In september 2018 heeft klager een klacht in gediend over verweerder. In juli 2019 is deze klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en is aan de advocaat de maatregel van waarschuwing opgelegd door de raad. De dag na deze uitspraak heeft klager opnieuw een klacht ingediend over verweerder. Eind juli heeft de plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline de klacht verwezen naar de deken om de klacht te onderzoeken.
De klacht
De klacht houdt in dat verweerder in zijn hoedanigheid van deken tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klager heeft een behoorlijke lijst aan klachtonderdelen ingediend. Hij verwijt verweerder het volgende:
- In het dekenstandpunt is sprake van een onbegrijpelijke misslag, omdat verweerder het handelen van de advocaat, waaronder liegen en bedreigen, goed praat;
- Verweerder heeft in het dekenstandpunt een drogredenering toegepast, omdat hij gezochte argumenten hanteert, feiten bagatelliseert en feiten naar eigen behoefte naar zijn hand zet;
- Verweerder heeft de uitgangspunten van een dekenstandpunt gesaboteerd door niet de rollen te vervullen van beschermer van slachtoffers van ontspoorde juristen en van bewaker van de normen en waarden die voor advocaten gelden;
- In het dekenstandpunt is sprake van vooroordelen, omdat verweerder zich niets aantrekt van de geldende regels en alleen uitgaat van zijn eigen normen en waarden die niets te maken hebben met de feiten en de realiteit;
- In het dekenstandpunt is sprake van een doelredenering, omdat verweerder eerst de wenselijke conclusie heeft bepaald en vervolgens is gaan terug redeneren om die conclusie te rechtvaardigen;
- Verweerder heeft aantoonbaar onrechtmatig persoonlijk contact met de advocaat gehad;
- Verweerder heeft de bescherming van de advocaat boven de bescherming van de slachtoffers van de advocaat geplaatst;
- Verweerder toont in zijn dekenstandpunt aan een totaal gebrek aan visie te hebben;
- Verweerder toont in zijn dekenstandpunt aan een totaal gebrek aan integriteit te hebben;
- Verweerder heeft zijn bevoorrechte positie en gedelegeerde macht als deken misbruikt;
- Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan structurele corruptie door zich niet te willen houden aan onder meer beëdigingen en wetten;
- Verweerder heeft bewust een juridische wildgroei gecreëerd;
- Verweerder heeft twaalf wettelijk verplichte beëdigingen aan zijn laars gelapt;
- Verweerder heeft structureel middelen verijdeld om de georganiseerde misdaad te kunnen bestrijden;
- Verweerder is door de burgemeester van Eindhoven beschuldigd van het frustreren van een efficiënte aanpak van de georganiseerde misdaad.
De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat het tuchtrecht bedoeld is om een behoorlijke beroepsuitoefening te waarborgen. Ook wanneer een advocaat niet in de hoedanigheid van advocaat optreedt, zoals in dit geval van deken, blijft voor hem het advocatentuchtrecht gelden. Als hij zich bij de vervulling van die andere functie zodanig gedraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad, zal in het algemeen sprake zijn van handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt en waarvan hem een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
De voorzitter ziet ondanks de waslijst aan klachtonderdelen de mogelijkheid de klachtonderdelen gezamenlijk te behandelen. De voorzitter is van oordeel dat uit de dossierstukken blijkt dat verweerder de klacht van klager over de advocaat in behandeling heeft genomen en heeft onderzocht door klager en verweerder de mogelijkheid te geven op elkaars standpunten te reageren. Van partijdigheid, liegen, bedreigen, vooroordelen, misbruik van zijn positie, onrechtmatig persoonlijk contact met de advocaat en de andere gedragingen die klager verweerder verwijt, is niet gebleken. Klager heeft zijn klacht ook niet verder onderbouwd. Alleen het feit dat klager het niet eens is met het standpunt van verweerder kan niet leiden tot gegrond verklaring van de klacht. De voorzitter oordeelt dan ook dat verweerder met zijn onderzoek naar de klacht van klager over de advocaat en het daaruit voortvloeiende dekenstandpunt het vertrouwen in de advocatuur niet heeft geschaad.
Een deel van de klacht gaat ook over het handelen van de stafjurist. Volgens de voorzitter is op basis van de processtukken ook niet gebleken dat de stafjurist een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Verweerder heeft dit ook onweersproken betwist.
De klacht wordt kennelijk ongegrond verklaard.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een advocaat, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een advocaat. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant