Uitspraak: Verzoek om herziening door Accountantskamer niet-ontvankelijk verklaard

Op 22 november 2019 heeft de voorzitter van de Accountantskamer het door verzoeker ingediende herzieningsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker is hiertegen in verzet gekomen.

De Accountantskamer stelt voorop dat de Wtra de mogelijkheid tot het verzoeken om herziening van een onherroepelijke uitspraak niet kent. Een dergelijk verzoek is in beginsel niet mogelijk. Zoals het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) heeft geoordeeld bij uitspraak van 21 maart 2017 (ECLI:NL:CBB:2017:71) brengen de algemene beginselen van behoorlijk (tucht)procesrecht mee dat in bijzondere gevallen toch herziening kan worden verzocht van een onherroepelijk geworden uitspraak. Maar herziening kan in dit bijzondere geval alleen door degene over wie was geklaagd worden verzocht. Zoals het CBb heeft geoordeeld in ECLI:NL:CBB:2018:202) is het voor een oorspronkelijke klager niet mogelijk om een verzoek om herziening in te dienen.

Verzoeker heeft zich ondanks bovenstaande onder verwijzing naar artikel 6 EVRM en artikel 47 Handvest op het standpunt gesteld dat uit deze bepalingen volt dat ook voor hem, als oorspronkelijk klager, de mogelijkheid dient te bestaan om te verzoeken om herziening.

De Accountantskamer overweegt naar aanleiding hiervan dat het tuchtrecht voor accountants in de eerste plaats tot doel heeft om in het algemeen belang een goede wijze van beroepsuitoefening te bevorderen. Om een beroep artikel 6 van het EVRM te kunnen doen is vereist dat de procedure betrekking heeft op het vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen dan wel op het vaststellen van de gegrondheid van een strafvervolging. In dit geval is sprake van een geschil over de mogelijkheid voor een oorspronkelijke klager om te kunnen verzoeken om herziening van een onherroepelijke uitspraak van de Accountantskamer.

Van de strafrechtelijke kant van artikel 6 EVRM is geen sprake in de zaak van verzoeker. Binnen het Nederlandse accountantstuchtrecht is geen sprake van een criminal charge als bedoeld in artikel 6 EVRM (ECLI:NL:CBB:2017:359). Daarnaast is een uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:52) in samenhang met de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal bij de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2018:47) geoordeeld dat bij een verzoek tot heropening van een tuchtzaak door de oorspronkelijke klager geen sprake is van vaststelling van burgerlijke rechten of verplichtingen. Artikel 6 EVRM is daarom niet van toepassing.

Ten aanzien van het door verzoeker gedane beroep op artikel 47 van het Handvest overweegt de Accountantskamer dat de bepalingen van het Handvest alleen gelden wanneer het recht van de Europese Unie ten uitvoer wordt gebracht. De Accountantskamer is van oordeel dat de regeling van de tuchtrechtspraak voor accountants, waaronder het gegeven dat de Wtra de mogelijkheid om te verzoeken om herziening van een onherroepelijke uitspraak niet kent, niet het recht van de Europese Unie ten uitvoer brengt. Dit betekent dat verzoeker geen beroep toekomt op het bepaalde in artikel 47 van het Handvest.

Het verzoek om herziening is daarom niet-ontvankelijk.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jamiro van de Wiel

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant