Klager heeft met tussenkomst van de makelaar een bedrijfspand (hierna: het object) gehuurd.
De klacht
De klacht ziet op de gedragingen van de makelaar in het kader van de verhuur van het Object. Klager verwijt de makelaar:
- het opnemen van onjuiste informatie in de advertentie: er zou sprake zijn van een entresol ter grootte van 157m2, doch hiervan bleek nog slechts een deel ter grootte van 64m2 aanwezig. Het overige deel was naar zeggen van de makelaar recentelijk verwijderd, volgens informatie van verhuurder meer dan zes maanden geleden;
- het nalaten van aanpassing van de advertentietekst en het ten onrechte aanvoeren van de makelaar dat er een prijsaanpassing zou hebben plaatsgevonden naar aanleiding van het afbreken van een gedeelte van de entresol;
- het ontbreken van een eigen aansluiting en meter voor elektra: er was slechts sprake van een tussenmeter;
- het door de makelaar gegeven advies aan verhuurder om de kosten voor de elektra aansluiting neer te leggen bij huurder.
De beoordeling
Het tuchtcollege constateert dat de klacht bestaat uit twee hoofdaspecten: het niet aanwezig zijn van een entresol van 157m2 en het ontbreken van een eigen elektra meter.
Uit de stukken blijkt dat er vóór ondertekening van de huurovereenkomst een bezichtiging van het object heeft plaatsgevonden. Dat het daadwerkelijk aanwezige aantal m2 van de entresol ten opzichte van hetgeen in de advertentietekst was vermeld niet correct was moet klager, volgens het tuchtcollege, bij de bezichtiging zijn opgevallen. Het verschil bedroeg immers circa 93 m2.
Bij ondertekening van de huurovereenkomst was klager ook op de hoogte van de juiste oppervlakte van het object en de daarbij behorende huurprijs van € 18.000 per jaar, de advertentietekst was namelijk aangepast. Daarbij komt dat partijen in artikel 1.6 van de huurovereenkomst zijn overeengekomen dat een verschil met de daadwerkelijke grootte geen verschil zou hebben voor de huurprijs. Daarnaast dient een bezichtiging er onder meer toe om te bezien in hoeverre het aangebodene (nog) aan de beschrijving beantwoord. De eerste twee klachtonderdelen zijn ongegrond.
Ten aanzien van de elektra constateert het tuchtcollege dat er ten tijde van de oplevering gewoon elektra aanwezig was, bemeterd via een tussenmeter. Na het constateren van het niet aanwezig zijn van de eigen aansluiting is voor rekening van verhuurder daarin alsnog voorzien. Het tuchtcollege onderkent dat een andersluidend advies denkbaar was geweest, maar ongegrond was het advies niet. “De situatie was immers zo dat klager een bedrijfsruimte heeft aangehuurd met stroomvoorziening via een tussenmeter. Indien dan daarbovenop een extra voorziening wordt gewenst door de huurder in de vorm van een eigen aansluiting, ligt het in de rede dat de huurder die kosten voor eigen rekening neemt”, aldus het tuchtcollege. Het derde en vierde klachtonderdeel zijn ook ongegrond.
De beslissing
Het tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond.
Lees hier de hele uitspraak.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant