Betrokkene is accountant/partner van accountantskantoor. Dit accountantskantoor neemt door de overname van BV1, de werkzaamheden voor klaagster en haar schildersbedrijf over van BV1. De administratiewerkzaamheden werden maandelijks op het kantoor van klaagster uitgevoerd door D, een medewerkster van accountantskantoor. Maandelijks stelde zij een rapportage met een maandelijkse winst- en verliesrekening op voor klaagster. In de maandrapportage van januari 2018 is een fout geslopen waardoor klaagster een positiever beeld van haar onderneming had dan feitelijk het geval was.
Handelen in strijd met de geldende gedrags- en beroepsregels
Betrokkene heeft volgens klaagster gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Zij baseert haar klacht op de volgende klachtonderdelen:
- betrokkene heeft nagelaten om een controle uit te voeren op de maandrapportages van klaagster waardoor de magistrale fouten in de administratie niet tijdig boven water zijn gekomen en klaagster aanzienlijke schade heeft geleden;
- betrokkene heeft misbruik gemaakt van het liquiditeitsprobleem van klaagster doordat hij heeft gedreigd met kostenverhogende maatregelen bij niet betaling van facturen door klaagster;
- betrokkene heeft het ongefundeerde standpunt ingenomen dat de bedrijfsvoering van klaagster ondeugdelijk is en daarover niet tijdig met klaagster gecommuniceerd.
Onvoldoende toezicht
Het eerste klachtonderdeel wordt gegrond verklaard door de Accountantskamer. Op grond van artikel 14 VGBA moet een accountant zorgdragen voor toezicht op en beoordeling van werkzaamheden die onder zijn verantwoordelijkheid plaatsvinden. Betrokkene heeft erkend dat D een fout heeft gemaakt. Gelet op artikel 14 VGBA kan betrokkene hiervoor verantwoordelijk worden gehouden. Door toereikend toezicht na te laten heeft betrokkene volgens de Accountantskamer gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en deskundigheid.
Belangenafweging bij incasseren
Het tweede klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. In het algemeen staat het een accountant vrij om rechtsmaatregelen te nemen wanneer een cliënt zijn facturen niet betaalt. De accountant dient daarbij wel een belangenafweging te maken. Zijn belangen moet hij tegen de kenbare belangen van de cliënt, die als gevolg van de rechtsmaatregel kunnen worden geschaad, afwegen. Klaagster heeft volgens de Accountantskamer niet aannemelijk kunnen maken dat betrokkene geen deugdelijke belangenafweging heeft gemaakt. Betrokkene heeft meermaals een betalingsregeling aangeboden aan klaagster, als gevolg van een weigerachtige houding van klaagster is betrokkene tot incassering van de facturen overgegaan.
Ondeugdelijke bedrijfsvoering
Het derde klachtonderdeel wordt ook ongegrond verklaard. Betrokkene heeft volgens de Accountantskamer niet het standpunt ingenomen dat de bedrijfsvoering van klaagster ondeugdelijk is maar ter afweer van zijn verantwoordelijkheid voor de verliessituatie van klaagster, benoemd dat van een zeer substantieel verlies sprake is en dat het verlies over 2018 een gevolg is van de bedrijfsvoering. Hierdoor is niet gebleken dat betrokkene gehandeld heeft in strijd met een fundamenteel beginsel.
De klacht wordt dus gedeeltelijk gegrond verklaard. De Accountantskamer acht de maatregel van waarschuwing op zijn plaats.
Lees hier de hele uitspraak
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant