
Klaagster voert een fysiotherapiepraktijk. Betrokkene stelde de jaarrekeningen samen en verzorgde de fiscale aangiften voor deze eenmanszaak. B, op dat moment werknemer van betrokkene was verantwoordelijk voor de salarisadministratie.
Klaagster heeft in 2018 een bedrijfseconoom ingeschakeld, omdat zij het gevoel had dat de bedrijfsresultaten achterbleven bij de groei van de omzet en zij dit niet kon verklaren. De bedrijfseconoom constateerde vervolgens dat het salaris van de medewerkers op een onjuiste wijze is berekend.
B heeft in bespreking met de bedrijfseconoom en klaagster erkend fouten te hebben gemaakt in de salarisadministratie.
Op 24 november 2020 heeft klaagster betrokkene uitgenodigd voor een overleg over de schadevergoeding. Op 10 december 2020 heeft betrokkene de aansprakelijkheid van de hand gewezen. Betrokkene heeft zich wel bereid getoond de mogelijkheid van een minnelijke oplossing te bespreken.
De klacht
Betrokkene heeft volgens klaagster gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Klaagster verwijt betrokkene het volgende:
- betrokkene heeft een fout gemaakt door de medewerkers van de praktijk te verlonen op basis van een brutosalaris in plaats van een all-insalaris (inclusief werkgeverslasten);
- betrokkene heeft niet uit zichzelf de fout hersteld en niets gedaan om het nadeel van klaagster op te heffen;
- betrokkene heeft er niet voor gezorgd dat de jaarrekening 2018 van het accountantskantoor en de jaarrekeningen vanaf boekjaar 2016 van BV1 tijdig zijn gepubliceerd;
- betrokkene heeft verzuimd dekking te verzorgen van het uitlooprisico van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
De beoordeling
Het eerste klachtonderdeel is ontvankelijk voor zover die ziet op de werkzaamheden betreffende de salarisadministratie van na 1 januari 2016. De beklaagde werkzaamheden voor deze datum worden niet in behandeling genomen omdat deze niet binnen de drie- en zesjaarstermijn vallen.
In artikel 7 van de door klaagster gehanteerde arbeidsovereenkomsten is bepaald hoe het salaris wordt vastgesteld. Over de uitleg van dit artikel is discussie ontstaan. De Accountantskamer stelt vast dat betrokkene alle vragen van klaagster over de salarissen altijd doorgeleidde naar B. Betrokkene beperkte zich tot het opstellen van de jaarcijfers die hij eens per jaar met klaagster besprak. B heeft over zijn werkzaamheden nooit contact gezocht met klaagster. Vooral nu er over de uitleg van artikel 7 van de arbeidsovereenkomst discussie mogelijk was, had dat wel op zijn weg gelegen. Betrokkene had naar het oordeel van de Accountantskamer behoren na te gaan of B zijn uitleg en toepassing van artikel 7 wel bij klaagster had geverifieerd. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene onvoldoende invulling heeft gegeven aan het bepaalde in artikel 14 van de VGBA en dat het eerste klachtonderdeel in zoverre gegrond is.
De wijze waarop het tweede klachtonderdeel is geformuleerd veronderstelt dat de salarissen niet zijn berekend conform het bepaalde in artikel 7 van de arbeidsovereenkomsten die klaagster hanteerde. Gelet op het feit dat tussen partijen een discussie bestaat over de uitleg van artikel 7 en het tot het domein van de civiele rechter behoort om artikel 7 uit te leggen, kan niet worden vastgesteld dat de salarissen onjuist zijn berekend. Het tweede klachtonderdeel is ongegrond.
Ten aanzien van het derde klachtonderdeel stelt de Accountantskamer dat betrokkene heeft erkend dat de betreffende jaarrekeningen niet zijn gepubliceerd. Door daar als bestuurder/accountant niet voor te zorgen heeft betrokkene volgens de Accountantskamer in strijd gehandeld met wet- en regelgeving en heeft hij het beroep van accountant in diskrediet gebracht. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met het beginsel van professionaliteit. Ook het derde klachtonderdeel is gegrond.
Betrokkene stelt ten aanzien van het vierde klachtonderdeel dat hij in de veronderstelling verkeerde dat het uitlooprisico wel was gedekt. Los daarvan stelt betrokkene dat dit klachtonderdeel geen betrekking heeft op beroepsmatig handelen of het verlenen van een professionele dienst. De Accountantskamer gaat niet mee in dit verweer van betrokkene, want wanneer een accountant werkzaamheden verricht waarbij hij vakbekwaamheid aanwendt waarover een accountant beschikt dan wel behoort te beschikken, wordt hij geacht zijn beroep uit te oefenen en heeft hij zich te houden aan de fundamentele beginselen.
Op grond van de Nadere voorschriften kwaliteitssystemen dient het uitlooprisico gedurende ten minste twee jaar gedekt te zijn. Dat betrokkene in de veronderstelling verkeerde dat hij het uitlooprisico wel verzekerd had doet daar niet aan af, zo oordeelt de Accountantskamer. Betrokkene had dit eenvoudig kunnen nagaan. Door er als bestuurder/accountant niet voor te zorgen dat het uitlooprisico verzekerd was heeft betrokkene in strijd gehandeld met wet- en regelgeving en heeft hij het beroep van accountant in diskrediet gebracht. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met het beginsel van professionaliteit. Het vierde klachtonderdeel is gegrond.
De maatregel
De Accountantskamer acht de maatregel van doorhaling voor de duur van één maand passend en geboden. Daarbij is in aanmerking genomen dat betrokkene het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid niet heeft nageleefd door B niet op de juiste wijze te begeleiden in diens werkzaamheden. Verder heeft betrokkene het fundamentele beginsel van professionaliteit niet nageleefd doordat hij niet heeft voldaan aan de plicht om jaarrekeningen van zijn entiteiten te publiceren en de beroepsaansprakelijkheid niet correct te verzekeren.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant