Klager is gehuwd geweest in gemeenschap van goederen met B (hierna: de vrouw). De echtscheidingsbeschikking is op 29 juni 2017 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Ter zitting is besloten dat, indien binnen twee maanden na de zitting blijkt dat de man niet in staat is tot overname van de woning, de bankspaarrekening en de hypothecaire lening met ontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, dient de woning aan derden te koop aangeboden te worden.
De woning is door de vrouw verkocht voor een bedrag van € 252.900,00 en is op 2 juli 2018 geleverd aan de kopers. De akte van levering is verleden voor de notaris.
Naar aanleiding van een door de vrouw geëntameerd kort geding heeft de voorzieningenrechter:
- de man veroordeeld om de woning uiterlijk 12 februari 2018 te ontruimen en ontruimd te houden, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom;
- bepaald dat het vonnis, voor zover de verkoopprijs van de woning ten minste € 215.000,00 bedraagt, in de plaats treedt van een leveringsakte voor de woning voor zover het de medewerking van de man betreft;
- bepaald dat overwaarde van de woning bij een notaris in depot moet worden gestort en gehouden tot tussen partijen in de nog aanhangige echtscheidingsprocedure onherroepelijk zal zijn beslist over de verdeling van de overwaarde.
In een verstekvonnis heeft de rechtbank:
- voor recht verklaard dat klager de dwangsommen als genoemd in het vonnis van 14 september 2017 voor het totaal bedrag van € 50.000,00 is verbeurd en dat een totaal bedrag van € 10.000,00 is verbeurd aan dwangsommen op grond van het vonnis van 15 januari 2018;
- bepaald dat het depotbedrag van € 106.327,08 dat staat op de derdenrekening bij de notaris aan de vrouw mag worden uitgekeerd;
- de vrouw vervangende toestemming verleend voor uitkering van het depotbedrag aan haar.
De klacht
De klacht is gebaseerd op de volgende verwijten:
- Klachtonderdeel 1: Klager verwijt de notaris dat deze zonder instemming van klager heeft meegewerkt aan ‘koppelverkoop’ van de woning.
- Klachtonderdeel 2: Klager verwijt de notaris ernstig plichtsverzuim dan wel grove nalatigheid bij het vaststellen van de verkoopwaarde van de woning.
- Klachtonderdeel 3: Klager verwijt de notaris dat hij de door klager geuite verdenking van mogelijk gedeeltelijke onderhandse verkoop van de woning heeft genegeerd.
- Klachtonderdeel 4: Klager verwijt de notaris belangenverstrengeling met [naam advocaat] advocaat van de vrouw.
- Klachtonderdeel 5: Klager verwijt de notaris overtreding van de regels van de ‘Chinese Walls’ door het samenvoegen van zijn dossier met het dossier van de advocaat van de vrouw.
- Klachtonderdeel 6: Klager verwijt de notaris machtsmisbruik bij het tekenen van een convenant wat voor klager negatief heeft uitgepakt.
De beoordeling van de klacht
Ten aanzien van klachtonderdeel 1 oordeelt de kamer dat het de notaris niet worden verweten dat hij heeft meegewerkt aan de overdracht van de woning aan de kopers, nu de koopprijs ruim boven het door de voorzieningenrechter bepaalde bedrag van € 215.000 lag. Daarnaast is volgens de kamer van een onderhandse betaling aan de vrouw niet gebleken. Klachtonderdeel 1 wordt ongegrond verklaard.
De kamer stelt met betrekking tot klachtonderdeel 2 vast dat de minimale verkoopprijs van de woning is vastgesteld in het vonnis van de voorzieningenrechter. De bereikte verkoopprijs lag ruim boven de minimale verkoopprijs zoals deze door de voorzieningenrechter werd bepaald, hetgeen ook door de notaris is vastgesteld. De notaris heeft daarnaast de WOZ-waarde van de woning opgevraagd, welke € 231.000,00 bedroeg. De notaris heeft hierdoor zijn zorgplicht niet geschonden. Ook klachtonderdeel 2 is ongegrond.
De klachtonderdelen 3, 4 en worden samen behandeld door de kamer. De kamer is hierin van oordeel dat er sprake is van een gebrek aan feitelijke en juridische grondslag. De klachtonderdelen worden ongegrond verklaard.
Klager heeft ten aanzien van klachtonderdeel 6 aangevoerd dat er sprake is geweest van machtsmisbruik door de notaris bij het door klager ondertekenen van een document. Klager heeft ter zitting toegelicht dat hij ervan uitging dat er, als hij de mail voor akkoord zou tekenen, rust zou ontstaan en geen procedures meer zouden volgen. Kort na de ondertekening was de bodemprocedure echter al een feit, aldus klager. De notaris heeft daar tegen aangevoerd dat hij zelf geen belang had bij het ondertekenen door klager. Hij stelt van de advocaat van de vrouw per e-mail een verzoek te hebben ontvangen om een voorstel aan klager door te sturen. Dit voorstel heeft de notaris aan klager voorgelegd, welk voorstel door hem voor akkoord is getekend. Verder heeft de notaris erop gewezen dat in de e-mail duidelijk is vermeld dat er een bodemprocedure volgt over het restant van de verkoopopbrengst.
De kamer is van oordeel dat de notaris niet klachtwaardig heeft gehandeld door de e-mail van de advocaat van de vrouw voor te leggen aan klager. Er is onvoldoende komen vast te staan dat klager ten tijde van het ondertekenen van de e-mail de gevolgen van de ondertekening daarvan niet kon overzien of dat klager door het tekenen ervan ernstig in zijn belangen zou worden geschaad. Hierdoor is niet gebleken van enig machtsmisbruik, zodat ook dit laatste klachtonderdeel ongegrond wordt verklaard.
De klacht wordt ongegrond verklaard.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant