Uitspraak: Klaagster maakt gronden verwijt tegen accountant onvoldoende duidelijk

Y (hierna: betrokkene) is ingeschreven als registeraccount in het daarvoor bestemde register. BV1 heeft aandelen van BV2. BV2 is een hotel, BV3 is een restaurant. Deze laatste is failliet verklaard.

Klaagster verhuurt het pand waarin het restaurant was gevestigd sinds 25 januari 2008. Eind 2012 heeft BV1 een openstaande huurschuld van 77.000 euro openstaan. In 2013 is deze met 40.000 euro toegenomen.

BV1 heeft meerdere aandeelhouders. BV4 heeft 70,8 %, BV5 voor 20,35% en mevrouw D 8.85%. BV4 heeft slechts één aandeelhouder, de heer E. Ook is de heer E. bestuurder van BV1.

In 2013 of 2014 heeft het bestuur van BV1 een pachtovereenkomst omgezet in een huurovereenkomst. Dit resulteerde in een positieve bijdrage van 200.000 euro voor BV2.

Besluit naar aanleiding van aandeelhoudersvergadering

Op 19 juni 2014 en 1 juli 2014 hebben aandeelhoudersvergaderingen plaatsgevonden. Daarbij is besloten om tot dividenduitkering en herstructurering over te gaan. In dit verband zijn de aandelen van BV2 door BV1 verkocht aan haar aandeelhouders. BV3 bleef als enige deelneming achter bij BV1.

Onrechtmatige verrijking

Op enig moment is BV1 in staat van faillissement verklaard. Wegens paulianeus handelen en onrechtmatige verrijking heeft de curator BV1, E, D, BV4 en BV5 gedagvaard.

Betrokkene heeft BV4 en E ondersteund en geadviseerd. Daarvoor is een rapport opgesteld, waarin onder andere deze passage: “Er waren op het moment van de uitkeringstoets en het uitkeren van het dividend geen gebeurtenissen of omstandigheden die aanleiding gaven tot twijfel over het voortbestaan van de onderneming. Er was geen sprake van (zicht op) aanzienlijke verliezen, problemen met het betalen van crediteuren en/of het verlies van een belangrijke cliënt. Hieruit volgt dat er geen aanleiding was de door de Av voorgestelde dividenduitkering van € 200.000 euro te blokkeren.”

Klaagster heeft BV4, BV5, E en D gedagvaard omtrent de ingeroepen bankgarantie. Bij vonnis heeft de rechtbank klaagster in het gelijk gesteld. Er is hoger beroep ingesteld, waarbij het rapport van betrokkene is overlegd. Toen betrokkene het rapport heeft opgesteld was zij niet op de hoogte van deze procedure. Dit kwam pas aan het licht toen de klacht in deze procedure werd ingediend.

Geen toestemming gebruik rapport

Betrokkene heeft dan ook geen toestemming gegeven om het rapport te gebruiken. Betrokkene heeft cliënte hierop aangesproken en de raadsman verzocht het rapport in de betreffende procedure in te trekken.

In het rapport is tevens deze passage opgenomen: “Het niet schetsen en toelichtingen van de bovenstaande onderwerpen leidt volgens ons tot een onvolledig en onjuist beeld van het relevante feitencomplex, waardoor geen recht wordt gedaan aan de belangen van andere belanghebbenden en de rechter onvolledig en onjuist wordt geïnformeerd. Het geven van een onvolledig en onjuist beeld van het relevante feitencomplex is in strijd met de fundamentele en professionele beginselen voor accountants en gerechtelijk deskundigen.”

Registeraccountant gehandeld in strijd gedrags- en beroepsregels?

Klaagster is van mening dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met de geldende gedrags- en beroepsregels. Betrokkene zou onder andere geen professioneel kritische houding hebben aangenomen bij het opstellen van het rapport en onderwerpen zijn onvolledig en onjuist beschreven.

Voor ontvankelijkheid van de klacht hoeft geen rechtstreeks verband te bestaan tussen het handelen van de accountant en de klager. Het is ook niet van belang of de accountant als partijdeskundige of gerechtelijk deskundige heeft opgetreden.

Klaagster is van mening dat betrokkene voorbij is gegaan aan de aard van de samenstellingsverklaring. Het is niet vereist dat volledigheid of nauwkeurigheid van de door het management verschafte informatie wordt geverifieerd. Er is geen belang gehecht aan het onderzoeken van betrouwbaarheid van gegevens. Daardoor is de rechter onvolledig en onjuist geïnformeerd.

Geen controle van jaarrekeningen

De Kamer is van mening dat de betrokkene niet de juistheid van diverse posten in de jaarrekening had moeten controleren. Van betrokkene kon niet worden verwacht dat zij op de hoogte was van achterstallige schulden van BV1, nu deze niet of niet volledig is weergeven in financiële overzichten. In het rapport is opgenomen dat betrokkene tijdens het onderzoek niet de jaarrekeningen controleert.

Onvoldoende onderbouwing

Klaagster stelt dat betrokkene geen professioneel kritische houding heeft aangenomen, maar heeft onvoldoende onderbouwd waaruit dit zou moeten blijken. Dit onderdeel is ongegrond. Dit geldt ook voor het verwijt dat betrokkene onvolledig en onjuist bepaalde onderwerpen heeft beschreven. Niet duidelijk is welke punten het betreffen.

Geen van de aangevoerde klachtonderdelen treft doel. Alle gronden worden ongegrond verklaard.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Klik hier voor vrijblijvend contact met een van onze advocaten.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant