Betrokkenen zijn allen als accountants werkzaam bij Baker Tilly. Y26 is werkzaam bij Baker Tilly International in Londen. Hij was werkzaam als bestuursvoorzitter van Baker Tilly Netherlands. De overige accountants zijn allen werkzaam bij Baker Tilly Netherlands. Baker Tilly beschikt over de vergunning om wettelijke controles van openbaar belang (hierna: OOB) te mogen uitvoeren.
Op 28 juni 2017 heeft de Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM) een rapport uitgebracht waarin werd geconcludeerd dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing van Baker Tilly in de periode van mei 2016 tot en met mei 2017 niet aan de eisen voldeed. Er is dan ook een bestuurlijke boete opgelegd door de AFM aan Baker Tilly. Over de opgelegde boete loopt nog een beroepsprocedure.
Klaagster is van oordeel dat grote kantoren (OOB-kantoren) minder streng worden aangepakt door toezichthouder en de tuchtrechters dan kleine kantoren. Ze wil dit aan de kaak stellen door middel van een klacht.
Handelen in strijd met de geldende gedrags- en beroepsregels
Betrokkenen hebben volgens klaagster gehandeld in strijd met de voor hen geldende gedrags- en beroepsregels. Betrokkene hebben volgens haar namelijk gehandeld in strijd met de artikelen 4 en 5 VGBA door na 1 oktober 2006 werkzaam te zijn bij een accountantskantoor waarvan de kwaliteitscontrole niet op orde was (klachtonderdeel a). Ten tweede hebben betrokkenen volgens klaagster onvoldoende gedaan om deze ongeregeldheden op te lossen en er dus voor te zorgen dat Baker Tilly de regels naleeft (klachtonderdeel b).
Wanneer belanghebbende?
Betrokkenen stellen zich op het standpunt dat sprake is van misbruik van tuchtrecht en dat de klacht daardoor niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. De Accountantskamer stelt dat voor het indienen van een klacht belanghebbendheid niet vereist is. Van een klacht waarvan het object zo ver verwijderd is van het handelen of nalaten van een accountant dat daarom moet worden aangenomen dat sprake is van misbruik van tuchtrecht is volgens de Accountantskamer geen sprake. Dat klaagster de vermeende misstanden wil aantonen acht de Accountantskamer als voldoende om in behandeling te genomen te worden. De klacht wordt dus ontvankelijk verklaard.
Handelen in strijd met wettelijke regels?
In het onderzoek van de AFM wordt het volgende gesteld: “De AFM heeft geen integraal onderzoek uitgevoerd naar alle aspecten van de bedrijfsvoering, het gedrag en de cultuur en het intern toezicht van de onderzochte OOB-accountantsorganisaties. Evenmin is het doel van het onderzoek vast te stellen of wettelijke vereisten aangaande het stelsel van kwaliteitsbeheersing zoals opgenomen in de Wta en Bta zijn nageleefd.” De Accountantskamer maakt hieruit op dat niet voldoende onderzocht is of Baker Tilly toepasselijke wet- en regelgeving heeft overtreden. Klaagster heeft daarnaast volgens de Accountantskamer geen feiten gegeven die aannemelijk maken dat Baker Tilly wettelijke regels overtreden heeft. Klachtonderdeel a acht de Accountantskamer daarom ongegrond.
De accountantskamer stelt ten aanzien van klachtonderdeel b geen feiten heeft gegeven om aannemelijk te maken dat betrokkenen onvoldoende hebben gedaan om zich te houden aan de van toepassing zijnde wetgeving. Daarnaast is uit het onderzoek niet gebleken dat er sprake is van overtredingen, betrokkenen kunnen hier dus niet verantwoordelijk voor worden gehouden. De Accountants acht klachtonderdeel b ongegrond.
De Accountantskamer acht de klacht van klaagster ongegrond.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant