
Verweerster heeft de ex-echtgenoot van klaagster (hierna: de man) bijgestaan in een geschil met klaagster over een paspoortaanvraag voor hun dochter, die op dat moment nog minderjarig was. Klaagster en de man oefenden gezamenlijk het ouderlijk gezag uit over de dochter.
In december 2019 en januari 2020 heeft de dochter aan klaagster per brief verzocht om toestemming voor het aanvragen van een paspoort. Omdat een reactie uitbleef heeft klaagster een concept-dagvaarding opgesteld. De dochter heeft een paspoort nodig omdat zij in de Verenigde Staten wil gaan studeren. Zonder haar paspoort kan zij niet het noodzakelijke studentenvisum aanvragen.
Op 23 juni 2020 is klaagster in kort geding gedagvaard, waarbij – kort gezegd – is gevorderd dat klaagster haar medewerking zal verlenen aan de paspoortaanvraag voor de dochter.
Op aanvraag van verweerster heeft de behandelend rechter met de dochter gesproken in afwezigheid van klaagster en de man. Diezelfde dag is de vordering toegewezen.
De klacht
Klaagster stelt dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door:
- als advocaat van de man contact te hebben gehad met de dochter;
- richting de rechter te melden dat zij ook namens de dochter handelde en met haar goedvinden, terwijl zij niet de advocaat van de dochter was;
- de dochter bewust onderdeel te maken van de strijd tussen haar ouders;
- de dochter tussen haar ouders in te zetten en te gebruiken als een speelbal;
- zonder instemming van klaagster en op verzoek van de man met de dochter te praten, terwijl beiden belast zijn met het gezag over de dochter;
- middels haar handelwijze de dochter in een nog verder loyaliteitsconflict te brengen;
- het belang van de man centraal te stellen;
- misbruik te maken van de kwetsbaarheid van de dochter, die gediagnosticeerd is met PDD-NOS (autisme), een angststoornis en dyscalculie;
- zowel als advocaat als medemens geen oog te hebben en niet in te grijpen in de huidige situatie waarin de dochter verkeert sinds de echtscheiding.
De beoordeling
Alle klachtonderdelen hangen met elkaar samen en komen voort uit de omstandigheid dat verweerster op 11 juni 2020 en op 22 juni 2020 contact met de dochter heeft gehad. De klachtonderdelen lenen zich daarom voor gezamenlijke behandeling.
Verweerster heeft bevestigd dat zij op 11 juni 2020 en 22 juni 2020 telefonisch heeft gesproken met de dochter. Het antwoord op de vraag of verweerster door met de dochter in gesprek is gegaan heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt, hangt volgens de raad af van alle omstandigheden van het geval.
Van de advocaat moet worden verlangd zich in beginsel te onthouden van het zelf zoeken van contact met het kind of van het zoeken van contact op aandringen van zijn cliënt. De raad gaat ervan uit dat het contact met de dochter niet op initiatief van verweerster is geweest. Verweerster heeft daarnaast gesteld dat zij in de gesprekken met de dochter slechts heeft geantwoord op vragen van de dochter.
De raad ziet gegeven de omstandigheden van deze zaak geen grond voor het oordeel dat de dochter door de gesprekken met verweerster over een paspoort dat zij nodig heeft om naar de Verenigde Staten te kunnen gaan speelbal is geworden.
De beslissing
De klacht wordt ongegrond verklaard.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een advocaat, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een advocaat. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant