Verweerder heeft de heer N en diens echtgenote (hierna: de moeder) in 2016 als advocaat bijgestaan. In 2016 waren klaagster en de heer N gestart met de uitvoering van plannen voor het opzetten van een zorgresort in Suriname. Daartoe is de besloten vennootschap Diacare4U opgericht door klaagster en mevrouw N, de dochter van de heer N en de moeder. De samenwerking tussen klaagster en de heer N is geëindigd in een conflict. Zij beschuldigen elkaar van onrechtmatige onttrekkingen aan de onderneming.
Op 20 juni 2016 heeft een bespreking plaatsgevonden op het kantoor van verweerder. Bij die bespreking waren de heer N, de moeder en klaagster aanwezig. Op diezelfde dag heeft verweerder de advocaat van de wederpartij van de heer N en de moeder per e-mail onder meer geschreven: “Ik heb vanmorgen een uitvoerige bespreking gevoerd over deze zaak met [de heer N] en de moeder en klaagster naar aanleiding van uw brief van 16 juni jl. (…) Volstrekt ten onrechte heeft uw cliënte eind april dit jaar alle relaties van cliënten aangeschreven en aangegeven dat de samenwerking met cliënt per 13 april jl. zou zijn beëindigd en de werkzaamheden van hem en klaagster zouden worden overgenomen door nieuw personeel.”
In 2019 heeft verweerder mevrouw N en de moeder bijgestaan in een geschil met klaagster en haar echtgenoot.
De klacht
Klaagster stelt dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door zich schuldig te maken aan belangenverstrengeling, klaagster zwart te maken in de rechtbank, valse stukken in te dienen en onware opmerkingen te uiten.
Het verweer
Verweerder betwist dat klaagster zijn cliënte is geweest. Klaagster is aanwezig geweest bij de bespreking op 20 juni 2016 in verband met een sommatiebrief die de moeder enkele dagen daarvoor hand ontvangen, maar verweerder heeft geen gegevens van klaagster genoteerd en ook geen getuigenverklaring van haar gevraagd.
De beoordeling
Ten aanzien van de belangenverstrengeling stelt de voorzitter voorop dat het in beginsel niet is toegestaan tegen een (voormalig) cliënt op te treden. De voorzitter is van oordeel dat klaagster onvoldoende heeft onderbouwd dat zij is aan te merken als voormalig cliënte van verweerder. Dat klaagster aanwezig is geweest bij de bespreking is daarvoor niet genoeg. Er is dan ook geen sprake van belangenverstrengeling. De klacht wordt op dit onderdeel ongegrond verklaard.
Verder wordt verweerder verweten dat hij klaagster zwart maakt in de rechtbank, valse stukken indient en onware opmerkingen uit. Klaagster heeft dit klachtonderdeel volgens de voorzitter op geen enkele manier onderbouwd en dus niet aannemelijk gemaakt. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond.
De klacht wordt ongegrond verklaard.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een advocaat, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een advocaat. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant