
Betrokkene heeft een goedkeurende controleverklaring gegeven bij de jaarrekening 2012 van BV1 op 4 juni 2013 en bij de jaarrekening 2012 van BV2 op 14 juni 2013.
Enig aandeelhouder van BV1 was de Vereniging. In december 2012 heeft de Vereniging de aandelen BV1 voor € 12,5 miljoen verkocht aan BV2. Deze zijn op 31 december 2012 geleverd aan BV2.
Op 11 mei 2017 heeft klaagster een klacht tegen betrokkene ingediend bij de Accountantskamer. Klaagster stelde in die klachtprocedure dat betrokkene in strijd met voor hem geldende beroepsregels had gehandeld omdat hij ten onrechte goedkeurende controleverklaringen had gegeven bij de jaarrekening 2012 van BV1 en BV2 en daarmee medewerking had verleend om de betaalde koopprijs van de aandelen BV1 een schijn van redelijkheid te geven.
Bij uitspraak van de Accountantskamer van 29 januari 2018 is de klacht ongegrond verklaard. Klaagster heeft tegen die uitspraak beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Daarop is nog niet beslist.
De klacht
De klacht houdt in dat betrokkene de Accountantskamer in de procedure van de klacht met het oog op de ongegrondverklaring daarvan, bewust onjuiste informatie heeft verschaft in het door hem ingediende verweerschrift en in zijn mondeling ter zitting naar voren gebrachte reactie.
De beoordeling
De Accountantskamer stelt voorop dat het – al dan niet in rechte – innemen van een civielrechtelijk standpunt, behoudens bijzondere omstandigheden in het kader van de door hem in acht te nemen fundamentele beginselen, niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan leiden.
Het verwijt houdt in dat betrokkene in strijd met de waarheid in zijn verweerschrift heeft geschreven dat hij bij de totstandkoming van de koop- en verkooptransactie van de aandelen BV1 geen rol heeft gespeeld en op zitting dit nogmaals heeft gezegd. Uit een passage van een vertrouwelijke notitie van de Vereniging aan de leden van de ledenraad van 14 november 2012 blijkt volgens klaagster echter het tegendeel. Daarin staat dat de externe accountant van de Vereniging en de Groep A het gewenste en noodzakelijke advies heeft uitgebracht en de gehele officiële procedure zal begeleiden bij de opstelling van de vereiste overeenkomsten.
De Accountantskamer oordeelt dat klaagster niet aannemelijk heeft kunnen maken dat betrokkene de externe accountant is, die is genoemd in de notitie. Hierdoor is niet komen vast te staan dat er sprake is van een bijzondere omstandigheid. De klacht wordt ongegrond verklaard.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant