Uitspraak: Klacht tegen accountant slaagt niet: tuchtrechtelijk ingrijpen alleen in uitzonderlijke gevallen aan de orde

Betrokkene staat ingeschreven in het accountantsregister van de Nba. Hij is directeur vaktechniek accountancy bij een accountantskantoor. Klager heeft BV1 ingeschakeld om hem te begeleiden bij een overname van aandelen in twee Bv’s. Hiervoor is een opdracht verstrekt en deze is op 26 oktober 2016 bevestigd. De opdracht is door B uitgevoerd. B is tevens directeur van BV2. B heeft klager begeleid. Deze begeleiding is in augustus 2017 gestopt, omdat de verkoper de onderhandelingen met klager had afgebroken. Verkoper werd bijgestaan door C.

C en B hebben tot en met juli 2017 voorstellen uitgewisseld met betrekking tot de overname van de aandelen. Klager heeft via B op 11 juli 2017 een bod gedaan. Deze bieding is tot stand gekomen met betrokkenheid van A . A is een accountant-administratieconsulent die werkzaam is voor klager.

Klager stelt dat B de zorgplicht heeft geschonden tijdens zijn advieswerkzaamheden. B heeft aan D, een werkzame voor klager, laten weten eerst te willen weten waarom verwijtbaar zou zijn gehandeld. Klager dreigt met een tuchtklacht. Uit coulance is B bereid om de openstaande facturen met 50% te verminderen. B wijst daarbij op de interne klachtprocedure.

Klager stelt dat B ondeskundig is, via het meesturen van een mailstring vertrouwelijke informatie met de verkoper is gedeeld. Ook zouden zijn werkzaamheden niet toetsbaar zijn, omdat het dossier niet is vastgelegd. De opdracht zou gemakzuchtig en onzorgvuldig zijn uitgevoerd. Mogelijk is ook niet ethisch gehandeld door te voorkomen dat verantwoording moest worden afgelegd. Daarnaast had het bedrijf de opdracht van de tweede koper niet mogen aanvaarden of direct moeten beëindigen.

Betrokkene heeft laten weten dat de klacht is ontvangen. Hij gaat de klacht en het dossier bestuderen en benodigde informatie inwinnen. Ook verzoekt hij met klager in gesprek te gaan. Op 20 december 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden met D en A en heeft betrokkene uitleg gegeven over zijn rol en de klachtprocedure. D en A hebben een inhoudelijke toelichting op de klacht over B gegeven.

Betrokkene heeft op 19 januari 2018 een reactie op de klacht gegeven. Daarin staat dat de klachten voor een groot deel niet gegrond zijn. Wel staat vast dat B onzorgvuldig is geweest in het meesturen van de mailstring aan de verkoper. Ook had B moeten aandringen op vastlegging in een dossier.

Klager heeft een toelichting gegeven waarop de dienstverlening tekort zou zijn geschoten. Betrokkene ziet naar aanleiding van de toelichting geen nieuwe informatie die tot een andere conclusie zou moeten leiden. Klager besluit een klacht in te dienen bij de Raad van beroep voor Nederlands instituut voor Register Valuators. Betrokkene heeft na deze uitspraak contact gezocht met klager om tot een oplossing te komen. Klager geeft aan een tuchtklacht in te dienen.

De klacht

Betrokkene zou hebben gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Betrokkene zou niet integer hebben gehandeld en het accountantsberoep in diskrediet hebben gebracht. De verwijten houden in dat betrokkene uit eigen belang een niet integer, materieel onjuist, onvolledig en misleidend onderzoeksrapport heeft opgesteld. Er was slechts oog voor het bedrijfsbelang. Ook zou betrokkene het onderzoek niet vakbekwaam hebben uitgevoerd gezien onjuistheden en onvolledigheden in het onderzoeksrapport. Het accountantskantoor had de opdracht van een andere gegadigde voor de aandelen niet mogen aanvaarden, volgens klager.

Overweging

De accountantskamer heeft het volgende in overweging genomen. Betrokkene heeft als klachtenbehandelaar de geclaimde schadevergoeding onderzocht. Hierbij is betrokkene aan de regels van tuchtrecht onderworpen. Betrokkene was geen onafhankelijke klachtbehandelaar, maar maakte deel uit van het bedrijf. Daarom kan niet worden gesproken van een onderzoeksrapport maart van een reactie op de aansprakelijkheidsstelling.

De brieven van betrokkene behelzen een partijstandpunt in een civielrechtelijk twistpunt. Een civielrechtelijk standpunt kan, met uitzondering van bijzondere omstandigheden, niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt leiden. Betrokkene was gehouden te beoordelen of sprake was van een toerekenbare tekortkoming die tot schade heeft geleid. Er kan sprake zijn van bijzondere omstandigheden indien “een door een accountant ingenomen standpunt bewust onjuist of misleidend en dus te kwader trouw blijkt te zijn, hem of haar sterk verweten kan worden een onjuist of misleidend standpunt te hebben ingenomen, of een ingenomen standpunt naar zijn aard bezien door een objectieve, redelijke en goed geïnformeerde derde die over alle relevante informatie beschikt, zal worden opgevat als het accountantsberoep in diskrediet brengend.” Tuchtrechtelijk ingrijpen kan alleen in uitzonderlijke gevallen.

Er geldt geen standaard of voorschrift als bedoeld in artikel 24 en 25 VGBA. Er is ook geen NBA-handreiking van toepassing bij de vervulling van zijn taak. De klachten tegen het kantoor worden niet-ontvankelijk verklaard.

De kamer moet zich buigen over het vraagstuk of betrokkene niet integer, niet objectief en niet vakbekwaam heeft gehandeld en onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Klager is van mening dat betrokkene bewust ondeugdelijke, onjuiste, onvolledige of misleidende conclusies heeft getrokken met betrekking tot de interne klacht.

Betrokkene heeft zijn onderzocht ingericht naar aanleiding va de vraag of de handelswijze van B heeft geleid tot schade van klager. Daarbij is gekeken naar causaliteit. Over de scope van het onderzoek waren geen afspraken gemaakt. Ook bestond tussen klager en betrokkene geen opdrachtrelatie. Betrokkene was niet gehouden een breed en diepgaand onderzoek te doen. Klager mocht dit redelijkerwijs ook niet van betrokkene verwachten.

Beoordeling

De kamer oordeelt dat betrokkene zijn onderzoek vooral mocht richten op de periode vanaf 11 juli 2017 en de fouten die voor die datum zouden hebben plaatsgevonden. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat een andere datum moest worden gehanteerd. Een aantal stellingen zijn niet opgenomen in de klachtbrief, waardoor het niet kan worden verweten dat betrokkene hier niet op in is gegaan.

Betrokkene heeft aangegeven dat B had moeten aandringen om zaken schriftelijk vast te leggen. De kamer stelt dat betrokkene geen diepgaander onderzoek had moeten doen. Ook heeft betrokkene erkend dat B een fout heeft gemaakt met het meezenden van de mailstring. De mailstring bevatte echter geen informatie die nog niet bekend was, waardoor er geen causaliteit is. Ook is klager niet misleid, nu een civielrechtelijk standpunt slechts onder bijzondere omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De gronden worden voor zover zij ontvankelijk zijn, ongegrond verklaard.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant