BV 1 is producent van filmproducties. Op 5 maart 2015 en 20 maart 2015 heeft klaagster (X) subsidie verleend aan BV1 voor de realisering van twee filmproducties. Aan de toekenning van deze bijdragen zijn voorwaarden verbonden. Een van die voorwaarden is dat BV1 een financiële eindafrekening, voorzien van een door een accountant gegeven controleverklaring indient bij het X. Op de subsidieverlening van het X aan BV 1 is onder andere het Handboek Financiële Verantwoording (hierna: het Handboek) van toepassing.
Goedkeurende controleverklaring
Betrokkene heeft in opdracht van BV 1 de Financiële eindafrekening gecontroleerd. Hij heeft hiervoor een goedkeurende controleverklaring afgegeven.
Omdat het X twijfelde aan de juistheid van deze controleverklaring heeft zij een extern bureau opdracht gegeven nader onderzoek te doen. Het extern bureau kwam tot de conclusie dat betrokkene ten onrechte deze goedkeurende controleverklaring heeft afgegeven. Hierop heeft het X een klacht ingediend bij het accountantskantoor waar betrokkene voor werkt. Het accountantskantoor is het eens met de klacht en erkent dat er fouten zijn gemaakt bij de controleverklaring van betrokkene. Het kantoor stelt dat er al maatregelen zijn genomen tegen betrokkene en dat er maatregelen zullen volgen die een soort zelfde geval in de toekomst zal voorkomen. Het X dient een klacht in bij de tuchtrechter tegen betrokkene.
Handelen in strijd met geldende gedrags- en beroepsregels
Betrokkene heeft volgens het X gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Volgens het X heeft betrokkene een viertal onregelmatigheden in de eindafrekening niet gezien en gecorrigeerd. Op de zitting is verklaard dat het handelen van betrokkene ook het accountantskantoor raakt, maar de klacht alleen tegen betrokkene is gericht.
Fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid
Betrokkene heeft op de zitting erkend dat de controle die hij heeft uitgevoerd op de door klaagster aangehaalde vier onderdelen niet correct is. Klaagster heeft gesteld dat van ongeveer 200.000 euro (meer dan 11% van het totale budget voor de productie van de film) aan opgevoerde productiekosten is vastgesteld dat de relatie tot de filmproductie of de noodzakelijke onderbouwing daarvoor ontbreekt. Volgens het Handboek dient een accountantsverklaring met beperking te worden afgegeven wanneer er een onjuistheid van 1% van de totale kosten is vastgesteld. Een afkeurende verklaring wordt afgegeven bij een onjuistheid van meer dan 3%. Bij de 11% in dit geval had betrokkene dus een afkeurende verklaring moeten verstrekken. Op de zitting kon betrokkene niet aantonen welke werkzaamheden hij had verricht bij de controle, terwijl dit op grond van het Handboek wel zou moeten. Betrokkene heeft dus niet (juist) de werkzaamheden verricht die van hem werden gevraagd.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Silver Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant