Betrokkene verrichtte sinds het voorjaar van 2011 boekhoudkundige en accountantswerkzaamheden voor de onderneming van klager, onder meer de aangiften omzetbelasting en inkomstenbelasting.
De belastingdienst heeft klager betreffende diverse jaren verzuimboetes opgelegd in verband met te late aangiften van de inkomsten-, motorrijtuigen-, en omzetbelasting. Verder vordert de belastingdienst van klager vergoeding van incassokosten.
Op 26 juni 2014 hebben partijen de dienstverleningsrelatie beëindigd. Klager is een civiele procedure gestart tegen betrokkene en heeft vergoeding van de genoemde kosten en boetes gevorderd. In die procedure heeft het Hof betrokkene veroordeeld tot betaling van € 6.211,- te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten.
De klacht
Betrokkene heeft volgens klager gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Deze klacht is gebaseerd op de volgende verwijten:
- betrokkene is in rechte veroordeeld om aan klager € 10.911,81 te betalen, maar hij betaalt niet;
- betrokkene behoort een beroepsaansprakelijkheidsverzekering te hebben, maar reageert niet op het verzoek deze in te schakelen.
De beoordeling
Betrokkene heeft ter zitting erkend dat hij is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 6.211,- te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast geeft hij aan dat hij afspraken heeft gemaakt met de deurwaarder die klager heeft ingeschakeld. Een eerste betaling op grond van deze afspraken is al gedaan. Verder stelt betrokkene dat klager hem een bedrag van € 11.000,- verschuldigd is in verband met verleende diensten.
Uit het door klager overgelegde arrest van het Hof blijkt dat betrokkene een vordering in reconventie jegens klager heeft ingesteld en wel voor € 11.900,- voor verrichte werkzaamheden en € 3.000,- voor advocaatkosten, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente. Het Hof heeft betrokkene in deze vordering niet-ontvankelijk verklaard omdat deze niet voor het eerst in hoger beroep kan worden ingesteld. Betrokkene heeft de vordering van klager gemotiveerd weersproken en bestrijdt dat hij deze dient te voldoen. Hij handelt wel volgens het hem veroordelende arrest van het Hof door een betalingsregeling te treffen, welke regeling hij nakomt. De Accountantskamer is dan ook van oordeel dat het eerste klachtonderdeel ongegrond is.
Het tweede klachtonderdeel is eveneens ongegrond. Betrokkene heeft verklaard zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering te hebben benaderd. Hij heeft van de verzekeraar ook een bedrag uitgekeerd gekregen, wat hij heeft gebruik om zijn advocaat te betalen.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant