Uitspraak: Zorgplicht adviseur in het geding bij afwijzingen van hypotheekaanvragen

In deze zaak hebben de consumenten zich tot een adviseur gewend voor advies en bemiddeling bij de aankoop van een appartement. Na een aantal afwijzingen van hypotheekaanvragen hebben de consumenten een klacht tegen de adviseur ingediend. Zij stellen dat de adviseur tekort is geschoten en zijn zorgplicht heeft geschonden.

Afwijzingen van hypotheekaanvragen

In juni 2022 raadpleegden de consumenten een adviseur voor advies en bemiddeling inzake de aankoop van een appartement. Consument 1 had enkel inkomen uit zijn eigen onderneming, terwijl consument 2 net was begonnen als ZZP’er. Ook was bekend dat consument 1 in de toekomst pensioen uit Engeland en Amerika zou ontvangen. Op 28 juni 2022 tekenden de consumenten de koopovereenkomst voor het appartement. In de koopovereenkomst werd een financieringsvoorbehoud afgesproken.

Omdat het inkomen van consumenten onvoldoende was om het appartement te kopen, heeft de adviseur bij het bepalen van het inkomen van consument 1 uit zijn onderneming gebruik gemaakt van de 3-2-1 methode. Vervolgens heeft de adviseur een hypotheekaanvraag ingediend bij [geldverstrekker 1], omdat zij de 3-2-1 methode als methode voor inkomensbepaling accepteerde. [Geldverstrekker 1] bracht een renteaanbod uit, maar wees de aanvraag later af vanwege het negatief eigen vermogen van consument 1.

Nadat de consumenten de adviseur op de hoogte brachten van veranderingen in hun inkomsten, zoals consument 2 die van ZZP naar loondienst ging en consument 1 die binnenkort ook in loondienst zou beginnen, werd het financieringsvoorbehoud met twee weken verlengd.

Een nieuwe aanvraag bij een andere geldverstrekker werd echter ook afgewezen vanwege het Amerikaanse pensioeninkomen. De adviseur raadde aan de ontbindende voorwaarden te gebruiken vanwege de onzekere financiering. Hierdoor annuleerden de consumenten de koop, maar later wilden ze toch doorgaan. De adviseur meldde echter dat de proeftijd in een nieuwe baan een hindernis vormde voor financiering.

Na het verstrijken van de proeftijd werd in september 2022 een nieuwe hypotheekaanvraag ingediend bij een derde geldverstrekker, wat uiteindelijk leidde tot goedkeuring en de levering van het appartement.

Klacht

De consumenten hebben een klacht ingediend over de adviseur. De consumenten stellen namelijk dat de adviseur niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur mocht worden verwacht. Volgens de consumenten heeft de adviseur nagelaten om de financiële positie, doelstellingen en risicobereidheid van de consumenten voldoende te inventariseren. Ook heeft hij verzuimd om de door de consumenten verstrekte documenten op juistheid en volledigheid te controleren. De jaarcijfers van consument 1 toonden niet alleen winst, maar ook een negatief eigen vermogen, terwijl consument 2 als ZZP’er nog geen jaarcijfers over de afgelopen drie jaar kon overleggen vanwege haar recente start als zelfstandige. Op basis van deze gegevens had de adviseur de hypotheekaanvraag moeten afwijzen. Ook heeft de adviseur onvoldoende voortvarend gehandeld en was hij slecht bereikbaar.

Zorgplicht van een financieel adviseur

De commissie dient te beoordelen of de adviseur is tekortgeschoten in zijn dienstverlening tegenover de consumenten.

Tussen de consumenten en de adviseur is sprake van een overeenkomst van opdracht, in de zin van artikel 7:400 Burgerlijk Wetboek. Dit brengt met zich mee dat op de adviseur bij de uitvoering van deze opdracht ten behoeve van de consumenten een zorgplicht rustte. De inhoud van deze zorgplicht is in de rechtspraak ingevuld. Daaruit blijkt dat een adviseur tegenover zijn opdrachtgever de zorg moet betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht.

Als uitgangspunt geldt dat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht dat hij beschikt over de nodige deskundigheid en vakkennis, dat hij de financiële belangen van zijn cliënten naar beste weten en kunnen behartigt en dat hij zorgvuldigheid betracht in de advisering van zijn cliënten. De adviseur is daarbij gehouden informatie in te winnen bij de consumenten omtrent hun kennis en ervaring, wensen, doelen, risicobereidheid en mogelijkheden teneinde zich ervan te verzekeren dat de door hem te verstrekken adviezen passend zijn gelet op de wensen en mogelijkheden van de consumenten.

Voldoende inspanning geleverd

De consumenten stellen dat de adviseur niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur mocht worden verwacht. De adviseur heeft daarentegen gesteld dat hij niet is tekortgeschoten jegens de consumenten. Hij stelt dat de financiële situatie van de consumenten onzeker was, met name vanwege het inkomen uit onderneming van consument 1 en het (toekomstige) pensioen uit Amerika. Ondanks deze onzekerheden heeft de adviseur twee keer een hypotheekaanvraag ingediend, maar beide keren werden ze afgewezen door de geldverstrekkers. Pas na de proeftijd van consument 1, eind september 2022, kon een stabielere financiële situatie worden vastgesteld, waardoor een lening bij [geldverstrekker 3] mogelijk werd.

Naar het oordeel van de commissie heeft de adviseur jegens de consumenten de zorg betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mocht worden verwacht. De commissie stelt dat uit het dossier is gebleken dat de consumenten met een onzekere inkomstensituatie bij de adviseur kwamen. Echter, daarbij is niet gebleken dat de inkomenssituatie zodanig ‘slecht’ was, dat dat adviseur de aanvraag van een geldlening had moeten weigeren. De adviseur heeft voldoende inspanning geleverd om een hypotheek tot stand te brengen. Hierbij is het uiteindelijk aan de geldverstrekker om te bepalen of hij de geldlening wenst te verstrekken. Ook heeft de adviseur zich na afloop van de proeftijd nogmaals ingespannen om een geldlening te verkrijgen.

Bovendien heeft de adviseur de consumenten in augustus 2022 gewezen op de mogelijkheid om het financieringsvoorbehoud in te roepen, maar de consumenten kozen ervoor om dit niet te doen, waardoor zij zelf het risico van een onzeker vervolgtraject hebben genomen.

Concluderend heeft de commissie geoordeeld dat de adviseur zijn zorgplicht niet heeft geschonden. De klacht is ongegrond.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Geschillencommissie Kifid.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u schade geleden als gevolg van de schending van de zorgplicht van uw financieel adviseur? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant