Op 21 december heeft de notaris een testament gepasseerd. Bij dit testament zijn klagers benoemd tot executeurs en bewindvoerders over de nalatenschap. Ook is de stichting tot erfgenaam benoemd. Ten tijde van het verlijden en passeren van het testament was erflater enig aandeelhouder van de BV. Deze vennootschap had een pensioenregeling in beheer.
Op 9 mei 2020 is erflater overleden. Klagers hebben hun benoeming tot executeur aanvaard.
De klacht
Klagers verwijten de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het verlijden en passeren van het testament. Volgens klagers had de notaris erflater op de inwerkingtreding van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen moeten wijzen. De notaris had er volgens klager zorg voor moeten dragen dat erflater een fiscaal deskundige ging raadplegen.
Het verweer
De notaris is van mening dat hij bij het verlijden en passeren van het testament van erflater zijn zorgplicht naar behoren heeft vervuld. De notaris geeft aan dat zijn opdracht was beperkt tot het verwerken van enkele wijzigingen in een testament dat door een andere notaris was opgesteld. De notaris stelt verder niet op de hoogte te zijn geweest van het feit dat de BV een pensioenregeling in beheer had. Erflater had daarnaast te kennen gegeven dat hij het niet nodig vond de notaris over de samenstelling van zijn vermogen te informeren.
De beoordeling
De kamer stelt voorop dat Artikel 43 lid 1 Wna onder meer bepaalt dat partijen tijdig voorafgaand aan het passeren van de akte de gelegenheid moeten krijgen om van de inhoud van de akte kennis te nemen. Alvorens tot het verlijden van een akte over te gaan, moet de notaris aan de verschijnende personen mededeling van de zakelijke inhoud daarvan geven en hij dient daarop, waar nodig, nog een toelichting te geven. Zo nodig wijst de notaris daarbij tevens op de gevolgen die voor partijen uit de inhoud van de akte voortvloeien.
De kamer acht het van doorslaggevend belang dat de notaris niet op de hoogte was van het feit dat de BV een pernsioenregeling in beheer had. Volgens de kamer heeft de notaris dit voldoende aannemelijk gemaakt. Verder is niet gebleken van omstandigheden die zouden leiden tot de conclusie dat de notaris ergens het bestaan van de pensioenregeling uit heeft kunnen en moeten afleiden; de eerdere testamenten gaven hiertoe ook geen aanleiding. Om dezelfde redenen was er voor de notaris dus ook geen aanleiding om bij erflater aan te dringen op voorafgaand advies van een fiscaal adviseur.
De beslissing
De kamer verklaart de klacht ongegrond.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan hier contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 10+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant