Deze zaak draait om de vraag of de bank haar zorgplicht heeft geschonden door niet in te grijpen bij ongebruikelijke overboekingen naar het buitenland. De bank betwist de aansprakelijkheid, gezien de betalingen die volgens de procedures zijn gevolgd.
Achtergrond van de zaak
Eiser heeft sinds 1977 een rekening bij de ABN AMRO. In maart 2021 werd de eiser benaderd voor investeringen in cryptovaluta en de eiser gaf deze persoon de volmacht om namens hem te handelen. Van april tot juli maakte de eiser in totaal bijna 250.000 euro over naar een rekening in Litouwen die op zijn naam stond. De eiser dacht via [naam] een account te hebben bij een crypto broker waarbij hij bitcoins kon kopen en omzetten in euro’s voor bepaalde investeringen. Op 8 juni is er een alert gekomen bij de bank, maar deze is door een analist als niet frauduleus beoordeeld. Op 17 juli ontdekte de eiser dat hij slachtoffer was van fraude, hij heeft zijn geld niet teruggekregen.
De zorgplicht van de bank
De eiser stelt dat de bank haar zorgplicht geschonden heeft. Hij stelt dat het transactiemonitoringssysteem geen alert gaf ondanks grote overboekingen naar Litouwen en dat Litouwen ook bekendstaat om financiële criminaliteit en dat de betreffende bank hier ook al in aanraking mee is geweest. Van mening is de eiser, dat er maatregelen hadden moeten plaatsvinden na de alert op 8 juni en dat de bank handelde in strijd met verscheidene artikelen van de Wet op het financieel toezicht en ook met algemene zorgvuldigheidsnormen.
De bank voert vervolgens aan dat er geen fraude was op de bankrekening omdat de eiser zelf het geld overmaakte. Ten tweede voert zij aan dat de zorgplicht niet geschonden is omdat zij moest voldoen aan de opdrachten van de eiser. De oplichting gebeurde tevens buiten het zicht van de bank om, dus kon zij daar geen weet van hebben. Tot slot legt de bank uit dat het transactiemonitoringssysteem gericht is op het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering en niet op de bescherming van vermogen.
De beoordeling van de rechtbank
De rechtbank komt met het oordeel dat de bank niet verplicht is individuele fraude te detecteren, gericht op integere uitoefening van diens taken en niet op vermogensbescherming. De bank had geen reden om aan de betaalopdracht te twijfelen omdat de eiser de betalingen heeft gewild en hij voldeed aan de procedures. Verder stelt de rechtbank dat de alert van 8 juni, die beoordeeld is als niet frauduleus, geen grond biedt voor een zorgplichtschending. De rechtbank concludeert dat de bank haar zorgplicht niet heeft geschonden en wijst de vorderingen af.
Zorgplicht advocaten
Heeft u vragen over uw bank en of deze u wel zorgvuldig heeft behandeld? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant