zijn in de kern sterk verweven met een eerdere klacht. Het zou in strijd zijn met de beginselen van een behoorlijke procesorde als dat debat weer wordt geopend en opnieuw wordt geklaagd over hetzelfde feitencomplex. Zeker gezien het feit dat nog een uitgebreide appelprocedure loopt. De kamer heeft per klachtonderdeel beoordeeld of klager niet-ontvankelijk dan wel de klacht ongegrond dient te worden verklaard.

Vervolgens bespreekt de kamer categorie 2. Van bewust onjuiste of misleidende standpunten kan volgens de kamer geen sprake zijn. Wanneer de accountant wordt bijgestaan door een advocaat zijn de formulering van de advocaat niet zonder meer toe te rekenen aan de accountant, ook niet in geval van feitelijke onjuistheden. Er zijn wel enkele uitzonderingen denkbaar.

De klacht wordt deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond verklaard.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zorgplicht advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jamiro van de Wiel

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant