Uitspraak: Klager verwijt advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar te hebben gehandeld door geen hoger beroep in te stellen

Op 30 augustus zijn klager en zijn echtgenote bij tussenbeschikking gescheiden. De beslissing over de door klager verzochte partneralimentatie en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap werd door de rechtbank aangehouden.

Verweerster heeft in september 2017 de lopende echtscheidingsprocedure van de voorgaande advocaat van klager overgenomen. Op 20 maart 2018 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden over de door klager verzochte partneralimentatie en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Klager was hierbij niet aanwezig.

Op 27 maart heeft klager verweerster gevraagd hoger beroep in te stellen. Verweerster heeft hierop gereageerd dat het niet mogelijk was om beroep in te stellen tegen de echtscheiding omdat zij nog geen beschikking had. Wanneer zij deze op 1 mei binnen had, zou zij samen gaan kijken met klager welke opties er waren. De rechtbank heeft bij eindbeschikking van 30 april 2018 het verzoek van klager om partneralimentatie en de vordering vanwege overbedeling en toedeling van de helft van de verkoopwaarde van de auto en boot afgewezen. Naar het oordeel van de rechtbank ontbrak draagkracht bij de ex-echtgenote van klager en was niet komen vast te staan welke roerende goederen op de peildatum aanwezig waren.

Verweerster heeft klager op 8 mei 2018 in de PI bezocht. Verder heeft verweerster klager geïnformeerd over de inhoud van de eindbeschikking. Verweerster heeft klager gewezen op de termijn van hoger beroep tegen de beschikking van 30 april 2018. Verweerster eindigde die brief als volgt: “Ik verneem graag wat uw wensen zijn ten aanzien van de echtscheiding en voor de onderhavige beschikking”. Verweerster heeft klager daarna een tweede brief gestuurd, zij waarin duidelijk werd dat de scheiding definitief was en zij nogmaals vraagt wat de wensen van klager zijn met betrekking tot het hoger beroep.

Op 29 mei 2018 heeft mr. X laten weten de nieuwe advocaat van klager te zijn. Klager heeft in augustus 2018 aan verweerster geschreven dat hij onlangs had vernomen dat hij gescheiden was en dat hij hierover van haar geen bericht had ontvangen. Verweerster heeft hierop bij brief van 27 augustus 2018 gereageerd.

Klager heeft in augustus 2018 aan verweerster geschreven dat hij onlangs had vernomen dat hij gescheiden was en dat hij hierover van haar geen bericht had ontvangen. Verweerster heeft hierop bij brief van 27 augustus 2018 gereageerd. Klager heeft verweerster bij brieven van 17 september en 13 oktober 2018 aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade.

De klacht

Klager verwijt verweerster dat zij heeft verzuimd om klager tijdig te informeren over de beschikking van 30 april 2018 en dat zij geen hoger beroep heeft ingesteld tegen de echtscheidingsbeschikking.

De beoordeling

De raad acht het gelet op de datum van de eindbeschikking van 30 april 2018 aannemelijk dat tijdens het gesprek op 8 mei 2018 hierover is gesproken. Uit de brief van mr. X. op 29 mei 2018 blijkt dat klager in ieder geval op dat moment op de hoogte was van de inhoud van de eindbeschikking van 30 april 2018 en de mogelijkheid om daartegen hoger beroep in te stellen. Het eerste onderdeel van de klacht mist feitelijke grondslag en is daarom ongegrond.

Hoewel van verweerster verwacht had mogen worden dat zij, om misverstanden te voorkomen, de termijn waarbinnen hoger beroep kon worden ingesteld en haar negatief advies ten aanzien van het instellen van hoger beroep schriftelijk zou hebben vastgelegd, valt verweerster onder voormelde omstandigheden tuchtrechtelijk geen verwijt te maken. Verweerster mocht er na ontvangst van de brief van mr. X van uitgaan dat klager zich voor het instellen van hoger beroep tot een andere advocaat had gewend. Er rustte vanaf dat moment op verweerster geen verplichting meer om zich ervan te vergewissen of klager al dan niet met haar advies instemde. Het tweede onderdeel van de klacht is ongegrond.

De klacht wordt ongegrond verklaard.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een advocaat, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een advocaat. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant