Klaagster (X) heeft een bemiddelingsbureau in treinreizen. X Beheer houdt de aandelen van klaagster. Accountantskantoor 1 is sinds 2006 voor klaagster en X Beheer werkzaam geweest. Betrokkene, werknemer van Accountantskantoor 1, heeft ten behoeve van klaagster werkzaamheden verricht met het oog op de controle van de jaarrekening over het boekjaar 2015 en de jaaropgave over 2015. Deze werkzaamheden zijn verricht voor een vaste, vooraf overeengekomen prijs.
Handelen in strijd met de geldende gedrags- en beroepsregels
Betrokkene heeft volgens klager gehandeld in strijd met de voor haar geldende gedrags- en beroepsregels. Aan de klacht liggen de volgende verwijten ten grondslag:
- betrokkene heeft zich schuldig gemaakt aan chantage;
- betrokkene was structureel onbereikbaar;
- klaagster werd niet geïnformeerd als deadlines niet werden gehaald;
- de jaarrekeningen van X over 2016 en 2017 zijn niet correct;
- de declaraties zijn onbegrijpelijk en onjuist.
Het oordeel
Ten aanzien van de chantage oordeelt de Accountantskamer dat een aanzienlijke achterstand in betaling een bedreiging voor de uitvoering van de opdracht oplevert die een maatregel vereist. Om het risico van een bedreiging voor de uitvoering van de opdracht te verkleinen, was het van belang dat overeenstemming bestond over de prijs alvorens met de uitvoering een begin werd gemaakt. De klacht wordt ongegrond verklaard.
In het tweede klachtonderdeel verwijt klaagster dat betrokkene niet bereikbaar was. Hij zou SMS-, e-mail- en voicemailberichten niet hebben beantwoord. Het Accountantskantoor heeft erkend dat betrokkene als gevolg van drukte niet altijd even makkelijk bereikbaar was. De Accountantskamer is van oordeel dat het niet direct beantwoorden van of reageren op berichten van klaagster van onvoldoende tuchtrechtelijk gewicht is om dit klachtonderdeel gegrond te verklaren.
Ten aanzien van het derde klachtonderdeel heeft betrokkene uiteengezet dat klaagster zelf tweemaal uitstel heeft gevraagd voor het aanleveren van de gecontroleerde jaaropgaven. Op verzoek van klaagster heeft betrokkene een derde uitstel gevraagd en verkregen. Dit uitstel hing samen met het feit dat klaagster de benodigde informatie niet tijdig had verstrekt. Uiteindelijk is de controleverklaring nog voor het einde van de termijn uitgebracht. Dit verweer is door klaagster niet betwist. Dat betekent dat het verwijt niet aannemelijk is geworden en dat het klachtonderdeel in ongegrond is.
Het vierde klachtonderdeel ziet op de mogelijk foutieve jaarrekening over 2016 en 2017. Klaagster heeft niet eerder te kennen gegeven dat de resultaten niet klopten maar daarentegen elk jaar bevestigd dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft. Bovendien heeft klaagster niet toegelicht waarom de gepresenteerde resultaten niet juist zouden zijn en welk verwijt zij betrokkene in dit verband maakt. Het klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard.
De Accountantskamer stelt met betrekking tot het vijfde klachtonderdeel voorop dat ingevolge vaste jurisprudentie alleen met succes kan worden geklaagd over declaraties als sprake is van een schending van de Wab of de VGBA. Voorbeelden daarvan zijn het bewust en te kwader trouw indienen van onjuiste of misleidende declaraties. Daarvan is de Accountantskamer niet gebleken. Ook het vijfde klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard.
De Accountantskamer verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.
Lees hier de hele uitspraak
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant