
Appellanten exploiteren een agrarische onderneming. Zij hebben Alfa, een accountantskantoor, diverse keren opdracht gegeven diensten verlenen, zoals het samenstellen van de jaarrekeningen en het verzorgen van de aangiften inkomstenbelasting.
Op 13 juli 2009 heeft Alfa een ‘Opdrachtbevestiging samenwerking’ opgesteld waarin staat dat Alfa appellanten een andere agrarische familie zal adviseren en begeleiden bij de totstandkoming van een samenwerkingsverband tussen de bedrijven.
Tot 31 oktober 2016 waren de algemene voorwaarden van Alfa van toepassing die voort het eerst op 23 juni 2004 bij een opdrachtbevestiging zijn gevoegd. In die voorwaarden is het volgende vervalbeding opgenomen:
K. RECLAME 1. Een reclame met betrekking tot de verrichte werkzaamheden en/of het factuurbedrag dient schriftelijk binnen 14 dagen na de verzenddatum van de stukken of informatie waarover opdrachtgever reclameert, dan wel binnen 14 dagen na de ontdekking van het gebrek indien opdrachtgever aantoont dat hij het gebrek redelijkerwijs niet eerder kon ontdekken, aan opdrachtnemer te worden kenbaar gemaakt. (…) 3. Indien de reclame niet tijdig wordt ingesteld vervallen alle rechten van opdrachtgever in verband met de reclame.
Gaandeweg de samenwerking zijn verschillende facturen van Alfa onbetaald gebleven. Ter aflossing van deze declaraties zouden appellanten een tweede hypotheek nemen.
Een adviseur van appellanten (C), heeft op 3 december 2015 gebeld met een medewerker van Alfa. Naar aanleiding van dat gesprek heeft hij [D] dezelfde dag een e-mail geschreven waarin hij een aantal vragen formuleerde waarop hij antwoord wilde hebben voordat verder zou worden gegaan met de afwikkeling van de schuld van appellanten aan Alfa door middel van een tweede hypotheek. Op 2 november 2016 heeft C Alfa geschreven dat appellanten door het vormen van de maatschap in liquiditeitsproblemen zijn gekomen, en gedurende de samenwerken 168.912 euro zijn misgelopen als gevolg van:
- een te lage vergoeding in relatie tot de ontvangen melkprijs;
- uitbreiding van het melkquotum;
- de vergoeding voor lease van het melkquotum.
Overleg dat daarna tussen parttijen heeft plaatsgehad, heeft geen oplossing gebracht. Daarna heeft Alfa haar vorderingen uit de geldschuld en de opdrachten bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft deze vorderingen van Alfa toegewezen. De vorderingen van appellanten, die erop waren gebaseerd dat Alfa op meerdere fronten toerekenbaar is tekortgeschoten en dat appellanten daardoor schade hebben geleden, zijn afgewezen.
De beoordeling
In het hoger beroep vorderen appellanten dat hun eigen vorderingen worden toegewezen. De kern van het hoger beroep van appellanten richt zich tegen de conclusie van de rechtbank dat het vervalbeding uit de algemene voorwaarden in de weg staat aan de vorderingen van appellanten: zij hebben niet tijdig bij Alfa gereclameerd, waardoor hun rechten zijn vervallen en hun vorderingen moeten worden afgewezen.
De vorderingen van Alfa staan verder vast. Appellanten hebben ook geen bezwaren geformuleerd tegen de overwegingen van de rechtbank ten aanzien van de vorderingen. In zoverre zal het eindvonnis worden bekrachtigd.
Appellanten voeren in het hoger beroep aan dat C al in 2015 (binnen 14 dagen) telefonisch heeft geklaagd en dat de brief van diezelfde dag als een schriftelijke reclame moet worden opgevat.In de algemene voorwaarden is – als uitzondering op de hoofdregel dat gereclameerd moet worden binnen 14 dagen na verzending van de stukken of informatie waarop de reclame betrekking heeft- geregeld dat een reclame over een gebrek kenbaar moet worden gemaakt binnen 14 dagen na de ontdekking van het gebrek, indien opdrachtgever aantoont dat hij het gebrek redelijkerwijs niet eerder kon ontdekken. Appellanten moeten dus onderbouwen en zo nodig bewijzen waarom zij de gebreken niet eerder dan eind 2015 konden ontdekken. Dit hebben zij volgens het gerechtshof niet (voldoende) gedaan. Met name tussen de gestelde tekortkomingen uit 2009 en 2010 en de reclame eind 2015 zit een onverklaard gat van jaren.
Verder is er volgens het gerechtshof geen sprake van schriftelijke reclame. De brief van C aan Alfa kan niet worden gezien als klacht, maar meer als vraag. Ook uit het antwoord van Alfa blijkt niet dat zij in deze vraag enige klacht heeft gelezen.
Appellanten worden niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen het vonnis.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 10+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant