Uitspraak: Accountant moet ook bij een toelichtende rol voldoen aan de toepasselijke beroepsregels

Klager heeft in 2012 een zogeheten gouden handdruk ontvangen van afgerond €480.000,-, welk bedrag hij wilde beleggen. Dit bedrag is door klager ondergebracht in een stamrechtvennootschap, B.V.1, waarvan hij ook bestuurder is.

Onder meer op 13 september 2012 heeft betrokkene klager geïnformeerd over mogelijke investeringen in een business center van B. Betrokkene heeft voor klager businessmodellen en overzichten van deze investering opgesteld. In oktober 2012 zijn B, een vennootschap van B, klager en B.V.1 een participatieovereenkomst aangegaan, waarbij klager een belang van 12,5% in het business center verwerft. De participatieovereenkomst is door dan wel onder supervisie van betrokkene opgesteld.

Betrokkene heeft vanaf 2007 accountantswerkzaamheden verricht voor B en voor door hem beheerste besloten vennootschappen.

De klacht

Betrokkene heeft volgens klager gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Deze klacht is gebaseerd op de volgende verwijten:

  • door de reeds lang bestaande relatie tussen betrokkene en B kon betrokkene klager niet meer objectief informeren inzake investeringen in vastgoed of ondernemingen van B;
  • betrokkene heeft aan klager onjuiste en onvolledige adviezen gegeven inzake voormelde investeringen en hem niet gewezen op bestaande risico’s.

De beoordeling

Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel is de Accountantskamer van oordeel dat klager de mogelijke strijdigheid met de regelgeving voor accountants heeft kunnen constateren vóórafgaande aan het sluiten van de participatieovereenkomst in oktober 2012. Klager heeft immers verklaard vanaf de aanvang van de werkzaamheden van betrokkene te weten dat er sprake was het verlenen van diensten zowel aan hem als aan B. Tussen 13 september 2012 en 11 november 2016 zijn meer dan drie jaren verstreken, hierom wordt het eerste klachtonderdeel niet-ontvankelijk verklaard.

Klager heeft gesteld dat betrokkene zijn opdracht nooit heeft vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst en evenmin de grenzen van zijn opdracht heeft afgebakend. Volgens de Accountantskamer behoorde betrokkene ervoor zorg te dragen dat hij overeenstemming had bereikt met klager over de voorwaarden van de opdracht. Betrokkene heeft dit nagelaten. Betrokkene heeft klager daarnaast volgens klager ook niet voorgelicht over de risico’s die hij liep met zijn investeringen en de zekerheid die klager kon ontlenen aan te verstrekken hypotheken.

Betrokkene stelt dat hij alleen een toelichtende rol had. De Accountantskamer oordeelt dat betrokkene ook bij een toelichtende rol moet voldoen aan de toepasselijke beroepsregels. Betrokkene heeft de bepalingen van standaard 3400 van de NVCOS niet in acht genomen. Betrokkenes handelswijze levert daarnaast ook strijd op met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en professionaliteit. Daaruit volgt dat het tweede klachtonderdeel gegrond wordt verklaard. De klacht wordt dus deels gegrond verklaard. Aan betrokkene wordt de maatregel van berisping opgelegd.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant