In deze zaak wordt een accountant geconfronteerd met beschuldigingen van het opstellen van stukken die mogelijk gebruikt zouden worden in een juridisch geschil, zonder de intentie daarvan duidelijk te maken. Daarnaast wordt hem verweten dat hij ondanks geconstateerde fouten in zijn werk, naliet passende maatregelen te nemen.
Achtergrond van de zaak
Betrokkene is accountant en werkt voor [accountantskantoor1]. Hij verrichtte werkzaamheden voor [BV1] en [BV2], waarvan [B] de enige bestuurder en aandeelhouder is. Klaagster heeft 15 jaar bij [BV2] gewerkt en heeft met [B] vier kinderen. Nadat hun relatie eindigde in januari 2018, stuurde de advocaat van klaagster in november 2020 enkele voorstellen naar [B] over de relatieafwikkeling. Betrokkene en [B] hebben daarop een afspraak gemaakt om deze mail te bespreken. Ook zouden zij dan de jaarrekeningen en de aangiften bespreken. Verder heeft [B] betrokkene gevraagd om een vergelijking te maken van zijn vermogenspositie in 2018 en 2019, de schuldpositie van [BV2] aan [BV1] en aan de overige schuldeisers in kaart te brengen, en om een opstelling van zijn privé vermogen te maken.
Betrokkene heeft naar aanleiding van het verzoek van [B] op blanco papier twee niet door hem ondertekende documenten opgesteld. Vervolgens heeft betrokkene gevraagd hem beide documenten, maar dan gesteld op briefpapier van [accountantskantoor1], nogmaals toe te zenden. Later heeft betrokkene op verzoek van [B] in een door [B] opgesteld kostenoverzicht de ontbrekende bedragen ingevuld en onderbouwd met uitdraaien uit het grootboek.
Op 27 januari 2021 vroeg klaagster aan betrokkene of de ontvangen stukken van [accountantskantoor1] afkomstig waren, omdat de cijfers niet overeenkwamen. Betrokkene bevestigde dit en gaf een toelichting, waarbij hij aangaf dat alleen een schrijffout in een brief van december 2020 niet klopte. Klaagster heeft vervolgens een klacht bij [accountantskantoor1] ingediend.
Klacht
Betrokkene heeft volgens klaagster in strijd met de voor hem geldende gedrags-en beroepsregels gehandeld. Klaagster verwijt betrokkene dat hij stukken heeft opgesteld waarvan hij wist of had moeten weten dat ze in een juridisch geschil zouden worden gebruikt, zonder aan te geven dat ze alleen waren bedoeld voor het bereiken van minnelijke overeenstemming. Ten tweede verwijt klaagster betrokkene dat hij ondanks het feit dat hij erop gewezen is dat diverse stukken onjuist, onvolledig of misleidend zijn, daartegen geen maatregelen heeft genomen.
Beoordeling
De kamer dient het handelen en/of nalaten waarop de klacht betrekking heeft te toetsen aan de Verordening gedrags-en beroepsregels accountants (VGBA).
Wat betreft het eerste verwijt oordeelt de kamer als volgt. Betrokkene heeft stukken opgesteld voor [B], wetende dat ze mogelijk in een juridisch geschil zouden worden gebruikt, zonder aan te geven dat ze bedoeld waren voor minnelijke overeenstemming. Hoewel betrokkene aanvankelijk dacht dat de stukken alleen voor eigen gebruik waren, had hij zich moeten realiseren dat er mogelijk een juridisch geschil was tussen [B] en klaagster, gezien het feit dat ze al bijna drie jaar uit elkaar waren en beiden advocaten hadden ingeschakeld. Betrokkene had vragen moeten stellen over het verzoek van [B] om de stukken op briefpapier van [accountantskantoor1] te zetten. Dit nalaten wordt als gegrond beschouwd, vooral gezien het feit dat de stukken later daadwerkelijk in gerechtelijke procedures zijn gebruikt.
De Accountantskamer heeft het tweede klachtenonderdeel ook gegrond verklaard. Ondanks dat betrokkene op de hoogte was gesteld van diverse fouten in de door hem opgestelde stukken, heeft hij geen adequate maatregelen genomen. Hoewel betrokkene later probeerde deze fouten te corrigeren en een nadere toelichting te geven, waren deze maatregelen volgens de Accountantskamer onvoldoende. Betrokkene heeft nagelaten duidelijkheid te verschaffen over de context en doelstellingen van de documenten, wat van belang was omdat deze in een gerechtelijke procedure zijn gebruikt. Tevens heeft betrokkene verzuimd een bedreiging voor zijn objectiviteit te onderkennen en hierop adequaat te reageren. Dit acht de kamer in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Maatregel
Omdat de klacht gegrond is, kan een tuchtrechtelijke maatregel worden opgelegd. De maatregel van waarschuwing is passend en geboden. Daarbij is in aanmerking genomen dat niet aannemelijk is geworden dat betrokkene alleen de belangen van [B] voor ogen had bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden. Wel is betrokkene zich onvoldoende bewust geweest van de mogelijkheid dat zijn stukken door [B] in een gerechtelijke procedure zouden kunnen worden overgelegd en van de waarde die derden, waaronder mogelijkerwijs een rechter, toekennen aan stukken afkomstig van een accountant. Ook wordt meegewogen dat betrokkene met zijn ondoordachte handelen het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid niet heeft nageleefd.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Accountantskamer.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Of heeft u schade geleden als gevolg van een fout van een accountant? Neem dan contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant