Betrokkene stond ingeschreven in het register voor accountants en was werkzaam bij accountantskantoor1. Betrokkene is werkzaam voor zijn eigen vennootschap sinds medio 2012 (accountantskantoor 2).
Betrokkene heeft sinds 2009 accountantswerkzaamheden verricht voor B. B is tandarts. De werkzaamheden betroffen zowel opdrachten privé als voor de eenmanszaak. Zo heeft betrokkene onder andere jaarrekeningen van de eenmanszaak opgesteld. De opdracht is middels een brief d.d. 1 januari 2016 herbevestigd aan B.
Moment van faillissement
Klaagster is mondhygiëniste en daarnaast ook (indirect) bestuurder van BV1. BV verleent diensten en service op het gebied van medische zorg, tandheelkundige zorg en het beheer van gebouwen. BV1 is op een gegeven moment failliet verklaard.
Partnerschapsovereenkomst
Klaagster en B zijn op 1 juni 2016 een partnerschapsovereenkomst gesloten en de vennootschap (CLLP) naar Engels recht opgericht. In CLLP hebben B en klaagster gezamenlijk een op kinderen gerichte tandartsenpraktijk/mondhygiënistenpark gedreven.
Stoppen als partner
A heeft financiële en fiscale diensten verleend aan CLLP. B heeft betrokkene op de hoogte gesteld van het bestaan van de CLLP op 3 oktober 2016. Klaagster heeft per aangetekende brief d.d. 11 december 2016 aan B laten weten dat zij als partner wilde stoppen.
Naar aanleiding van de aangetekende brief heeft op 21 december 2016 een gesprek plaatsgevonden tussen klaagster, B, A als administrateur namens de CLLP, D als fiscaal adviseur van de CLLP en betrokkene als financieel adviseur van B. In dit gesprek is overeengekomen dat A de jaarrekening over 2016 van de CLLP zal opmaken. Klaagster treedt vervolgens op 1 januari 2017 uit de CLLP.
Onttrekken goederen aan boedel
Klaagster krijgt op 19 januari 2017 een brief van de curator in het faillissement van BV1. In deze brief wordt klaagster onder andere aansprakelijk gesteld voor het onttrekken van goederen aan de boedel van BV1, bijvoorbeeld een tandartsstoel en -apparatuur. Volgens de curator zijn deze goederen door klaagster ingebracht in de CLLP.
Jaarrekening over 2016 met de herberekende cumulatieve loonjournaalpost
B heeft op haar beurt een bedrag van 24.200 euro aan de curator betaald als overnamevergoeding voor de door klaagster onttrokken goederen. Betrokkene heeft op 11 januari 2017 de jaarrekening over 2016 van de CLLP met de herberekende cumulatieve loonjournaalpost aan A verzonden. Daarin is de pensioenafdracht voor tandarts- en preventieassistenten verwerkt evenals het vakantiegeld en vakantiedagen per 31 december 2016. A heeft verzocht om enkele stukken toe te zenden. De betrokkene heeft dit ook gedaan.
Vervolgens heeft A de conceptjaarrekening 2016 aan betrokkene gestuurd. Betrokkene heeft daarover een aantal vragen en opmerkingen gemaakt, waarop A heeft gereageerd. Betrokkene heeft vervolgens stukken met betrekking tot huur, de gedeponeerde jaarrekening en de betaalde overnamevergoeding aan A gemaild.
Betrokkene heeft op verzoek van B een conceptjaarrekening 2016 van de CLLP opgesteld vanuit haar zienswijze. Deze is op 9 november 2017 aan B gezonden met verzoek deze aan A en klaagster af te geven, zodat zij deze kunnen becommentariëren.
Betrokkene heeft de stukken van A zonder toelichting en afwijking van het concept ontvangen. Betrokkene heeft A toen verzocht om de definitieve jaarrekening 2016 in te trekken, omdat sprake zou zijn van omissies en B niet heeft ingestemd. A heeft dit verzoek geweigerd.
De advocate van B heeft de door betrokkene opgestelde conceptjaarrekening 2016 aan klaagster en haar advocaat/adviseurs toegezonden. A heeft betrokkene laten weten dat hij bereid is de jaarrekening aan te passen, waarop B mededeelt dat dit niet meer nodig is.
Geen sprake van schattingen
Betrokkene ontvangt van A een bericht op 4 januari 2018 naar aanleiding van de conceptjaarrekening. Dezelfde dag heeft betrokkene geantwoord dat de bedragen in de jaarrekening zijn onderbouwd en geen sprake is van schattingen. Daarbij geeft betrokkene aan ook de stukken te overhandigen, maar daarvoor eerst de toestemming van B nodig heeft.
Accountant levert inspanning om te voldoen aan verzoek klaagster
Klaagster heeft op 5 januari 2018 betrokkene een bericht gestuurd. Klaagster is het niet eens met het handelen en de opdracht van betrokkene. Daarbij wordt verzocht een kopie van de gehele boekhouding en onderliggende stukken per aangetekende post toe te zenden. Tevens vraagt klaagster toezending van de betalingen aan F en G en de koopovereenkomst die behoort bij een goederenlijst. Betrokkene heeft die stukken niet in zijn bezit, maar verzoekt de huidige boekhouder van de onderneming om de stukken aan klaagster toe te zenden.
Betrokkene zou in strijd met de geldende gedrags- en beroepsregels hebben gehandeld
Ten grondslag aan de klacht liggen de volgende verwijten: betrokkene zou in strijd met de geldende gedrags- en beroepsregels hebben gehandeld, nu hij conceptjaarrekening 2016 voor de CLLP heeft opgesteld. Hierin zouden betalingen van B zijn opgenomen zonder een onderliggende factuur, facturen geboekt zijn die niet of niet volledig hebben plaatsgevonden, omzetlijsten zijn geboekt die door B waren gereduceerd, zijn de door B in 2017 verrichte betalingen onder 2016 geschaard en de gesloten overeenkomst met de curator opgenomen zonder goederenlijst. Daarnaast zou betrokkene niet onpartijdig en onafhankelijk zijn.
Toetsing aan Standaard 4410
De kamer heeft geoordeeld dat de accountant bij de uitoefening van zijn beroep te maken heeft met tuchtrechtspraak indien het gaat over enig strijdig handelen of nalaten. Het handelen en/of nalaten moet worden getoetst aan de regels die op dat moment geldig waren. Met betrekking tot klachtonderdeel a moet worden gekeken naar Standaard 4410. Hierin staat onder andere dat een samenstellingsopdracht geen assurance-opdracht is en dat daarom van de accountant niet wordt vereist om de nauwkeurigheid of de volledigheid van de door het management verschafte informatie voor het samenstellen te verifiëren, of anderszins onderbouwende informatie te verzamelen om een controleoordeel of een beoordelingsconclusie over het opstellen van de historische financiële informatie tot uitdrukking te brengen.
Verzoeken om aanvullende en gecorrigeerde informatie
Indien de situatie zich voordoet dat de accountant constateert dat de verstrekte informatie niet compleet of niet nauwkeurig genoeg is, moet dit aan het management worden gemeld en dient om aanvullende en gecorrigeerde informatie te worden verzocht. In dit geval is daar geen sprake van en is dit onderdeel ongegrond.
Hoefde klaagster niet te betrekken
Met betrekking tot het tweede klachtonderdeel voert betrokkene aan dat hij heeft opgetreden als eigen accountant van B en vanuit deze rol conceptjaarrekening 2016 heeft opgesteld. Daarom hoefde hij klaagster niet te betrekking bij de totstandkoming. Het concept heeft betrokkene wel aan klaagster doen toekomen, zodat zij hiervan kennis kon nemen en daarop kon reageren. Betrokkene heeft daarnaast alle stukken die hij had toegezonden en de stukken die hij niet had, een verzoek uitgezet deze te doen toekomen aan klaagster.
Klaagster heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat sprake zou zijn van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door betrokkene, waardoor het onderdeel faalt.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Accountantskamer.
Zorgplicht advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant