Uitspraak: Onjuiste aangifte omzetbelasting leidt tot tijdelijke doorhaling van accountants

In een recente zaak voor de Accountantskamer zijn [Y1] en [Y2], werkzaam bij [accountantskantoor1], onderwerp van een klacht ingediend door het Openbaar Ministerie. De klacht betrof het indienen van een onjuiste aangifte omzetbelasting. Na een grondige beoordeling heeft de Accountantskamer geconcludeerd dat zowel [Y1] als [Y2] in strijd hebben gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit.

Onjuiste aangifte omzetbelasting

[Y1] en [Y2] zijn beide werkzaam bij [accountantskantoor1], een gespecialiseerd accountantskantoor in de agrarische sector. [Y1] is de directeur en [Y2] werkt als belastingadviseur, waarbij [Y1] direct leiding geeft aan [Y2].

Vanuit [accountantskantoor1] werden aangiften omzetbelasting opgesteld voor de maatschap. De maatschap exploiteerde een melkveehouderij. De levering van de melkveehouderij aan [E] heeft in 2016 plaatsgevonden, waarbij in de leveringsakte is vermeld dat er met betrekking tot de overdracht geen omzetbelasting is verschuldigd. Later heeft [E] de melkveehouderij ter beschikking gesteld aan de maatschap, bestaande uit zijn zoon en schoondochter.

In 2018 werd [Y2] gevraagd om namens de maatschap een aangifte omzetbelasting in te dienen om terugbetaling te krijgen vanwege de afschaffing van de landbouwregeling.[Y2] heeft naar aanleiding van dit verzoek aangegeven dat dit niet mogelijk is, aangezien in de akte van levering expliciet staat dat er geen omzetbelasting verschuldigd is, waardoor er nu ook geen herziening kan plaatsvinden. [Y2] heeft hierbij aangegeven dat de kans op controle door de belastingdienst groot is en dat het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte een boete voor hen en voor [accountantskantoor1] kan opleveren. Echter, [Y2] heeft, op instructie van [Y1], vervolgens besloten om ondanks haar bezwaren toch de aangifte omzetbelasting in te dienen. In deze aangifte is € 186.130 teruggevraagd.

Naar aanleiding van deze ‘negatieve’ aangifte heeft een boekenonderzoek plaatsgevonden door de Belastingdienst. Dit heeft vervolgens geleid tot een strafrechtelijk onderzoek door de FIOD. In het kader van dit strafrechtelijke onderzoek is [Y1] als verdachte en is [Y2] als getuige aangemerkt.

Klacht

Klager, ofwel het Openbaar Ministerie, heeft ook een klacht bij de Accountantskamer ingediend betreffende het handelen van de accountants. Betrokkenen hebben volgens klager gehandeld in strijd met de voor hen geldende gedrags- en beroepsregels. Klager verwijt [Y2] dat zij er zorg voor heeft gedragen dat een aangifte omzetbelasting is ingediend waarvan zij wist althans behoorde te weten dat deze onjuist was.

Klager verwijt [Y1] dat hij, terwijl hij op de hoogte was de van onjuistheid van de aangifte omzetbelasting, als direct leidinggevende van [Y2] niet heeft voorkomen dat deze onjuiste aangifte werd ingediend. [Y1] heeft, als leidinggevende van een accountantskantoor, een medewerker er niet van weerhouden om een aangifte omzetbelasting in te dienen waarvan deze medewerker meende dat deze op onjuiste gronden berustte, maar hij heeft er juist op aangedrongen om deze aangifte wel in te dienen.

Beoordeling van de klacht tegen [Y2]

De Accountantskamer heeft geoordeeld dat [Y2] zich bewust was van de onjuistheid van het indienen van de omzetbelastingaangifte, aangezien [Y2] er zelf van overtuigd was dat geen omzetbelasting kan worden teruggevraagd aangezien bij de aankoop van de boerderij geen omzetbelasting was verschuldigd. Ze waarschuwde [Y1] zelfs voor mogelijke boetes voor het opzettelijk doen van onjuiste aangiften. Desondanks diende ze op instructie van [Y1] de aangifte in, in de verwachting dat de Belastingdienst vragen zou stellen en correcties zou doorvoeren.

De Accountantskamer stelt vast dat [Y2], toen zij alsnog besloot om de aangifte omzetbelasting namens de maatschap in te dienen, geen maatregel heeft genomen om te voorkomen dat zij in verband werd gebracht met informatie die materieel onjuist, onvolledig of misleidend is. Zij heeft geen mededeling aan deze informatie toegevoegd waarin zij de onjuistheid, onvolledigheid of misleiding aan de beoogde gebruikers van de informatie kenbaar heeft gemaakt. Haar verwachting dat de Belastingdienst vragen zou stellen, wordt niet beschouwd als een passende maatregel. Ze aanvaardde daarmee de aanmerkelijke kans dat de aangifte onjuist was en niet zou worden ontdekt, wat in strijd is met het fundamentele beginsel van integriteit. De klacht tegen [Y2] is hiermee gegrond verklaard.

Beoordeling van de klacht tegen [Y1]

De Accountantskamer heeft geoordeeld dat [Y1] als leidinggevende verantwoordelijk was voor het directe contact met de maatschap. Ondanks de waarschuwing van [Y2] voor mogelijke boetes vanwege het indienen van een onjuiste aangifte, drong [Y1] erop aan dat [Y2] de aangifte zou indienen. Hij heeft geen maatregelen genomen om te voorkomen dat hij in verband werd gebracht met materieel onjuiste informatie, noch heeft hij een mededeling toegevoegd waarin hij de onjuistheid aan de beoogde gebruikers van de informatie kenbaar maakte.

Hoewel [Y1] beweerde maatregelen te hebben genomen door zich te laten informeren door specialisten, kon hij geen schriftelijke vastleggingen hiervan overleggen. Als leidinggevende heeft hij [Y2] niet weerhouden van het indienen van de aangifte en heeft hij haar overtuigd dat het terugvragen van omzetbelasting mogelijk was, ondanks haar bedenkingen. Hierdoor heeft hij de aanmerkelijke kans aanvaard dat een onjuiste aangifte werd ingediend zonder ontdekking door de belastingdienst, wat in strijd is met het beginsel van integriteit. De klacht tegen [Y1] is hiermee ook gegrond verklaard.

Tijdelijke doorhaling

Voor [Y2] is de maatregel van tijdelijke doorhaling van haar inschrijving in de registers voor één maand passend en geboden. Ze heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit door ondanks haar eigen bezwaren een onjuiste aangifte in te dienen.

Voor [Y1] is de maatregel van tijdelijke doorhaling van zijn inschrijving in de registers voor twee maanden passend en geboden. Als leidinggevende heeft hij gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit door een medewerker aan te zetten tot het indienen van een onjuiste aangifte.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Accountantskamer.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Of heeft u schade geleden als gevolg van een fout van een accountant? Neem dan contact met ons op.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jamiro van de Wiel

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant