Op 22 januari 1997 is de vennootschap X opgericht. Klager was enig bestuurder. Op 8 oktober 2014 is de vennootschap B opgericht. Klager en zijn broer waren beiden bestuurder en ieder voor de helft aandeelhouder van deze vennootschap. Op 15 januari 2016 is X failliet verklaard. Op 22 april 2016 heeft de notaris een akte van overdracht aandelen gepasseerd. Bij deze akte verkocht en leverde klager al zijn aandelen in B voor de koopsom van € 1,- aan D, een vennootschap bestuurd door en eigendom van zijn broer.
De klacht
Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het passeren van de koop- en leveringsakte, waarbij klager zijn aandelen in B verkocht en leverde aan de onderneming van zijn broer. Klager stelt in aanloop naar de transactie geen enkel contact te hebben gehad met de notaris. Ook heeft hij geen concept-akte te hebben gekregen. Door de transactie kwam de helft van de onderneming voor € 1,- in handen van de broer, zonder enige waardering van de aandelen, zonder enig onderzoek van de notaris, en zonder enige voorlichting aan klager over de nadelige gevolgen van deze overdracht. De notaris had volgens klager dan ook zijn dienst moeten weigeren. Daarnaast heeft de notaris niet uitgelegd wat klager ondertekende, zelf was klager ook niet in staat dit te begrijpen omdat hij dyslectisch is en moeite heeft met het lezen en begrijpen van stukken.
Het verweer
Gezien de relatie beweert de notaris dat hij ervan uit mocht gaan dat klager en zijn broer alle informatie deelden. Tijdens het passeren heeft de notaris beide heren de strekking van de akte meegedeeld. Klager heeft tijdens het passeren geen enkel teken gegeven waaruit de notaris kon afleiden dat klager zich niet kon vinden in de aandelenoverdracht of dat de strekking van de akte hem niet duidelijk was. Van een bestuurder mag volgens de notaris worden verwacht dat hij bekend is met de vermogensrechtelijke positie van de vennootschap. De notaris heeft aangevoerd dat in het geval er sprake was van enige waarde, klager niet zou hebben ingestemd met de overdracht voor € 1,-.
De beoordeling
Volgens de kamer heeft de notaris niet aan zijn zorgplicht voldaan. “Klager heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat hij op de dag van het passeren van de akte via de achteringang het kantoor was binnengegaan. Zijn broer zat al bij de notaris aan tafel en klager stond binnen vijf minuten weer buiten. De notaris heeft klager niet gewezen op de consequenties van het tekenen van de akte. Dit alles is door de notaris onweersproken gebleven.” Ook het feit dat al het contact via de broer van klager ging, had voor de notaris een teken moeten zijn. Verder had de notaris meer onderzoek moeten doen naar de koopprijs van de aandelen. De notaris heeft kortom niet gehandeld zoals het een behoorlijk notaris betaamt. De klacht wordt gegrond verklaard. Aan de notaris wordt de maatregel van schorsing voor de duur van een maand opgelegd.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant