Uitspraak: Handelen niet persoonlijk te verwijten aan advocaat

De klacht omvat het verwijt dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en daardoor artikel 46 Advocatenwet heeft geschonden. Het gaat hier om tegenstrijdige belangen. Verweerster had eerder moeten constateren dat er mogelijk sprake zou zijn van conflicterende belangen.

In augustus 2013 hebben klagers contact gezocht met het kantoor van verweerster om hen bij te staan in een geschil. Aanvankelijk werd deze bijstand verleend door kantoorgenoot1 van verweerster. Op 18 november 2013 heeft verweerster de zaak overgenomen en werd in de zaak ondersteund door kantoorgenoot2. Het geschil betrof of de jaarrekening over 2013 al dan niet onjuist was opgesteld. Verweerster en kantoorgenoot2 hebben klagers in 2014 bijgestaan bij het opstellen van een document waaruit bleek dat de accountant onterecht een accountantsverklaring had afgegeven. De Raad van Commissarissen besloot in september 2014 een second opinion te laten uitbrengen over de jaarrekening 2013.

Klagers hebben met behulp van het document commentaar geleverd op de jaarrekening. In overleg zijn procedures voorbereid maar nog niet aanhangig gemaakt. Klagers hebben in 2016 een advocaat van een ander kantoor ingeschakeld om de procedures tegen de accountants in te dienen.

Klager heeft aan verweerster en kantoorgenoot 2 zijn ongenoegen over de benoeming van het accountantskantoor geuit. Verweerster heeft klaagster geadviseerd om een eigen accountant naar de opgestelde jaarrekening 2015 te laten kijken. Kantoorgenoot4 gaat over kwesties op het gebied van civielrechtelijke aansprakelijkheid van accountants.

Op 15 juni 2017 heeft klager met het bedrijf een schikking bereikt die is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Het stond klagers vrij om procedures tegen voormalige accountants en ook tegen het kantoor voort te zetten dan wel te entameren. Klager heeft een pleitnota gemaakt en vraagt verweerster om deze te controleren. Verweerster geeft aan dat liever niet te doen aangezien zij het accountantskantoor al bijstaan.

De raad

De raad heeft vermeld dat de klacht omtrent het niet melden van belangenverstrengeling ongegrond geacht moet worden. De raad acht het aannemelijk dat klagers onaangenaam werden getroffen dor het nieuws van verweerster. Haar kantoor was al jarenlang de vaste advocaat van klagers. De raad is dan ook van mening dat verweerster te laat aan klagers heeft gemeld dat zij hen in de accountantskamer-procedure niet bij zou kunnen staan. Door dit pas een maand voor de zitting te melden, heeft verweerster niet gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt.

Advocaat (verweerster)

Verweerster heeft de beslissing van de raad in hoger beroep bestreden. De klacht van klager zou door de raad te ruim zijn uitgelegd. De raad zou ook hebben miskent dat klagers voor de procedures bij de accountantskamer een andere advocaat hadden ingeschakeld. Ten aanzien van deze procedures waren verweerster en haar kantoor dan ook niet de vaste advocaat. Verweerster zou nooit de verwachting hebben gewekt dat zij bijstand zouden verlenen in de procedures bij de accountantskamer. Het feit dat verweerster pas in juli 2017 een melding maakte dat er mogelijk sprake zou zijn van toekomstig tegenstrijdig belang komt voort uit de vraag van klager om zijn pleitnota te screenen.

Standpunt klagers

Klagers hebben zich op het standpunt gesteld dat het verweer van verweerster moet worden verworpen. Klager heeft toegelicht dat hij ervan is uitgegaan dat de bijstand door verweerster en haar kantoor zou worden opgepakt toen hij eenmaal de accountantskamer-procedure ter sprake had gebracht.

Raad mag klacht ambtshalve aanvullen

De grief dat de raad de klacht te ruim heeft uitgelegd faalt. De raad heeft namelijk de bevoegdheid om de klacht ambtshalve aan te vullen. Daarnaast is niet te spreken van een verruiming maar van een andere concretisering.

Ondanks dat een schriftelijke opdrachtbevestiging ontbreekt is het gezien de langdurige relatie niet vreemd dat klager ervan uit was gegaan dat verweerster klager zou bijstaan in de procedures bij de accountantskamer. Klagers hebben in 2016 zich gewend tot een andere advocaat buiten het kantoor van verweerster. Nadat klager het ongenoegen over deze advocaat had uitgesproken, mocht er niet vanuit worden gegaan dat verweerster of haar kantoorgenoten voortaan in de procedures voor bijstand zouden zorgen. Klagers waren daar kennelijk ook niet van uitgegaan nu klager om hulp heeft gevraagd bij het opstellen van de pleitnota en om aanwezig te zijn bij de zitting.

Oordeel

Het valt dan ook niet in te zien dat verweerster al eerder klagers op de hoogte moest stellen dat het kantoor geen bijstand zou verlenen in accountantskamer-procedures tegen het accountantskantoor, omdat sprake zou zijn van tegenstrijdig belangen.

Het is ongelukkig dat een kantoorgenoot een andere kantoorgenoot heeft genoemd voor civiele aansprakelijkheidsprocedures, omdat hier ook het tegenstrijdig belang zou kunnen spelen. Dit is niet de verweerster te verwijten.

De overige grieven slagen en de beslissing van de raad wordt vernietigd. De klacht wordt alsnog ongegrond verklaard.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een klacht over uw advocaat of twijfelt u of aan het advies van uw (voormalige) advocaat? Of heeft uw advocaat een processuele of een inhoudelijke fout gemaakt in een civiele procedure? Neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant