Betrokkene heeft een goedkeurende controleverklaring voor de jaarrekening 2018 van het Sportbedrijf afgegeven. Klager is tot 2017 werkzaam geweest als financieel manager van het Sportbedrijf.
De klacht
Betrokkene heeft volgens klager gehandeld in strijd met de voor haar geldende gedrags- en beroepsregels. Klager verwijt betrokkene het volgende:
- door toedoen van betrokkene geeft de door haar gecontroleerde jaarrekening 2018 van het Sportbedrijf geen getrouw beeld van de werkelijke toestand van het Sportbedrijf, omdat de in de jaarrekening opgenomen voorziening groot onderhoud te laag is;
- betrokkene heeft investeringen en ontvangen bijdragen ten onrechte niet met elkaar verrekend en zij heeft ten onrechte geen egalisatierekening investeringsbijdragen opgevoerd;
- betrokkene is tekortgeschoten op het punt van de beoordeling van de inhoud van het door de directie van het Sportbedrijf opgestelde bestuursverslag over 2018. Dat verslag schetst namelijk een ander resultaat (positief € 307.000), dan uit de jaarrekening blijkt (negatief € 470.000). Het bestuursverslag is daardoor in strijd met de jaarrekening.
De beoordeling
Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel overweegt de Accountantskamer het volgende. De gemeente heeft de verplichting op zich genomen gedurende langere tijd jaarlijks 700.000 euro voor groot onderhoud aan het Sportbedrijf ter beschikking te stellen. Hierdoor mocht betrokkene volgens de Accountantskamer akkoord gaan met het voor de voorziening groot onderhoud in de jaarrekening 2018 opgenomen bedrag. Klager heeft onvoldoende onderbouwd waarom dit bedrag, mede gezien de toezegging van de gemeente, onjuist zou zijn. Het eerste klachtonderdeel is ongegrond.
Het tweede klachtonderdeel is ook ongegrond. Betrokkene stelt dat uit de subsidievaststelling bleek dat het opnemen van een egalisatierekeningen voor gedane investeringen of het verrekenen van de subsidie met de investeringen niet aan de orde was. Zij kon derhalve akkoord gaan met de verwerking zoals die in 2017 had plaatsgevonden. Klager heeft met wat hij heeft aangevoerd niet aannemelijk gemaakt dat deze toelichting van betrokkene onjuist is.
Ten aanzien van het derde klachtonderdeel stelt betrokkene dat bij de controle van de jaarrekening 2018 gebleken is dat de gevolgen van de herstructurering langer zijn doorgelopen dan aanvankelijk verwacht. Als gevolg hiervan zijn in 2018 eenmalige kosten gemaakt. Deze toelichting komt de Accountantskamer niet onaannemelijk voor. Klager heeft met wat hij heeft aangevoerd niet aannemelijk gemaakt dat de stellingen van betrokkene met betrekking tot deze incidentele kosten onjuist zijn. Ook het derde klachtonderdeel is ongegrond.
De klacht wordt ongegrond verklaard.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant