Uitspraak: Non-concurrentie- en relatiebeding van accountants niet tuchtrechtelijk verwijtbaar

Betrokkenen houden samen, elk via hun persoonlijke holding, alle aandelen in een BV (hierna: de BV), die weer aandelen houdt in Accountants & Belastingadviseurs BV. Voorheen waren ook X en Y indirect aandeelhouders van de BV. Zij zijn geen accountant.

X is met zijn persoonlijke houdstervennootschap een managementovereenkomst aangegaan met de BV. De managementovereenkomst bevat verschillende bepalingen. De van belang zijnde bedingen houden onder meer in dat de partner en zijn persoonlijke bv:

  • Gedurende de looptijd van deze overeenkomst niet op de een of andere manier betrokken mogen zijn bij een onderneming die geheel of gedeeltelijk hetzelfde doel heeft als het accountantskantoor, bijvoorbeeld als aandeelhouder, bestuurder of geldschieter;
  • Bij het verbreken van de managementovereenkomst niet voor zichzelf of derden direct of indirect contacten mogen (laten) leggen en/of (laten) onderhouden met klanten, medewerkers of andere relaties van het kantoor of daaraan gelieerde ondernemingen;
  • Bovengenoemde bedingen nog twee jaar gelden nadat de overeenkomst is geëindigd.

De klacht

De klacht houdt in dat betrokkenen hebben gehandeld in strijd met de voor hen geldende gedrags- en beroepsregels. Deze klacht is gebaseerd op de volgende verwijten:

  • Het opnemen van een non-concurrentiebeding en relatiebeding in de managementovereenkomst is in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en onafhankelijkheid;
  • Op de website van de BV doen betrokkenen het voorkomen dat zij een accountantscontrole als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek (BW) mogen uitvoeren en dat is misleidend, omdat ze daartoe niet bevoegd zijn.

Eerste aanleg

In eerste aanleg werd het eerste klachtonderdeel ongegrond verklaard. Het tweede klachtonderdeel werd gegrond verklaard, maar aan betrokkene is geen maatregel opgelegd. Het handelen van betrokkenen was volgens de Accountantskamer geen handelen waardoor het accountantsberoep in diskrediet werd gebracht. Waardoor een maatregel dus niet passend was.

Beoordeling van het geschil in hoger beroep

X voert aan dat het oordeel van de accountantskamer dat het non-concurrentiebeding en het relatiebeding niet onrechtmatig zijn omdat sprake is van een breed gebruik van deze bedingen, naar zijn aard onbegrijpelijk is. Verder stelt appellant dat het oordeel van de Accountantskamer dat de bedingen geen negatieve beïnvloeding van de professionele oordeelsvorming in zich hebben onbegrijpelijk is. Volgens appellant kan er door de bedingen een financiële afhankelijkheid ontstaan die maakt dat een accountant op negatieve wijze wordt beïnvloed. De grieven van X zijn uitsluitend gericht tegen de ongegrondverklaring van het eerste klachtonderdeel.

Betrokkenen stellen dat X geen accountant is waardoor het eerste klachtonderdeel feitelijke grondslag mist. Betrokkenen kunnen zich verder vinden in de bestreden uitspraak.

Omdat het klaagschrift uitdrukkelijk is gericht tegen betrokkenen, die dezelfde bedingen als X zijn aangegaan, heeft de accountantskamer terecht het eerste klachtonderdeel aldus opgevat dat dit (mede) betrekking heeft op betrokkenen. Anders dan door betrokkenen wordt gesteld, ziet het College dan ook geen aanleiding om het hoger beroep ongegrond te verklaren vanwege het ontbreken van feitelijke grondslag.

Uit de aard van het door betrokkenen in de managementovereenkomst overeengekomen non-concurrentiebeding en relatiebeding volgt naar het oordeel van het College dat zij hun betekenis ontlenen aan het feit dat betrokkenen als accountant werkzaamheden verrichten of na eindiging van de overeenkomst hebben verricht. Het handelen waarop het eerste klachtonderdeel betrekking heeft ziet daarom op beroepsmatig handelen van betrokkenen in voorgenoemde zin.

Anders dan X, ziet het College geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de betrokkenen de bedingen, waarvan is gesteld noch gebleken dat zij onder geen enkele omstandigheid zijn toegestaan, in strijd met één of meerdere fundamentele beginselen zijn overeengekomen. Appellant heeft niet geconcretiseerd en onderbouwd waarom de bedingen zodanig beperkend zijn dat zij niet in deze vorm door betrokkenen mochten worden overeengekomen.

Het hoger beroep is ongegrond.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jamiro van de Wiel

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant