De klacht tegen de notaris, die voortvloeit uit een nalatenschapskwestie, werpt licht op verschillende tekortkomingen in zijn handelen, zoals vertragingen, gebrekkige communicatie en nalatigheid bij het afhandelen van de nalatenschap.
Afwikkeling van de nalatenschap
De klacht tegen de notaris draaide om de trage afhandeling van een nalatenschap. Het begon allemaal met het testament van [A], de overledene, die haar levensgezel, [B], benoemde tot haar enige erfgenaam. Dit testament, opgesteld in 1993, bevatte een complexe clausule die bepaalde dat bij het overlijden van [B], de overgebleven nalatenschap zou worden verdeeld onder [A]’s bloedverwanten, inclusief klaagster en haar broers en zussen. Na het overlijden van [A] in 2009 en vervolgens [B] in 2016, bleef het proces van de nalatenschapsafwikkeling traag en verwarrend.
Het appartementsrecht dat tot de nalatenschap behoorde werd in mei 2016 door de erfgenamen van [B] verkocht. De verkoopopbrengst werd naar de derdengeldenrekening van de notaris overgemaakt.
Klaagster nam in september 2022 contact op met de notaris om opheldering te krijgen over de stand van zaken. Haar broer, die eerder in 2022 per toeval werd benaderd door een medewerkster van de notaris, had de adresgegevens van de familie verstrekt, wat het begin was van een poging tot communicatie tussen de notaris en de erfgenamen.
Echter, de communicatie verliep niet vlot, en klaagster uitte haar frustratie in december 2022 en januari 2023 via e-mail en brieven aan de notaris. Ze benadrukte de vertraging en de onduidelijkheid over de afwikkeling van de nalatenschap.
Uiteindelijk, in januari 2023, stuurde de notaris een brief naar klaagster waarin werd bevestigd dat zij en haar broers en zussen als verwachters werden beschouwd en recht hadden op een deel van de nalatenschap. Dit bestond uit het overgebleven deel van de verkoopopbrengst. De notaris verzocht om verdere informatie om de exacte uitkering te berekenen.
Klacht
Klaagster verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld. Ten eerste stelt klager dat de notaris de wetenschap had van het overlijden van [A] en de inhoud van haar testament waarin klaagster via een zogenaamde tweetrapsmaking erfgenaam werd van haar overleden zus, maar klaagster daarover niet (tijdig) heeft geïnformeerd.
Daarnaast had de notaris ook de wetenschap van het overlijden van [B] en de verkoopopbrengst van het appartementsrecht van [B], welk bedrag de notaris onder zich heeft gehouden op de derdengeldenreking. Ook hier heeft de notaris klaagster of andere familieleden niet (tijdig) over geïnformeerd.
Tenslotte klaagt klaagster over het feit dat de notaris in september 2022 aan klaagster heeft toegezegd voor eind november 2022 de verwachters te informeren over hun rechten met betrekking tot de nalatenschap van [A], maar hij deze toezegging niet is nagekomen en vele vragen van klaagster niet heeft beantwoord.
Juridisch kader
Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.
Informatieplicht
Klaagster verwijt de notaris dat hij haar na het overlijden van [A] als verwachter had moeten inlichten op grond van de op de notaris rustende zorgplicht volgens artikel 17 Wna, maar dat hij dat heeft nagelaten. Ze baseert dit op een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 10 mei 2022. De notaris voert aan dat hij destijds niet op de hoogte was van deze informatieverplichting. De kamer oordeelt dat dit geen geldig verweer is. Zelfs in 2009, vóór de uitspraak van het hof, rustte op grond van artikel 17 Wna op de notaris de plicht om primaire verwachters te informeren bij het verstrekken van een verklaring van erfrecht. Daarom wordt het klachtonderdeel gegrond verklaard.
Niet voortvarend genoeg gehandeld
Klachtonderdeel 2 betreft het verwijt aan de notaris dat hij klaagster en andere verwachters niet heeft geïnformeerd over het overlijden van [B] in 2016, waardoor klaagster erfgenaam werd van [A]. Daarnaast wordt de notaris verweten dat hij jarenlang de verkoopopbrengst van het appartementsrecht van [B] op de derdengeldenrekening heeft gehouden zonder actie te ondernemen richting de rechthebbenden.
De notaris erkent dat hij dit voortvarender had moeten aanpakken en wijt het aan gebrek aan zicht op de rekening en het niet eerder erop gewezen worden door zijn boekhouder. De kamer oordeelt echter dat de notaris onvoldoende zorg heeft betracht om de rechthebbenden op te sporen en dat zijn handelen tuchtrechtelijk ernstig verwijtbaar is. Hij had niet mogen meewerken aan de verkoop van het appartementsrecht zonder de verwachters te informeren en had na verkoop de opbrengst met voortvarendheid aan hen moeten uitbetalen. Het feit dat de kwestie pas bij toeval aan het licht kwam, versterkt dit oordeel. Dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard.
Niet nakomen van toezeggingen
Klachtonderdeel 3 betreft het verwijt aan de notaris dat hij klaagster niet tijdig heeft geïnformeerd over de afwikkeling van de nalatenschap van [A] en veel van haar vragen onbeantwoord heeft gelaten, ondanks gedane toezeggingen. De notaris verweert zich door te stellen dat het achterhalen van de verwachters meer tijd vergde dan verwacht, vanwege afhankelijkheid van informatie uit verschillende gemeenten en vertraging bij het verkrijgen van gegevens van een verwachter in België. Hij stelt dat hij vanaf 2022 voortvarend heeft gehandeld om alle verwachters correct en gelijktijdig te informeren.
De kamer oordeelt echter dat het niet nakomen van de toezeggingen de notaris wel kan worden verweten. Hoewel hij de adresgegevens van de broers en zussen van klaagster had ontvangen, heeft hij niet adequaat gehandeld om alle vragen te beantwoorden en alle verwachters tijdig te informeren. De notaris heeft nagelaten om eind november 2022 de beloofde informatie te verstrekken en heeft dit pas op 19 januari 2023 gedaan, waarbij niet alle broers en zussen tegelijkertijd zijn geïnformeerd. Dit wordt de notaris verweten, vooral gezien het feit dat hij de gegevens van de broer in België niet had en hij daarom geen brief had ontvangen. Het argument van de notaris om te wachten tot alle adresgegevens waren ontvangen, wordt door de kamer als onbegrijpelijk beschouwd.
Schorsing
De kamer heeft de klacht grotendeels gegrond verklaard en oordeelt dat de notaris een tuchtrechtelijk ernstig verwijt valt te maken. Hij heeft niet gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt, waardoor de belangen van klaagster ernstig zijn veronachtzaamd en het vertrouwen in het notariaat is geschaad. Met name het feit dat de verkoopopbrengst van het appartementsrecht van [B] ruim zes jaar onopgemerkt op de derdengeldenrekening heeft gestaan en het niet nakomen van gedane toezeggingen aan klaagster worden zwaar meegewogen. De kamer maakt zich grote zorgen over het gebrek aan controle van de notaris over zijn derdengeldenrekening, vooral gezien eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen op dit gebied. Daarom wordt besloten tot een schorsing van de notaris in de uitoefening van zijn ambt voor de duur van twee weken, als passende en geboden maatregel.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Kamer voor het notariaat.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant