Uitspraak: Als executeur staat het de notaris vrij zelf te kiezen welke methodes bij het verdelen van de erfenis gehanteerd worden

Erflaatster is op 2 juli 2016 overleden. Bij testament van 11 november 2015, verleden door de notaris, heeft erflaatster de notaris benoemd tot executeur en afwikkelingsbewindvoerder. Erflaatster heeft onder de last van een legaat, al haar zestien neven en nichten benoemd tot haar erfgenamen, ieder voor gelijke delen. Klager is een neef van erflaatster en dus één van de erfgenamen. Twee erfgenamen hebben de nalatenschap verworpen.

De nalatenschap bestond onder andere uit een perceel grond met daarop een oude boerderij met agrarische bestemming. De kadastrale ligging van het onroerend goed in combinatie met het naburige perceel met schuur, leidde tot een complexe situatie voor wat betreft verkoopmogelijkheden. De buurman is een neef van erflaatster. Hij heeft de nalatenschap verworpen.

Klager en zijn zuster hadden beide interesse in het onroerend goed. De WOZ-waarde bedroeg € 61.000,-.

Op 25 oktober 2017 stuurt de notaris de volgende email aan alle erfgenamen: “Geachte erfgenaam / erfgename, Op de mail van dinsdag 17 oktober jl. hebben 9 van de 14 erfgenamen met een keuze gereageerd. Een overgrote meerderheid heeft gekozen voor optie b (€ 50.500,00), aangezien dit een onvoorwaardelijk bod betreft. Evenwel is het bod lager dan de richtprijs van € 61.000,00 (WOZ-waarde). Dit is verklaard door onzekerheid over de bestemming en bouwmogelijkheden en extra kosten voor verwijderen asbest. Door deze stand van zaken zal het bod van N worden gehonoreerd, tenzij binnen 2 weken een hoger onvoorwaardelijk bod dan € 50.500,00 door één van de erfgenamen wordt uitgebracht. Als dat gebeurt zal ik een nieuw voorstel doen.

De klacht

Klager verwijt de notaris dat hij in zijn rol van executeur en afwikkelingsbewindvoerder niet heeft gehandeld zoals een goed notaris betaamt. De notaris heeft de woning tegen het laagste bod verkocht. Verder heeft hij volgens klager geldende gedragsregels geschonden en is hij lichtzinnig omgegaan met procedures en voorschriften.

Tijdens het overleg op 20 juni 2017 heeft klager de notaris gevraagd om uitstel te krijgen tot 31 december 2017. De notaris ging hier niet in mee. Toen begin september 2017 bleek dat de uiterlijke biedingsdatum 15 september 2017 niet door klager gehaald kon worden, heeft klager de notaris nogmaals om uitstel gevraagd tot 31 december 2017. Daarop heeft de notaris, met toestemming van de andere erfgenamen, besloten om slechts een extra termijn tot uiterlijk 13 oktober 2017 toe te staan. Omdat klager rond die tijd nog steeds geen uitsluitsel van de gemeente had of hij daar een eigen huis mocht bouwen, heeft klager een voorwaardelijk bod gedaan van € 60.500,-. Bij brief van 23 juni 2017 wees de notaris dit bod af met de opmerking dat het een onvoorwaardelijk bod diende te zijn. De conclusie van de notaris na de biedingsronde was dat beide bieders niet voldeden aan de vooraf geformuleerde voorwaarden afgesproken tijdens het familieoverleg op 20 juni 2017. De notaris heeft vervolgens een e-mailbericht naar alle erfgenamen gestuurd met de vraag of wellicht iemand van de erfgenamen geïnteresseerd zou zijn om alsnog een (nieuw) bod uit te brengen. Hiervoor werd een termijn verleend tot 8 november 2017. Omdat de kwaliteitscommissie het bouwplan op dit moment positief heeft beoordeeld heeft klager op 7 november 2017 alsnog een onvoorwaardelijk bod uitgebracht van € 55.555,-. Voor de rest had niemand van de erfgenamen gereageerd op de e-mail en zou klager het hoogste bod hebben uitgebracht. Ondanks dat dit bod voldeed aan de eisen vanuit het familieoverleg heeft de notaris het bod niet goedgekeurd. De notaris stelde zich op het standpunt dat klager niet gerechtigd was om dit bod in tweede instantie uit te brengen. De notaris stelt dat dit niet de bedoeling was en geeft wel toe dat dit uit de e-mail van 25 oktober 2017 niet als zodanig is gebleken.

Het verweer

De eerste biedingen heeft de notaris voorgelegd aan de erfgenamen. Een merendeel van de erfgenamen gaf aan te willen kiezen voor het onvoorwaardelijke lagere bod. Omdat de notaris niet het risico wilde lopen dat een erfgenaam achteraf zou zeggen “voor dat lagere bedrag had ik het huis ook wel willen hebben”, wilde de notaris de andere erfgenamen de kans geven ook een bod lager dan de WOZ waarde uit te brengen. Het woord “andere” is weggevallen in de e-mail van 25 oktober 2017. Die e-mail is niet door de notaris opgesteld maar wel door hem geïnstrueerd. Het was zeker niet de bedoeling van de notaris een volledig nieuwe biedronde open te stellen. De notaris erkent dat het zwakke punt van zijn handelen in voornoemde e-mail zit.

De beoordeling

Als executeur stond het de notaris vrij zelf te kiezen welke methodes gehanteerd werden om tot een verdeling te komen. Door de e-mail van 25 oktober 2017 is de verkeerde suggestie gewekt dat klager nogmaals mocht bieden. Dit verdient volgens de kamer niet de schoonheidsprijs, maar de Kamer ziet hierin geen schending van de tuchtnorm. De klacht wordt ongegrond verklaard.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant