Bij dit publicatietermijn zijn de aandeelhouders in de BV ook de bestuurders. Als een accountant een opdracht krijgt voor het opstellen en deponeren van jaarrekeningen van een rechtspersoon, dan wordt er van hem verwacht dat hij deze jaarrekeningen ook tijdig zal opmaken en zal bewerkstelligen dat deze vervolgens tijdig worden gepubliceerd. Hierover kan verwarring ontstaan. Wij voorbeeld wanneer de jaarrekening tijdig is gepubliceerd.
Rechtshandeling
Het opmaak besluit is een rechtshandeling. Jaarrekening wordt opgemaakt wanneer het bestuur vaststelt dat een door of voor het bestuur opgesteld document een opgemaakte jaarrekening is. Dat er een jaarrekening is opgemaakt blijkt uit de notulen van de desbetreffende vergaderingen. Deze verplichting (het opmaken van jaarrekeningen) houdt niet alleen in dat de jaarrekening moet worden opgemaakt, maar ook dat deze binnen de daarvoor geldende termijnen moet worden opgemaakt.
Zodra de jaarrekening is opgesteld, moet deze worden ondertekend door de bestuurders, indien vereist door wet- of regelgeving. De handtekening is echter geen onderdeel van de uitwerking. In ieder geval wordt de opgemaakte jaarrekening op de zetel van de vennootschap ingezien, zodat iedereen die bevoegd is de vergadering te houden inzage kan krijgen in de opgemaakte jaarrekening en een afschrift kan krijgen.
Functie
De functie van de ondertekening van de jaarrekening is dan ook om te verklaren dat de raad van bestuur instemt met de inhoud van de jaarrekening, wat zelf een afzonderlijke rechtshandeling is. Als de jaarrekening eenmaal is goedgekeurd door de bestuurders, is het moeilijk om te beweren dat ze ook niet zijn opgesteld, maar de kaarten zijn anders als ze andersom zijn.
Een jaarverslag kan worden opgemaakt zonder de handtekening van de raad van bestuur. Hoewel de hierboven geciteerde tekst van de website van de Kamer van Koophandel een verplichting voor bestuurders lijkt te impliceren om de jaarrekening te ondertekenen, staat de wet een bepaalde termijn van tien maanden (d.w.z. vijf maanden) niet toe, verlengd met nog eens 5 maanden.
Aanleiding
De vraag voor duidelijkheid is ontstaan toen een accountant op 24 november 2017 een opdracht tot het samenstellen van de jaarrekening van een BV met ingang van het boekjaar 2016 had aanvaard.Hij zou ook de deponering van de jaarrekening verzorgen. Uiteindelijk werd 19 dagen na het einde van de 12 maanden termijn (als bedoeld in artikel 2:394 BW) gedeponeerd, en ging de betreffende BV vervolgens failliet.
De curator stelde de bestuurder (tevens de aandeelhouder van de BV), aansprakelijk voor het tekort in het faillissement op grond van de overschrijding van de deponeringstermijn. De bestuurder/aandeelhouder trof een schikking met de curator en stelde de accountant vervolgens aansprakelijk, omdat deze de overeengekomen deponering van de jaarrekening niet tijdig werd uitgevoerd.
Discussie termijn openbaarmaking
De discussie die ontstond had betrekking op de vraag wat nu de uiterste termijn voor openbaarmaking van de jaarrekening van een BV is. Tevens rees de vraag van wie het bestuur wordt gevormd door de aandeelhouder. De accountant stelde zich op het standpunt dat uit artikel 2:394 lid 1 BW volgt – indien deze bepaling wordt gelezen in samenhang met artikel 2:210 BW – dat de BV uiterlijk 8 november 2017 de jaarrekening openbaar had moeten maken, zoals ook is te lezen op de website van de KvK. De gedachte daarachter is dat als, zoals in dit geval, de enige bestuurder tevens alle aandelen houdt, de jaarrekening uiterlijk binnen 10 maanden moet zijn ondertekend, en dan geldt de ondertekening meteen als vaststelling.
De vastgestelde jaarrekening moet vervolgens op grond van artikel 2:394 lid 1 BW acht dagen later zijn gedeponeerd, en dus is de uiterste publicatiedatum 8 november. Het verweer van de accountant kwam er daarom op neer dat, toen hij op 24 november 2016 de opdracht kreeg tot deponeren van de jaarrekening, de termijn voor deponering al was verstreken en dat hij om die reden niet aansprakelijk was.
De discussie die ontstaat is of de wetgever nu werkelijk in artikel 2:210 BW, waarin het opmaken van de jaarrekening van een BV is geregeld, een regeling heeft getroffen op grond waarvan de jaarrekening uiterlijk binnen de opmaaktermijn van 10 maanden zou moeten zijn ondertekend. Of wordt hier ten onrechte het opmaken van de jaarrekening verward met de verplichting tot ondertekening van de jaarrekening.
Lees het gehele artikel van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch op 13 september 2022.
Beoordeling
Het kan ook nadat de deadline voor het opmaken van de jaarrekening is verstreken, omdat de wetgever geen deadline voor ondertekening heeft gesteld. Bijgevolg luidt artikel 2 als volgt: Specifieke termijnen voor het opmaken van jaarrekeningen van rechtspersonen onderworpen aan artikel 210, eerste lid, artikel 2 van het Burgerlijk Wetboek: 210 Artikel 5 BW is niet de termijn waarbinnen de jaarrekening ondertekend (en/of goedgekeurd) moet zijn.
Uit deze uitspraak van het Gerechtshof te s Hertogenbosch kan worden afgeleid dat de deadline voor publicatie van de jaarrekening 2016 was verstreken toen BV de accountant vroeg om de jaarrekening op te stellen en in te dienen. Hiervoor geldt, net als bij andere ‘gewone’ BV’s, de uiterste publicatiedatum van 12 maanden na het verstrijken van het boekjaar. Het is voor het eerst dat een hogere rechter zich over deze materie uitspreekt, en deze uitspraak is in lijn met de heersende leer in de literatuur op dit moment.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant