Betrokkene 1 en betrokkene 2 zijn beide als accountant-administratieconsulent ingeschreven in het register. Daarnaast zijn ze verbonden aan B Accountancy en Belastingadviezen. Klaagster is advocaat en heeft een geschil met haar voormalige partners van C Advocaten LLP. Betrokkene 2 was tot en met het boekjaar 2012 de accountant die de jaarrekening van C samenstelde. Deze werkzaamheden zijn met ingang van het boekjaar 2013 door betrokkene 1 van hem overgenomen.
Klaagster en haar voormalige partners zijn per 1 januari 2015 uit elkaar gegaan. Betrokkene 1 heeft de jaarrekening 2014 van C samengesteld. Uit die jaarrekening blijkt een negatief eigen vermogen waarvan per 31 december 2014 een bedrag van € 49.959 ten nadele van klaagster komt. Haar voormalige partners wensen dat klaagster dit bedrag aan C voldoet.
Klaagster heeft met haar huidige boekhoudster de financiële administratie bij C ingezien. Klaagster heeft zich, omdat ze geen reactie kreeg van C, op 8 februari 2016 tot het kantoor van betrokkenen gewend met 22 vragen, die zij binnen één week beantwoord wenste te zien. Op 15 februari 2016 heeft betrokkene 1 gereageerd dat hij vanwege zijn geheimhoudingsplicht de gevraagde informatie niet zonder toestemming van C kan verstrekken.
De klacht
Betrokkenen hebben volgens klaagster de jaarrekening over 2014 van C opgesteld met als enig doel klaagster te meer te laten betalen aan C dan waarop C recht heeft. Klaagster heeft naar eigen zeggen geen inzicht gehad in de stukken die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. Daarnaast stelt klaagster dat betrokkenen de relatie met C niet beëindigd terwijl dit wel zou moeten, omdat zij zich hebben laten beïnvloeden door C. Betrokkenen zijn dan ook niet objectief en partijdig geweest.
De beoordeling
In het klaagschrift stelt klaagster dat het haar niet bekend is “wie in dit geval de daadwerkelijke persoon is geweest over wie de klacht gaat”, maar dat of betrokkene 1 of betrokkene 2 behandelaar was van haar zaken en dat beiden zich bemoeiden met de opstelling van de jaarstukken. Betrokkene 2 heeft aangevoerd dat hij niet betrokkenen is geweest bij de opstelling van de jaarrekening 2014 van C. Klaagster heeft dat niet betwist, hierdoor worden de klacht tegen betrokkene 2 ongegrond verklaard.
Ter zitting zijn vragen die klaagster met betrekking tot een aantal posten in de jaarrekening over 2014 van C had, door betrokkene 1 voor zover hij daartoe, gelet de geheimhoudingsplicht, in staat was, beantwoord. Die antwoorden leveren volgens de Accountantskamer geen grond op om te oordelen dat betrokkene 1 bij het samenstellen heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Klaagster heeft niet gesteld dat uit de rechtsvorm van C en/of het contract met haar voormalige partners voortvloeit dat zij als voormalig partner van C aanspraak zou kunnen maken op inzage in de conceptjaarrekening over 2014 van C. Daarnaast heeft betrokkene onbetwist verklaard geen persoonlijke vriendschap met een van de werknemers van het kantoor te hebben. De Accountantskamer ziet daarom geen reden om van betrokkene 1 te verlangen dat hij de relatie met C beëindigt. De klacht tegen betrokkene 1 wordt ook ongegrond verklaard.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant