Op 5 september 2017 is moeder, moeder van klaagsters overleden. Zij was gehuwd met vader en uit dit huwelijk zijn naast klaagsters nog twee kinderen geboren. Moeder heeft een langstlevende testament opgemaakt. Klaagsters zijn in de legitieme gesteld. Een broer van klaagsters is tot executeur benoemd.
De executeur heeft op 4 mei 2018 de notaris de opdracht gegeven om werkzaamheden te verrichten in verband met de afwikkeling van de nalatenschap van moeder.
Bij brief van 30 mei 2018 heeft d kandidaat-notaris bij het notariskantoor, namens de executeur aan klaagsters een eerste overzicht van de nalatenschap van moeder verstrekt. Klaagsters hebben in de periode daarna de notaris diverse malen verzocht om aanvullende gegevens en aanpassingen in het overzicht. In reactie hierop is nadere informatie verstrekt en is in overleg met de executeur het overzicht door de notaris op een aantal punten aangepast. Verder heeft de notaris aangegeven dat zij niet een door klaagsters gevraagd overzicht van schenkingen en leningen kon opstellen zolang daarover nog gerechtelijke procedures lopen.
Bij vonnis van 23 oktober 2018 heeft de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland bepaald dat de lening aan vader door klaagster sub 1 niet opeisbaar is vóór overlijden van haar vader. Klaagster sub 1 heeft tegen dit vonnis hoger beroep aangetekend. Na het gesprek met de voorzitter van de kamer op 23 oktober 2018 heeft de notaris bij brief van 24 oktober 2018 de door haar bij de executeur opgevraagde nadere gegevens aan klaagsters doorgestuurd.
De klacht
De klacht van klaagster is gebaseerd op de volgende twee klachtonderdelen:
- Ondanks herhaalde verzoeken van klaagsters om juiste en volledige informatievoorziening, wordt de gevraagde informatie door de notaris summier, onjuist of niet verschaft.
- De notaris heeft bij klaagsters onduidelijkheid laten ontstaan over haar rol in deze nalatenschap.
De beoordeling
Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel heeft de notaris aangevoerd dat zij de door klaagsters gevraagde informatie telkens bij de executeur moest opvragen, omdat zij niet zelf in het bezit daarvan was. Als de executeur de door klaagsters gevraagde informatie niet had, moest hij op zijn beurt de gegevens opvragen bij zijn vader. Zowel de executeur als de vader zijn langdurig ziek, waardoor de gevraagde informatie soms langzaam aan de notaris werd aangeleverd. De kamer gaat hierin mee: dat de informatie soms traag aangeleverd werd kan de notaris niet worden aangerekend. Verder is wel alles aangeleverd. De klacht wordt ongegrond verklaard.
De kamer stelt vast dat de notaris in deze nalatenschap geen boedelnotaris was. Naar het oordeel van de kamer had de notaris duidelijker kunnen zijn over haar rol en haar opdracht in deze nalatenschap. Dit neemt echter niet weg dat, zoals tijdens de zitting door de notaris is aangevoerd en door de gemachtigde van klaagsters is erkend, klaagsters zich in hun communicatie telkens tot zowel de notaris als de executeur hebben gericht. Klaagsters waren er kennelijk van op de hoogte dat de executeur hun aanspreekpunt was gebleven. Nu uit deze feitelijke situatie onvoldoende blijkt dat bij klaagsters verwarring bestond over de rol van de notaris in deze nalatenschap, wordt het tweede klachtonderdeel ongegrond verklaard.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant