Uitspraak: Jaarstukken zijn onbruikbaar tijdens beslechten van geschil, oordeelt Hof

De jaarstukken van een VOF, die door een accountantskantoor werden samengesteld, zijn niet bruikbaar bij het beslechten van een geschil tussen vennoten over de stand van een kapitaalrekening. Het hof schuift de jaarstukken terzijde.

Het procesverloop

Appellant was een vennoot in een VOF en voerde onder meer de administratie van de VOF. Op 7 oktober 2017 is appellant uitgetreden als vennoot onder voortzetting van de VOF door de overige vennoten. Tussen partijen is een geschil gerezen over de vraag wat de stand van de (negatieve) kapitaalrekening van appellant in de VOF is. In het kader van een procedure bij de rechtbank Noord-Nederland is tussen partijen een vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen op grond waarvan een accountant zou worden benoemd met als opdracht het opstellen van de jaarstukken 2016 en 2017.

Deze accountant heeft de stand van de kapitaalrekening van appellant per 31 december 2017 bepaald op negatief € 294.410,-. Volgens de VOF is appellant daaraan gebonden. Appellant kan zich met de vaststelling van dit bedrag niet verenigen en bestrijdt de genoemde negatieve stand van de kapitaalrekening naar totstandkoming en naar inhoud.

De beoordeling van de rechtbank

In eerste aanleg bij de rechtbank heeft de VOF gevorderd:

– primair: veroordeling van appellant tot betaling van € 294.410,- met rente;

– subsidiair: een verklaring voor recht dat appellant tekort geschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen jegens de VOF waardoor hij schadeplichtig is voor een bedrag van € 294.410,- met veroordeling van appellant tot betaling van dat bedrag met rente;

– meer subsidiair: een verklaring voor recht dat appellantonrechtmatig heeft gehandeld jegens de VOF waarvoor hij schadeplichtig is voor een bedrag van € 294.410,- met veroordeling van appellant tot betaling van dat bedrag met rente;

– in alle gevallen met veroordeling van appellant tot vergoeding van de beslagkosten € 3.345,02, de redelijke kosten tot vaststelling van schade (€ 3.750,-), alsmede buitengerechtelijke kosten (€ 3.928,93,-) en de proceskosten met rente en nakosten.

De rechtbank heeft de vordering op de primaire grondslag toegewezen voor het volledige bedrag van € 294.410,-, vermeerderd met wettelijke rente alsmede de proceskosten, de beslagkosten en de nakosten. De gevorderde kosten tot vaststelling van de schade en de buitengerechtelijke kosten heeft de rechtbank afgewezen.

De beoordeling van het hof

In de procedure bij het hof gaat het erom of de vennoot, zoals de VOF stelt, is gebonden aan de in de rapportage van de accountant vastgestelde negatieve stand van zijn kapitaalrekening per 31 december 2017.

Inhoud van de overeenkomst

De stand van de kapitaalrekening dient, overeenkomstig het vennootschapscontract, te worden vastgesteld in de vergadering van vennoten. De vraag is of de vaststellingsovereenkomst daarop een inbreuk vormt. Voor het antwoord op die vraag zijn de volgende omstandigheden van belang. Inzet van de kort geding procedure, in het kader waarvan de vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen, was niet de vaststelling van een bepaald bedrag van de kapitaalrekening maar het verkrijgen van daartoe noodzakelijke gegevens. Het geschil waarvan beëindiging werd verzocht was dan ook niet het vaststellen van de stand van de kapitaalrekening van de uitgetreden vennoot maar het verkrijgen van de daartoe vereiste stukken zodat een accountant daarmee aan het werk kon en op basis daarvan de jaarstukken 2016 en 2017 zou vaststellen. Daarin zouden dan mede de kapitaalrekeningen van de vennoten worden vastgesteld.

De uitgetreden vennoot zou de stukken ter beschikking stellen aan een daartoe aan te wijzen accountant. Voor de afgifte van die stukken en de persoon aan wie afgifte diende plaats te vinden hebben partijen een regeling getroffen. De overeenkomst rept niet over een binding van partijen aan een door de accountant gemaakte vaststelling. De tekst van de vaststellingsovereenkomst past daarmee eerder en beter bij een niet bindende werking voor wat betreft de in de jaarrekeningen op te nemen stand van de kapitaalrekening en dus bij het standpunt van de uitgetreden vennoot daarover.

De totstandkoming van de jaarstukken

Ten tweede is van belang de wijze waarop deze jaarstukken tot stand zijn gekomen. In het bijzonder gaat het daarbij om de omstandigheid dat de door de uitgetreden vennoot aangereikte stukken mede een grootboekadministratie omvatte. De vennoot heeft ter zitting, en dat is door de VOF niet weersproken, aangevoerd dat de posten die door de accountant zijn aangemerkt als privé-onttrekkingen door de vennoot, door laatstgenoemde in de grootboekadministratie niet waren geboekt als privé-onttrekkingen. Dat is opmerkelijk daar de accountant zich erop beroept dat door hem uitsluitend een samenstellingsopdracht is aanvaard zodat een aanpassing van de kwalificatie van de daarbij aangereikte posten niet voor de hand lag. Het had op zijn minst voor de accountant aanleiding moeten zijn om deze kwalificering met de betrokken vennoten, in het bijzonder met de uitgetreden vennoot, te bespreken. De uitgetreden vennoot heeft echter, door de VOF onweersproken, gesteld dat de accountant daarover niet met hem van gedachten heeft gewisseld en daartoe desgevraagd ook niet bereid was. Voor overleg hierover met de betrokken vennoten was te meer aanleiding vanwege de omstandigheid dat sprake was van een gerechtelijke procedure tussen de vennoten zodat hoor en wederhoor in de rede had gelegen.

Zeer groot verschil in vastgestelde negatieve kapitaalrekening

Ten derde is van belang dat de vaststelling door de accountant van de kapitaalrekening 2016 van de uitgetreden vennoot een zeer groot verschil vertoont met de door de oorspronkelijke accountant van de VOF vastgestelde kapitaalrekening, zonder dat het rapport van de accountant daarin veel inzicht geeft of daarvoor een sluitende verklaring geeft.

De beslissing van het hof

Het hof is van oordeel dat appellant niet is gebonden aan de door de beoordeling door de accountant. Zowel gezien de inhoud van de overeenkomst, als de wijze waarop de accountant bij het tot stand brengen van de genoemde jaarstukken te werk is gegaan. Ook de omstandigheid dat de door de account vastgestelde negatieve kapitaalrekening een zeer groot verschil vertoont met een door appellant ingebrachte expertise oordeelt het hof van belang. Het hof concludeert dat er behoefte is aan een door het hof zelf te benoemen deskundige (een registeraccountant) die opnieuw de jaarstukken 2016 en 2017 zal opstellen.

Hier kunt u de gehele uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden lezen.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant